Vraag,. Antwoord. 3e betekenis der sociale ontwikkeling. Het onderzoek naar en de kennis ran de menselijke behoeften breidt zich voortdurend meer uit. Waartoe kan dit tevens leiden? Zn hoeverre ie de architect gerechtvaardigd sociologisch onderzoek te doen met het oogmerk or zijn eigen programma op te stellen? Tot de meer functionele woning. worden de scheppende mogelijkheden van de architect bedreigd door de centralisatie, die nodig is voor het bouwen op grote scheel? Vereist moderne arohiteotuur de werkzaamheid van een enkele overheersende geeet of moet het het product zijn van "team-work"? Koet de architect de achter^ gronden onderzoeken van de wensen, die door het publiek worden uitgedrukt en zichzelf door deze laten beïnvloeden? Indien dit het geval is, moet hij Neen. • dan blzandere aandacht wijden aan timtitt» ie studie ven symbolische en omschrijvende element In de arohiteotuur, onderscheiden van haar abstracte, aesthetische hoedanigheden? In zoverre dat door de vaklieden zou worden verwaarloosd of beïnvloed door politiek. Behoeft niet. Tsam-work, beïnvloed door het wet van enige weinige kunstzinnige ex-J^rimenteurs. Zeker! Se betekenis der aanverwante kunsten. "De verhouding tussen architect, schilder en beeldhouwer". Wat is naar Uw mening de functie van Kunst (schilder- of beeldhouwkunst) bij het ontwerpen van een bouwwerk? De schilder en beeldhouwer heeft in een stijlbegln, als waarin wij leven, e*n aandacht voornamelijk aan eigen schilder- of besldhouw- Is zijn rol een zuiver decoratieve?werk te besteden en in geen geval Indien "ja", waarom? Indien "neen", waarom niet? Bent U van mening, dat een kunstwerk symboliserend de inhoud van een gebouw moet uitdrukken en er de nadruk op leggen? Gelooft U, dat samenwerking tussen architect, beeldhouwer en schilder werkelijk mogelijk is in het huidige stadium van ontwikkeling? Indien "ja", op wat voor gronden? Indien "neen", waarom niet? de inhoud van het gebouw symboliserend uit te drukken* Dt van het gebouw heeft al z*n eigen gezicht (pain de luxe brood) In hst beste geval wordt de bestem* mlng zichtbaar, doch symbool lijkt mij iets als karikatuur. Samenwerking is meer dan anders noodzakelijk, doch op voet van gelijkheid en onafhankelijkheid, Beeldhouwwerk moet in overleg geplaatst worden bij of in de omgeving van of in een gebouw, doch evenmin als de architect z'n gebow zal maken naar aanleiding van het beeldhouwwerk, mag de beeldhouwer z*n beelden maken naar aanleiding
3 3, I» het mogelijk de verloren eenheid te heretellen tussen de drie categorieën? ?an het gebouw» Bvenzo de sohllder - hoe minder hij afhankelijk is van hat bepafcfela gebouw, hoe beter» In een late stijlperiode vleet an da plaetleche kunstna meer samen* De 3 plastische kunsten werken aan hetselfde doel, nl. hat «icht-bare om ons heen te verwezenlijken» de beeldhouwer» de massa door da Vorm de schilder» het vlak Aoo* licht en kleur-refleetle de arohlteot» da ruimte door om- en overspannende oonatruatles» Neen, evenmin ala da architect da oonceptia van het sohllderlj af een plastiek kaa versterken. Heen. 4* Hoe sou volgens Uw maning desa practisohe samenwerking hersteld kunnen worden? a* Hoeten da architect, schiller en beeldhouwer van het eerste begin af samenwerken om zodoende de geeetelljke en emotionele oonoeptie van architectuur te verstaxken? Indien dit > hat geval la, hoe atelt ü sloh daa voor de klaarblijkelijke moellljkhe-' éen te boven te komen, die voortspruiten uit de huidige specialistische opvatting van da 3 categorieën? b. Moet een van de drie categorieën de leiding hebben in deze samenwerking? ' ' o. Of moeten de beeldhouwer en Beeldhouwer an aohlldar maken aalf- f » Wat aoiiACtf 9v mening de rela-«1 ja trü klaar tot to», en | Vsh versof tot "planning*• || a. Welke relatie meet er bestaan tussen «uur ea beeldhouwwerk? 9 » Welke relatie meet er aai* Uw mening lijn tussen de muur en de - schildering! »• xoeten Aa schilder» m heelA-houwvf«Ck nauw betrokken üjn tot Ae muur of zelfs worden opgevat ala-aea.Aeal erranl ptaitB • fpgevat JT ia tegenstelling tat Ai muur? C* Sebt U zelf bepaalAê eigen prlncipce hat maren Sfi accentueren door sohilder- of beélAhouwer? Moet hijvoorbeeld, aa ia tegen-» atellingptot andere perioden, de ggiiiiiip^é^ wanden onaange-?roerd Mij ven en ' slechts de muren sonder ruimtelijke betekenis 3>e kleur, ,die da aChilde* sal| brengen, moet plotural an gaea ar* ehitec tonische beelding aija» Koet nog blijken bij Aa 'ontwikki*. Itng van Aa 3 plastische kunsten -vaal gezamenlijk ezperImeateraa lijkt me Aa ealge manier iets aan alkaar te hebben en vooral bij hat gaven Vaa opdracht Aa beeldhouwer «h Ae schilder geheel vrij laten ia hun wijze van uiten* 'Mm iü &ëdecoree$dworden (aie* c orbusier * & aahUAarlagea la Ff hat huif vaa BadovlAl la l* § öorbusier*® Oeuvres eómpleiesm 'WMïMË Hoe ^«MÉPlW^1^!' houwwexk' zioh verhouden• tat • M' | Ar alanea** en buitenraimte? ; jjg Wat la uw man lag ever het «PT — mlm Ha m hrwp van kleur Vier oriëntatie binnen hat ieietmt jg (b*v.» la hat **eatagoa" gebouw ia $aahiagtoU« waarin 60000 employéee ondergebracht aija, SBHS*1®®* kleigieenia mogelijke! matheie van oriëntatie te zijn) 13* Kan dit gebruik vaa kleur Uit-mgebreid worde*, iet aaa middel tot artiatloke expr saaie? u ebruik van Kleur 3-14 Voor erientatie, waskaar en aader-sohelAlag kaa klaar belangrijke Aleaaien bewijs ca. Hat lijkt sa wal vtaaelljk bepaalde afspraken ever da betekenis van Aeaa kleur entaal ta maken en haal dikwijle aal hat gebruik fan kleuraa op Aaaa wijaa tot varrassend maaia effeo-tan kunnen léfAoa • van artiatiikal Bent U van meaiag* Aat Aaaa miA*ÉÉi#«u*»esqpreasie is hier echter geen delen ontwikkelA zouden moeten | worden tot ian internat!oaal a code vaa tekenat aeala rood en blauw heden tea Aaga gebruikt worden ter onderscheiding van verschltleaae functies vaa kabels, draad aa buiaen? of» meer symbollaoh, zoals hat 1 blauw van Aa maatal Aar Maagd -Maria of hat rood van het ge- / waad van sUifohn in Aa Middel-eeuwae sohllderij en? apr*ke, 2M * strictuur. 15. Bant U van mening, dat de nieuwe Men kaa do nieuwe mater! el en vul»» materialen en nieuwe struotusele f. t©-'beeldend verwerk «n in de arohi» mogelijkheden ten volle beaut| worden sla een kuastsinnig «IV drukklngsmiddel? (bijvoorbeeld» geknikt ea gebogen multiplex, de ayathetieehe materialen ea het gebruik ven hun «oaimWNBdi karakter, en de aieuwe mogelijkheden la hst everepennea vanruimtet) lft fiebralk yya, 16. H*« ken liout gebruikt werden alt een middel tot smotienele expree- teetuur, doch de architect va** «tljdjjt* plastische effecten. De beeldhouwer ken dee© Mi«rl4 I 1 Realiteit wordt slechts dat, wat binnen de sfeer, de aandacht an da maat ran eigen tijd valt - da raat ia verledaa, herinnering} het ligt ln da aohtergrond van ona wordend wereldbeeld. Al tastend zoeken wij de lijn, de kleur, £e klank, bat gevoel, Ae beweging, de smaak, de vorm an da ruimte-maten, die wesanlijk Ae oase sljm Ae aggregatie van het beataaade* *t Zijn de resp. eenzijdige kleur, roxa en ruimte gevoe-llgen, dia alkaar helpen het zichtbare te realiaeran. Va staan duidelijk aan het begin ram een nieuwe levensuiting) hoe meer ons wereldbeeld vaate omtrekken gaat aannemen, des te veelaljdiger da kunstenaars wordenhoe meer Ae kuaatea ln elkaar overgaan, de arohiteotuur wordt schilderachtig de schilderkunst " plastisch de plastiek • gepellgrimeerd Samenwerking tussen desa 5 la ar aq aeer dan ooiti 1 sommige schilderijen werpen raeda nieuw licht op da dingen) sommige arehltectonlsohe werken bepalen sohaal an da plaatlak ontdekt nieuwe waarden aan de maaea. Ik verwaoht vaal vaa experiment er an, al at van te versa vaststellen an vooral geea ontijdig ln elkaar overgaaa forceaan. Da kunst dwingen la het tet onzin aakaa* Vlaag mmmmmmammmÊm Beantwoording Rietveld v Antwoord b. 1* Da betekanle Aer taohnlaohe ontwikkeling a. Beperkt het toenemende ge- ^oorAo kunstenaar zi ja harhal lagaa brulk vaa geprefabriceerde De bouwkunst Snaar sal da herhal las constructie de vrijheid vaa «atet rythme verwerken,. w. de arohiteot ala kunstenaar? Aa^-wk* j-o uvavC^ *x>tyh Wat aljn da biaondara aeathe- Het probleem la da veelheid van de tlecho problemen, dia zloh dalaa te vladen tot eenheid, • aaa de arohiteot voordoea, Ovfrobie». Ha ïoffZ f co»»/o die ontwerpt met standaard- " E -- '--— eenheden? welke functie behoort de arohlteetUef arehlteetaa-ergaalaatle behoort \ te vervuilse bij de staadaarAleatleAe beate aaa te wljzaa ea ale ont-van bouw-beataaddalea door de Re- werpera of advlseura da everbelAe-garing en andere overheldaliehamenïnaatregelf richting te geven. Von A O BiMti< ______n_____. .. - ° ° Hoe kan da arohiteotuur het gevaar van eentonigheid overwinnen als gevolg van het gebruik vaa gestandaardiseerde gebouwen en bouw-onderdelen? Vereist de toepaaalng van ongebruikelijke materialen aan nieuwe standaard ter waardering van #>ohit.eotuur? Zou Ae bestudering en de toe-paps ing van systemen van Proportie, Schaal an Compositie va* waarde kunnen sijn? Evenals vaa één type baksteen aeer versohl11ende hulzen gebouwd kunnen worden, kan dit van andere geetaa-daardlseerde bouweenheden. Zo eek kan da stedafcouwer, bijgestaan door da landaohap-afrehlteot vela aituatAee maken Aoor middel van eenheidshuizen. Vraag. Antwoord. Bo betekenis der sociale ontwikkeling. Hst onderzoek naar en de kennis Tan de menselijke behoeften breidt zich voortdurend meer uit* Waartoe kan dit tevens lelden? In hoeverre is ds architect gerechtvaardigd sociologisch onderzoek te doen met het oogmerk Or zijn.eigen programma op te Worden de scheppende mogelijkheden van de architect bedreigd door de centralisatie, die nodig is voor het bouwen op grote schaal? Vsreist moderne architectuur, de werkzaamheid van een enkele overheersende geest of moet het hst product zijn van "team-werk"? Moet de architect ds achtergronden onderzoeken van de wensen, die door het publiek worden uitgedrukt en zichzelf door deze laten beïnvloeden? Indien dit hst geval is, moet hij dan bizondsre aandacht wijden aan ds studie van symbolische en om-schrijvende element in de architectuur, onderscheiden van haar abstracte, aesthetlschs heden? Tot de meer functionele woning. To muu //^«m. In zoverre zou worden vloed door stellen? Behoeft niet. J 3 3, Is het mogelijk de verloren eenheid te herstellen tussen de drie categorieën? 4. Hoe sou volgens Uw mening dsze practisohe samenwerking hersteld kunnen worden? —- ------ /• a. Ito eten de architect, schil- */ Heen, van het gebouw. Evenzo de schilder - hoe minder hij afhankelijk is van hst bepafcWe gebouw, hoe beter. In een late stijlperiode vloeien de plastische kunsten meer samen» De 3 plastischs kunsten werken aan hetzelfde doel, nl» het aloht-bare om ons heen te verwezenlijken» de beeldhouwen de massa door de vorm het vlak door lloht en kleur-refleetle de ruimte door omen overspannende ,-n , //. construetlee» Tv® * ^ de schildert de architect* J> a» Moeten ae aromteex, boqh- «y n««n, evenmin als de arohiteot de ïer en beeldhouwer van het eer- / conceptie van het schilderij of / i*/ . ste begin af samenwerken om so- } een plastiek kan versterken doende de geestelijke en emo- I n^^aut f^ ^ - fiïll tionele conceptie van architec- ( <4 r** Pc*>"f tuur te versterk»? Indien dit \ pouMfa*.k»" ' O** het geval is, hoe stelt U sioh dan ' voor de klaarblijkelijke moeilijkheden te boven te komen, die voortspruiten uit de huidige specialistische opvatting van de 3 categorieën? ~ b» Meet een van de drie catego- Heem» ' rleën de leiding hebben ln deze samenwerk ing? c. Of moeten de beeldhouwer en de schilder erbij gehaald worden bij de completering van het sch ma, zoals het gebruikelijk was gedurende het verval der architectuur sedert de 19e eeuw? Beeldhouwer sn schilder maken self-standig werk, anders maken se unstnijve: l# _ ^ J etAJt- xeccuur seaexx ae ise oouwi - _ 5» Hoe most deze samenwerking ln de /a-b-c: het ls niet wenselijk, dat praktijk vorm krijgen bij de ver- ( van te voren vast te stellen, even-schillende bouwproblemen? ] min als het wenselijk ls de oonoep- a. Huisvesting Vtie en de aard van een stijl van F. Openbare gebouwen en gebouwen 1 te voren vast te stellen*. . voor bizondere doeleinden* l J,'K^t dJUM-B^Ct. i b^f*^*' Iïegerings- en administratieve / ^ Q/J^Jf^Sitk gebouwen, ( ^ Uu* wmm wESgp m 7. Vat moet aa&r Uw meaiag de rela-tie zijn van kleur tot vorm, en van vorm tot "planning"» 8* Welke relatie meet er bestaan tussen muur an beeldhouwwerk? 9* Walke relatie moet er naar Uw mening zijn tussen de muur en Aa schildering? 10, a* Voeten Aa schilder- ea beeldhouwwerk nauw betrokken aijn tot De kleur,,dle de schilder zal aaa* brengen, moet piotural an gaan architectonische beelding zijn» Koet nog blijken bij de ontwikkeling van de 3 plastische kunsten -veel gezamenlijk experimenteren lijkt me de enige manier iets aan elkaar te hebben en vooral bij het geven van opdracht de beeldhouwer en de schilder geheel vrij laten in hun wijze van uiten* i h«* 9* a«»v u a«u o«ywua« »goa ji^ ^^ j / _ principes hee muren te aooentueren ^ Lt> cJU> teHn^W»*?** yC door sohilAeif*. of beeldhouwer? fatUL* • 6i-U c^etul^^ en y^i Ju* Aa muur of zalfa worden opgevat alt aan Aeal ervaal £Su tu of moeten zij worden opgevat ia tegeaeteillag tot Ae muur? 0* Hebt U zelf bepaalde eigen atelliag tot andere perioden, de voornaamste wanden onaangeroerd blijven an elechta de muren sonder ruimtelijke betekenis gedecoreerd worden (ziel Le Corbusier Va schilderingen in het huli van Badeviei in Le Corbusier*a Oaavree COmpleteaiu YoUXV)? 11« Hoe meet schilder» ea beeld* houwwexfc zich vexfeouden tot Ae binnen- an bultaarulmte? B* 12» Wat la Uw maalag ever hat ga» brulk van kleur voor orleata» tia binnen het gebouw? (b«v*t ln het tt?eatagoa" gebouw ia Washington, waarin 60000 eaplcyéee ondergebracht sija, bleek kleur Ae enig mogelijke methoAe van oriëntatie te zijn) 13* Kaa Alt gebruik vaa kleur uit-gebreid wordaa tot eea middel tot artletieke exprossie? »- L T ? v-*-* ff!*} / ?oor orieatatla, verkeer en onder-soheldiag kaa kleur belangrijke dlanstaa bewijzen. Het lijkt me wel wenaelljk bepaalde afspraken over de betekenis van deza kleuren-taal te maken en heel dikwijle zal het gebruik van kleuren op deze wijze tot verrassend mooie effeo-ten kunnen lalden - van artistieke 14* Bent U van menlag, dat deze midéJftjkMur-estpreaBle ls hier echter geen delen ontwikkeld souden moeten aptiriEe» . h* o^iwLakow, h Rc., o^L I o€6h Hstgsbrulk van materiaal on structuur. pm p—-—"rjr^- ^Ti ILI I,** iri . I J. 15. Bent U. van mening, dat de nieuwe materialen en nieuwe structurele Ü mogelijkheden ten rolle benut wordsn alb een kunstzinnig uit- I drukkingsmiddel? (bijvoorbeeld: geknikt en gebo- f gen multiplex, de eynthetleohe materialen en het gebruik ven htm contrasterends karakter, en de nieuwe mogelijkheden in het overspannen ven ruimte?) • Het gebruik ven licht. 16* Hoe kan licnt gebruikt worden als sen middel tot emotionele expres- Men kan de nieuwe materialen ruiate-beeldend verwerken in de arehi» tectuur, doch de architect ver* mijd^e plastische effecten* De beeldhouwer kan dese materialen eok gebruiken bij plaetieehe en» pressies, dooh hij vermijde hierbij in prlnolpe constructieve effecten* Al wat vaetgelegd wordt over de weneelljke verhouding van areh* beeldhouwnam en eohildexkunet maf nooit de vrije ontplooiing ver* hinderen. Sen theoretische beeohouwlag (ever het alehtbare der plaetieehe koneteè slotniet uitsluitend ter voldoen ingsou eigenlijk moeten beginnen met een besohouwlng over het liehf aan functionele eleen? 17. Hoe kunnen wij gebruik maken van de vele mogelijkheden, die ona hedon ter beschikking staan om het natuurlijk lioht tot effeot te brengen? (kleur b.v** licht) Daar de architectuur het uitgange-punt was, waarbij de hoedanigheid der ruimte het voomaamete deal. ia en bij de beech* der ruiate behalve JË^i exterieur van jge£ouwer^? het zichtbare e*a* eek het gehoor b.y.ihet spel van licht op d"ê gewaiJbtaxg en het gevoel belangrijk ia welfde gevele van de late barok- (accouetiek, warmte- en voehtêgeh.) kerken, en als hedendaagse oplos- is het uit pree tl scha overweging sing in het effeot, dat bereikt niet verkeerd om ket aohter aan wordt met gebruik van "zonneeoher- te laten konen - de beeehouwiag men1* ("Brise-eoleile") aan hat ge- over het lloht blijft echter veer bouw van het Ministerie van Opvoe- de plaetieehe kunsten primair* ding in Rio de Janslre* b* Injde inwendige ruimte^, (ale bij d¥ Toêpaeïing van~Pyr€tx glas In Wright *s Johnson ?/ax Factory, Raoine) om een bisoudere soort van verspreide Verlichting te bereiken» 18* Hoe kunnen wij gebruik maken van de vele mogelijkheden van kunstmatigs verlichting? a. in de ruimte__buiten? (b.v.: in het" gebruik* van" elkaar kruisende lichtbundels, geprojecteerd vanuit het geperforeerde dak ven Fr .L.wright1 s Community Church, Kansas City) b. in_de inwendige ruimte? (zoals met gebruik van iTcEïToor-latende materlal mi en weerkaatsend e vlakken aangebracht aan plafonds, enz*) t 1P Licht wordt eichtbaar door refleetla 't Ie dua de lichtreflectie, dia ve* het aiohtbare beslissend la* len wond ie dus behalve ruimte» begrenzing voornamelijk lloht» reflectie* Bn de tegenstelling open- dleht in de arohiteotuur is thsoretiech de tegenetelllng licht » donker aa de kleurtegenetelllngen velgen ea* middelijk hieruit, zodat het alat te verwonderen is, dat het picturale dikwijle een grote rol «TT"»t sou gaan spelen, indien niet da functionele eleen de architectuur ^ïeer op de voorgrond hielden* Zn drohiteotuur,ale kunstuiting, dus als verwezeliJking van het ruimtelijk bestaands, zal het lloht» effeot primair sijn en de genoemde voorbeelden in 17a-b en 18a-b aijn teken and hiervoor* *•!. ie een zeer bslengrijke opgave van ds Ciaa gelegen in het over-zloht hebben en richting aanwijzen*