4 f In tijden van vernieuwing scheiden de j? plastische kunsten zich,
V 11 ? 1? Shopenhouer spreekt niet over wat er vanuit de lichtbron gebeurd via het reflecterende vlak, maar brengt de kleurwaarneming direct in eigen werkelijkheid. Zo'n primaire kleurwaarneming is elementair en als gevoelsindruk ondeelbaar»^Combinaties van zulke elementaire waarnemingen met die van andere zintuigen leiden tot kenbare en herkenbare groeperingen, die tot bewustheid voeren. Bewustheid van eigen bestaan en van eigen werkelijkheid waarvan we niet kunnen zeggen, dat het de werkelijkheid is^ ujtJL cL*- tu^u^AA^^i , ioa^'vka «Lc Door onze active waarneming wordt onze werkelijkheid telkens opnieuw geboren, als ze niet doodloopt in te vastgezette associaties* Hoe maak ik gebruik van kleuren: Het gebruik van kleuren in de architectuur is iets geheel anders, dan wat de schilder doet* Bij de schilder is het medium de kleur. Bij de architectuur is het medium de ruimte. Als de architect kleur gebruikt, doet hij dit in dienst van de ruimte. De schilder ziet in zijn omgeving licht-reflecties, waaraan hij bepaalde waarde en betekenis hecht* Uit de eindeloze visuele wisseling tussen licht en donker haalt hij één of meer kleurencombinaties naar voren en zet deze apart in zijn werk, zodat dit stukje werkelijkheid vorm en karakter krijgt,'niet alleen voor hemzelf, maar voor ieder die het ziet* Hij doet dit geheel op zijn gevoel en zo mogelijk zonder enige bijbedoeling. De architect doet dit met de ruimte* Hij tast de ruimte niet alleen af ten dienste van de functie; ook is het hem niet genoeg als hij een stuk ruimte isoleert tegen weersinvloeden en acoustischs geschikt maakt, maar hij is ook visueel bezig. Hij ziet ruimte binnen en buiten, in, om en tussen. Hij heeft dus ook vlakken nodig evenals de schilder, maar hij heeft het nodig met de bedoeling een ruimte te begrenzen, u^t-. ^w v-ca^cLe^oCe. *O ct/L. fo^^Cr^U- In de meeste gevallen moeten hiervoor constructies worden uitgevoerd en materialen aangewezen, die als grensvlakkon en als constructie-delen kunnen dienen. Het zou al heel toevallig zijn, als zo'n samenspel van geconstrueerde materialen Mkxmgxndcstmrel bij alle functies die het te vervullen heeft ook nog visueel een duidelijk stukje ruimtelijkheid zou zijn. Dit zou het alleen zijn als de constructeur constructie, installatie en ruimtelijke begrenzing alles tegelijk in één visuele greep heeft kunnen samenvatten* Als men bedenkt, dat de functies van een stad, een wijk, een gebouw zeer talrijke en soms tegenstrijdige eisen stellen, dan is het niet te verwonderen, dat het visueel ruimtelijke er wel eens slecht afkomt en dat zelfs bij een ervaren ruimtegevoelig constructeur u wel eens situaties aan de aandacht ontsnapjfySfeny die later niet meer op te nemen zijn in de gehele visie zonder vertroebeling van functie, constructie materialengebruik of installatie. trfrfcir Ofr^ , J Het komt maar al te vaak voor, dat f ruimtelijke visie maatregelen eisen tegengesteld aan die van sbs functie en constructie. Men zag hierin een rem voor de vooruitgang* Hieruit is b.v. tijdens de periode van de nieuwe zakelijkheid bewust gesteld, dat estetica of kunst van de nieuwe architectuur moet worden uitgesloten. Bog heel dikwijls zal *uen horen zeggen; deze architect is wel geen goed kunstenaar, maar hij is tenminste een goed vakman en omgekeerd. Of men hoort* Hij is wel een artiest, maar is het wel praktisch en soliti werk wat hij maakt?
Men ziet hier tegenstellingen, die geen tegenstellingen behoeven te zijn, maar die twee van de vele eigenschappen zijn van een goed architect* Die eigenschappen kunnen heel goed samenwerken. Als iets goed geconstrueerd is, is het ook zichtbaar goed en goed om te zien. T-ff-frfti "' ^ » ? " h^p-j n^irfunhn » 3 y^^^wtagd. a-ti h ft t gn«d SA*"* Natuurlijk zijn er goede volgelingen van goede architecten, maar bij hen zijn ruimtelijke visie en het begrip voor functie en constructie beiden op zijn best gKtaitswrdt imitaties van goede architectuur van hun tijd* Ze gebruiken veel kleur, die geen visuele verbetering brengt, maar waarmee veroordeling moeilijker valt te formuléren» Ze zijn goed op de hoogte van de nieuwste creaties} ze zijn onmisbaar, ijverig en vermijden aeg niet erkende details* Tegenstelling is er in principe niet* Visuele ruimtelijkheid moet volgens sommige,,het resultaat zijn van begrepen functie en constructie (form follows function;. We moeten echter met het zelfde recht zeggen; een helder onbeinvloed ruimtegevoel of begrip leidt tot bruikbaarheid en goede samenstelling der elementen, wat m.i. een veel ruimère ontwikkeling openbaart en suggereert voor het gebruik van nieuwe constructies.) Bovendien is het gevaar voor verburgèlijking veel kleiner.(oiravtj uui^aaaasto+t jag^«^Pj^l^uav TUtVfViginirn ev^+aJ^m^v t-o^o-vw^ Als de architect evenwel meer plastisch is aangelegd en meer kleur -dan ruimtelijk gevoel heeft en is hij daarbij niet genoeg doordrongen van het feit, dat we nog slechts aan het allereerste begin van nieuwe sociale en technische ontwikkelingen toe zijn, dan ontstaan er fantasieën, die meer sprookjes dan werkelijkheid zijn en die als ze in bepaalde kringen vreugde brengen door kleuren en vormen niet tegengehouden mogen worden, doch ze zijn slechts oponthoud voor dc ontwikkeling van de gezonde architectuur ten behoeve van allan» We denken hierbij b.v. aan Brazilië en de invloeden hiervan, op ver-burgelijkte architectuur z.g. op te fleuren. t-wsts-~een gr^^-^w^-rm—ftp-Ha^^ -opz4ehte vainie Ik zie na de stijlperiode van 1917 gescheiden.kunstuitingen. We zullen om het gwsgrwk niet te ingewikkeld te maken het grafische, de film en de foto buiten beschouwing laten. Hoe verhouden zich schilder-en beeldhouwkunst tegenover de ruimtekunst. Wat heeft de architectuur eigenlijk nog te maken met de vrije kunsten? Zeer veel. lij zorgt voor de omgeving van het leven. Het jas in, om en tussen waar beiden zich zonder te letten op de functie van het bouwsel plastische kunsten onafhankelijk kunnen manifesteren. De architect heeftbhierbij geen stem. Toch gebruikt hij ook kleur en soms vorm. Dit gebeurt echter om geheel andere reden dan bij de schilder. Het kan voorkomen, dat het meest geëigende materiaal niet in een andere kleur te verkrijgen is dan een die of te licht of te donker is als reflecterend vlak. Dan zal een afwerklagg worden aangebracht, èie de gewenste reflectie geeft. Er zijn verschillende oorzaken, die gebruik van kleur nodig of wenselijk maken.
Mijn standpunt is, zorg ervoor dat alles binnen juist zoveel liclit reflecteerd als gewenst is voor de aard en hei? gebruik der ruimte en behandel het exterieur als de grensvlakken der ruimte, die ttï,om of tussen de gebouwen weer tot op zekere hoogte interieur zijn* Natuurlijk is hierop reeds gerekend bij de plaatsing en de maat der ramen en de keus der materialen. Het gaat de architect hierbij om licht en donker in enige nuances. Ook zijn er materialen die bescherming tegen vuil of nat worden behoeven, zowel binnen als buiten* Donker brengt iets op de achtergrond. Licht krengt iets op de voorgrond. Een vloer kan uit praktische overwegingen een sterk sprekende kleur krijgen, terwijl deze als lichtreflectie ongewenst is. Dan zijn andere kleuren op wandvlakken soms nodig om het evenwicht te brengen. Het gaat er maar om wat de ruimte nodig heeft om zo reëel mogelijk te zijn. Het komt ook voor, dat aan aantal bouwelementen door de constructie een figuur of rythme vormen, dat zich onnodig opdringt. Dan is het gewenst ze verschillend van zwaarte te maken of verschillend van kleur. De(kleur is dan bijkomstig. i Eppp* Wanneer alles in grijzen is bepaald, dan kan ieder grijs omgezet worden in een kleur met dezelfde lichtreflectie-graad. Heel dikwijls kan de tegenstelling licht - donker iets minder groot zijn als de kleurtegenstelling meewerkt. Dit lijkt me de beste toepassing van kleur in de architectuur. Toch mag men dit geen rulmtekleur-compositie noemen. De kleuren toepassing bij de architectuur uit de stijl-periode moeten beschouwd worden als graden lichtreflecties, maar ook als een middel tot destructie van de ruimte. Een kleur die natuurkundig een reflecteerd iichtoverschot is na de absorbtie van het licht, dat op een materiaal valt, (een deel van het witte licht dus;, wordt door haar eenzijdigheid en begrensde karakteristiek indringender soms op ons gevoel dan wit licht. Men spreekt ook van kleur bekennen, bij mensen die voor een bepaald begrensd begrip uitkomen* Evenals alle kleuren samen kleurloos zijn, komen alle idealen samen in de stilte van de wijze* Bij Mondriaan is b*v. het blanke vlak in een kleurige compositie het hoogtepunt van kleur. In oude schilderkunst is dit ook zo, doch met zo duidelijk, doordat de voorstelling no. 1 is. De blanke hand in de Nachtwacht van EgmbrandJ is het hoogfeèjiunt van het schilderij * Elke kleurnuance heeft haar eigen associatie - wil een kunstwerk een opnieuw scheppen der werkelijkheid zijn, {.wat we op zekere hoogte van elke kunstwerk moeten kunnen verwachten.), dan wordt dit het best bereikt met ruimten, vormen en kleuren die elementair zijn* Elementaire gevoelens hebben relatie met alles, en daarom met niets speciaaii* Ze blijven daarom zonder associaties en zijn dan geen imitaties*