Sinds 1 mei 2017 is Bart Rutten de nieuwe artistiek directeur van het Centraal Museum Utrecht.

Wat trekt je aan het in Centraal Museum?

De breedte van de collectie. De zes kerncollecties maken het voor de buitenwereld ingewikkeld om de identiteit van het museum direct te herkennen, maar geven aan de andere kant ook fantastische mogelijkheden. Het labyrintische oude gebouw sluit heel erg goed aan bij de beleving van de collectie. En de Stallen – de grootste tentoonstellingsruimte van het Centraal Museum – bieden juist de mogelijkheid meer lineaire tentoonstellingen met een duidelijke focus te maken waar je de diepte in kan gaan. In die combinatie zie ik veel potentie.  

Welk deel uit de collectie vind je het meest interessant?

Mijn werkachtergrond is behoorlijk divers, was het eerst veel film- en videokunst, later werd dat verbreed tot het gehele terrein van de moderne en hedendaagse kunst. Na mijn tijd bij het toenmalige Instituut voor Mediakunst, heb ik bijvoorbeeld in het SM in Den Bosch mijn expertise kunnen verbreden met een discipline waar ik, toen ik daar binnenkwam, nul verstand van had ; namelijk de wereld van keramiek en sieraden. Niet het meest voor de hand liggende nadat je nieuwe media hebt gedaan, maar ik vond deze radicale breuk interessant. Ik merkte dat het me energie gaf om in iets nieuws te duiken.

In het Stedelijk Museum in Amsterdam ben ik toentertijd wel weer begonnen als specialist op het gebied van film/video en conceptuele kunst uit de jaren ’60 en ’70. Ik heb daar de kans gekregen om veel te leren over de beroemde collectie moderne kunst. Ik werd toen heel direct gevoed door het enthousiasme en de kennis van mijn toenmalige collega’s. En dat geldt ook nu weer, bij Centraal Museum, voor de collecties mode, stadsgeschiedenis en oude kunst bijvoorbeeld.

Mode is een wereld die altijd langs mij heen is gegaan, ik heb me er nooit echt in verdiept. Maar ik merk dat zodra ik ga werken met een conservator die er zo diep in zit, dat je gegrepen wordt door Ninke Bloembergs enthousiasme. Ik word meegenomen in een heel nieuwe wereld en dan is het natuurlijk ontzettend leuk dat er juist nu een grote, historische, uitdiepende tentoonstelling gaat openen in juli: Uit de Mode.

Zaaloverzicht tentoonstelling Uit de Mode, 2017
Tentoonstelling Uit de mode

Maar ook de Caravaggisten raken me enorm. Er wordt al jaren hard gewerkt aan een ambitieuze tentoonstelling in 2019 met dit onderwerp. Ik moet me dan ook al direct op een heel actieve manier gaan verhouden tot deze wereld en dan word je meegenomen door de gepassioneerde conservator oude kunst, Liesbeth Helmus. Dat is voor mij ontzettend verrijkend en het is een voorrecht dat ik mijn werkterrein zo kan verbreden.

Je bent artistiek directeur van Centraal Museum maar ook conservator hedendaagse kunst. Hoe ga je te werk?

Ik voer veel gesprekken met mensen uit het museum en met name de groep die zelf actief is binnen de hedendaagse beeldende kunst en vormgeving. Nu mis ik het gevoel voor actualiteit in het museum. Ik zit erover na te denken op welke wijze we actualiteit een duidelijkere plek in de programmering kunnen geven. Het is te vroeg om daar al uitspraken over te doen omdat ik me nog steeds aan het oriënteren ben. Maar straks in november zal er op de tweede verdieping een tentoonstelling komen waar zeker hedendaagse projecten in te zien zullen zijn. Daarnaast hebben we natuurlijk Nieuw Utrechts, de tentoonstellingsruimte waar hedendaagse Utrechtse kunst getoond wordt. 

Wat is je favoriete werk en/of kunstenaar van het Centraal Museum?

Ik kan dat nu nog niet zeggen. Ik moet sowieso op zoek naar een nieuwe Facebook-profielfoto, want ik heb daar nu nog een schilderij van het Stedelijk Museum staan. Misschien wordt het wel een van onze Caravaggisten omdat het voor mij zo nieuw is en me steeds weer verrast.

Robert Longe Men in the cities Eric.jpegRobert Longo, Men in the cities, Gretchen, 1985.jpeg

Richard Longo, Men in the Cities, Eric | Gretchen, 1985

Ik was gisteren voor het eerst in het depot. Ik vond het daar te gek. Binnenkort ga ik een halve dag plannen om ongestoord rekken open te trekken. Dingen met eigen ogen zien is echt een verschil met werken opzoeken in een database. Ik trok een rek open en dacht ‘jeetje, hebben wij dat ook?’: twee prachtige werken van Robert Longo. Dat is een kunstenaar uit de jaren ’80, die toentertijd heel belangrijk was. Ik kan me niet heugen dat ik dit ooit op zaal heb gezien, dat geeft kansen.

Wat gaat de koers worden van het Centraal Museum?

Ik ben aan het nadenken over de fragmentatie van de zes collecties van het museum en of er ook thema’s zijn te vinden die in al die deelcollecties spelen. Zo zou ik bijvoorbeeld meer samenhang willen creëren tussen wat er geprogrammeerd wordt in de verschillende gebouwen. Ook wil ik onderzoeken hoe we de collectieopstelling kunnen blijven activeren. Niet dat je iets samenstelt dat dan gestold is voor meerdere jaren. Ik zou het liefst tot een model willen komen waarin vaker wisselingen zijn die bijvoorbeeld reageren op de tentoonstellingen in de Stallen zodat er een dialoog ontstaat. Op die manier worden de mensen uitgedaagd om de collectieopstelling steeds weer opnieuw te bekijken.  

Wat is de grootste uitdaging van het museum?

De grootste uitdaging van het museum is om met een bepaald gezicht naar buiten komen. Ik wil het museum een gevoel van urgentie meegeven; dat er weer over gesproken wordt en dat als bezoekers nu niet komen ze het gevoel hebben iets gemist te hebben. Deze uitstraling missen we nu. Het niveau van de tentoonstellingen is onmiskenbaar hoog en ze zijn super verzorgd. Je zou dus zonder moeite een paar keer per jaar naar binnen kunnen lopen. Het Centraal Museum is goed bereikbaar met treinstation Vaartsche Rijn om de hoek. Alle mensen die van noord naar zuid, van oost naar west gaan en andersom kunnen gewoon eventjes uitstappen. Je zit in het midden van het land en in het midden van de stad.

Wat kunnen de bezoekers verwachten?

Continuïteit in de verzorgdheid van de presentaties. De ambitie om  mooie tentoonstellingen te realiseren is volop aanwezig en daar gaan we zeker mee door. Het is denk ik wel belangrijk om af en toe wat meer aandacht te hebben voor subversieve en tegendraadse onderwerpen. Ook heb ik altijd als motto dat je als museum niet alleen moet bevestigen en uitleggen, maar het midden zoeken tussen bevragen en bevestigen. En als het even kan gaan we meer reuring creëren.  

Hoe zie jij de taakverdeling met zakelijk directeur Marco Grob?

Vanzelfsprekend en groeiend. We hebben allebei onze specialismen en veel respect voor elkaars inzichten om het beste voor het museum te bewerkstelligen. Ik ben ervan overtuigd dat wij dat in harmonie kunnen. Het is niet per se een makkelijk model waarbij je voor heel veel dingen samen verantwoordelijk bent, maar als het goed functioneert is het wel het beste model.

Wat verwacht je van het museum terug te krijgen?

Verrijking van mijn horizon. In de onderwerpen die ik eerder noemde maar ook in de vanzelfsprekendheid waarmee het de lokale kunstenaars toont. Het museum is echt geworteld in Utrecht. Van daaruit wil ik verder werken. De verbinding die het Centraal Museum kan maken met wat er speelt in Nederland en in de wereld. Deze as van lokaal naar internationaal, die zo sterk terugkomt in de verschillende collecties, is inspirerend en geeft het museum een vanzelfsprekende plek in de samenleving met de stad Utrecht als duidelijk middelpunt. Daar zitten zijn wortels van waaruit de takken tot in de hemel kunnen rijken.

Beste eigenschap?

Ik ben goed in het enthousiasmeren van mensen en hen ervan overtuigen dat kunst en cultuur belangrijk zijn, ook mensen voor wie dit niet zo vanzelfsprekend is.

Slechtste eigenschap?

Mijn ongeduld. En dat merk ik nu al. Ik moet mezelf steeds voornemen de tijd te nemen en adem te halen. Eigenlijk wil ik meteen doorpakken. Ik moet geduld hebben en luisteren naar de mensen omdat mijn beeld van het museum nog niet af is en nog steeds aangepast wordt door de informatie die ik in alle kennismakingen vergaar. 

Wat is je guilty pleasure?

Met een onwijze kater een milkshake halen. Dat is dus eigenlijk een dubbele guilty pleasure.