In 2017 wordt Bart Rutten artistiek directeur van het Centraal Museum Deze afgelopen vijf jaren werden gekenmerkt door ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen, van Black Lives Matter tot covid-pandemie. Welke reacties zijn te ontwaren in het (verzamel)beleid van het museum?

In deze blog analyseert Catharina van Daalen, bibliothecaris van het museum, hoe het museum met aanwinsten en tentoonstellingsprogramma reageert op de sterk veranderende samenleving. En geeft ze een overzicht van de meest opvallende aanwinsten van de afgelopen vijf jaar.

De collectie als caleidoscoop

Het museum vindt het belangrijk om te reageren op maatschappelijke tendensen en om verbinding te zoeken met publiek dat minder snel een museum bezoekt. De brede en grillige collectie van het Centraal Museum ziet de kersverse artistiek directeur als caleidoscopisch geheel, dat ingezet kan worden om meerstemmige verhalen te vertellen. Over het verzamelbeleid en tentoonstellingsprogramma zegt hij in 2017: ‘We tonen kunst die prikkelend is, die bezoekers uit hun comfort zone trekt en aanzet tot reflectie en discussie. Het resultaat: een ‘brutaler museum’.’

Met zijn eerste verwerving laat Rutten zien dat hij dicht op de actualiteit wil zitten: het spandoek met een huilende nijntje, gemaakt door FC Utrecht-fans ter gelegenheid van het overlijden van Dick Bruna. Dit eerbetoon onderstreept hoezeer Bruna verbonden is met de stad. Door de aanwinst toont het museum dat ook recente Utrechtse geschiedenis onderdeel is van de collectie.

Aanwinst: Spandoek met huilende nijntje
Aanwinst: Spandoek met huilende nijntje, schenking 2017. Foto: Marlot van den Berg/DUIC

Diversiteit

Uit onderzoek van Metropolis M, een tijdschrift over hedendaagse kunst, blijkt dat het verzamelen van kunstwerken van kunstenaars met een niet-Westerse achtergrond, van Nederlandse kunstenaars met diverse culturele achtergronden en van vrouwen/non-binaire kunstenaars bij veel Nederlandse musea een aandachtspunt is geworden.

Het Groninger Museum paste al in 1980 hun aankoopbeleid aan. Het Drents Museum maakte een inventarisatie van hiaten in vrouwelijke kunstenaars. Museum Het Valkhof gaat bewust op zoek naar meerstemmigheid, Museum Arnhem koopt divers aan en Museum de Fundatie werkt aan de disbalans in de collectie.

Hoe de inclusie van diverse makers binnen het Centraal Museum vorm krijgt, formuleert Bart Rutten in 2017 zo: ‘Enerzijds vertrekken we vanuit Utrecht, de analyse van de bevolkingssamenstelling van de stad en vanuit deze herkomst programmeren en verzamelen we, anderzijds zoeken we naar de lijnen die te trekken zijn vanuit de collectie, de reeds aanwezige kunst van kunstenaars met een niet-westerse achtergrond.’

In 2020 en 2021 waren de aanwinsten van het Centraal Museum voor 51% gemaakt door vrouwelijke of non-binaire kunstenaars - bij aankopen ligt dit nog beduidend hoger - en 15% door makers met een niet-westerse achtergrond of identiteit. Sinds 2017 wordt nadrukkelijk meer werk verzameld van kunstenaars met een niet-west-Europese of Noord-Amerikaanse achtergrond en ook van vrouwelijke kunstenaars.

Het Centraal Museum staat aan de wieg van het platform Musea Bekennen Kleur, een samenwerkingsverband waarin musea kritisch naar zichzelf en naar hun publieksdoelen leren kijken.

Tentoonstelling MOED: wat niet gezien wordt, 2019.
Tentoonstelling MOED: wat niet gezien wordt, 2019.

In 2019 openen gelijktijdig twee tentoonstellingen: MOED: Wat niet gezien wordt en Joyce Vlaming: Act II, 12 portraits. Het museum werkt daarvoor samen met MOED, Museum of Equality and Difference, de cultuurkritische onderzoeksgroep van Gender Studies aan de Universiteit Utrecht. Deze samenwerking opent een mogelijkheid om nieuwe perspectieven te onderzoeken binnen de kunstcollectie van het museum. Joyce Vlaming toont tegelijkertijd haar project om de zwarte ‘bijfiguren’ uit historische 17de- en 18de-eeuwse schilderijen naar voren te halen door uitvergrote foto’s. Ze stelt vast dat veel van de zogenaamde bijfiguren historisch bestaande personen voorstellen, van wie zij in haar onderzoek de identiteiten probeert vast te stellen.

Iris Kensmil schildert in opdracht van het museum een portret van de activiste Sojourner Truth. Ook een schilderij van Nola Hatterman wordt aangekocht: Piëta of Kruisafname van de zwarte Jezus . Deze aanwinsten worden mede mogelijk gemaakt door steun van het Mondriaan Fonds.

Aanwinst: Iris Kensmil, Sojourner Truth, 2018.
Aanwinst: Iris Kensmil, Sojourner Truth, 2018.

In het tentoonstellingsprogramma wordt blijvend aandacht gevraagd voor een bredere blik op de geschiedenis, zoals in Voices of Fashion waarbij onderzocht wordt hoe de gevolgen van het koloniale verleden ook doorwerken in de modewereld. Uit deze tentoonstelling komen ruim twintig aanwinsten.

Tentoonstelling: Voices of Fashion, 2021.
Tentoonstelling: Voices of Fashion, 2021.

Van lokaal tot globaal

In programma en verzamelbeleid komen lokale en internationale kunstenaars beiden tot hun recht. In het Utrecht Lokaal zijn ieder jaar meerdere presentaties van kunstenaars uit de regio te zien. Er wordt consequent werk van Utrechtse kunstenaars aan de collectie toegevoegd.

Tentoonstelling in het Utrecht Lokaal: Andere geschiedenis volgens Dirkje Kuik en Philipp Gufler, 2020.
Tentoonstelling in het Utrecht Lokaal: Andere geschiedenis volgens Dirkje Kuik en Philipp Gufler, 2020.

In de laatste ruimte van de tentoonstellingsvleugel introduceert Rutten De Annex, waar een internationaal bekende hedendaagse kunstenaar reflecteert op de grote tentoonstelling van dat moment. Ook de kunstwerken uit de Annex worden regelmatig aangekocht.

Tentoonstelling in de Annex: Tabitha Rezaire, 2021.
Tentoonstelling in de Annex: Tabitha Rezaire, 2021.

Tentoonstelling in de Annex: John Akomfrah, Five Murmurations, 2022.
Tentoonstelling in de Annex: John Akomfrah, Five Murmurations, 2022.

Zo koopt het museum in aansluiting op de tentoonstelling De Tranen van Eros een unieke versie van het digitale werk Dream Journal van Jon Rafman. Na de tentoonstelling De Botanische Revolutie wordt de immersieve installatie van Persijn Broersen en Margit Lukacs onderdeel van de collectie .

Overzicht van belangrijkste aanwinsten

De artistiek directeur is verantwoordelijk voor het verzamelbeleid, maar het team van conservatoren draagt aanwinsten aan voor de eigen deelcollecties.

In de periode 2017-2021 worden er ruim duizend werken toegevoegd aan de museumcollectie, waarvan een kleine tweehonderd direct aangedragen zijn door Rutten. De grootste bijdrage van Rutten is het organiseren van bruiklenen uit de collectie van Pieter en Marieke Sanders en de Collectie Wildenberg.

Kunst tot 1850

Op initiatief van senior conservator Liesbeth Helmus zijn indrukwekkende kunstwerken aangekocht. Door de steun van Vereniging Rembrandt en een trits andere fondsen kon Het Godenbanket, een schilderij op koper van Joachim Wtewael, gekocht worden. Deze Utrechtse maniërist is wereldberoemd om zijn werken op koperen ondergrond. De aankoop was de duurste ooit in de geschiedenis van het museum.

Aanwinst: Joachim Wtewael, Het Godenbanket, ca. 1601-1603.
Aanwinst: Joachim Wtewael, Het Godenbanket, ca. 1601-1603.

Kruisdraging, een schilderij van David de Haen en Dirck van Baburen kon worden aangekocht. Het werk is oorspronkelijk voor een kerk in Rome gemaakt. Uit dezelfde kerk is al een topstuk in de collectie van het museum, de Graflegging van Dirck van Baburen.

In 2020 lukte het om met de steun van vele partijen Granida en Daifilo aan te kopen, een gesigneerd en gedateerd werk gemaakt door van Dirck van Baburen in opdracht van de Utrechtse edelman Pieter van Hardenbroeck.

Een genereuze bijdrage over meerdere jaren voor Utrechtse aankopen van de John en Marine Fentener van Vlissingen Art Foundation heeft het mogelijk gemaakt om als eerste Het offer van Job van Hendrick Bloemaert te kopen, dat hij schilderde voor het Jobs-gasthuis in Utrecht. Uit dit fonds kunnen nog meer oude meesters aangekocht worden.

Moderne en Hedendaagse Kunst

Conservatoren moderne kunst Marja Bosma en hedendaagse kunst Laurie Cluitmans hebben, vaak in samenwerking met Bart Rutten, honderden kunstwerken aan de collectie toegevoegd.

Om de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke makers in de collecties verder in te lopen, werden veel werken van kunstenaressen verzameld. Een tulpenbladcollage van Jennifer Tee die werd aangewonnen uit de tentoonstelling ‘De botanische revolutie’ refereert zowel aan koloniale wortels en het Nederlandse nationale zelfbeeld, als aan de huidige migratieproblematiek. Met werken van de Franse Pauline Curnier Jardin, de Griekse Janis Rafa, de Belgische Sanam Khatibi en de Zuid-Afrikaanse Lungiswa Gqunta, wier werken op tentoonstellingen te zien waren of in de nabije toekomst getoond worden, wordt de internationale lijn vanuit het programma verder uitgebouwd. Bijzonder is ook de grote schenking van een betrokken particulier van zes werken van de Zwitserse Miriam Cahn, die internationaal sterk in de belangstelling staat.

Met in het vizier een tentoonstelling in 2024 over hyperrealisme, een belangrijk cluster in de collectie van het Centraal Museum – die nu bestaat uit bijna enkel witte mannelijke kunstenaars – is het werk van Alida Ymele (1994) verworven. Dit werd mogelijk in nauwe samenwerking met het team van Sonsbeek waar haar werk voor het eerst in Nederland te zien was.

Werk in opdracht

Binnen de deelcollectie hedendaagse kunst worden veel opdrachten toegekend en samenwerkingsverbanden aangegaan. Madelon Hooykaas werkte samen met de stercomponist Louis Andriessen aan een installatie waarin het contrast tussen lokaliteit en universaliteit wordt uitvergroot. Sander Breure en Witte van Hulzen maakten een eigen verslag van de collectieve performance What Is the City but the People?, naar een idee van de Britse kunstenaar Jeremy Deller, die het Centraal Museum organiseerde samen met BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht en SPRING Performing Arts Festival. Patricia Kaersenhout leverde een visie op de onzichtbaarheid van vrouwen in het koloniale verleden met de serie prenten Of Palimpsests and Erasure.

Aanwinst: Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021.
Aanwinst: Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021.

Vanuit de speciale aandacht in het Centraal Museum voor Utrechtse kunstenaars werden kunstwerken aangekocht die de wortels met de stad versterken, zoals Natalia Ossef, Roland Sohier, Jasper Hagenaar, Britt Dorenbosch en Rob Hornstra. Eveneens werden er werken verworven met Utrechters zelf als thema, van onder anderen Kees Wennekendonk en Erik Suidman.

Gezamenlijke aankopen

Het Centraal Museum streeft ernaar jaarlijks een majeure aankoop te doen uit de recente kunstgeschiedenis. In de afgelopen periode zijn tot nog toe drie grote aanwinsten mogelijk geworden. Hierbij is samengewerkt met het Stedelijk Museum Amsterdam, Van Abbemuseum en Frans Hals Museum. De aankopen werden ondersteund door vele fondsen. Het Centraal Museum kijkt hierbij vanuit een breed perspectief op het culturele erfgoed naar de samenstelling van de Collectie Nederland en strijdt voor het gezamenlijk aanwinnen van belangrijke kunstenaars wiens werk voor individuele musea te kostbaar zou zijn.

Aanwinst 2018: General Idea (Felix Patz, Jorge Zontal, AA Bronson), Aids Wallpaper, 1990, gezamenlijke aankoop met Stedelijk Museum Amsterdam, aankoop met steun van de Vereniging Rembrandt.

Aanwinst: General Idea, Aids Wallpaper, 1990.
Aanwinst: General Idea, Aids Wallpaper, 1990.

Aanwinst 2018: Melanie Bonajo, Progress vs Regress, 2016, gezamenlijke aankoop met het Frans Hals Museum, aankoop met steun van het Mondriaan Fonds.

Aanwinst 2018: Melanie Bonajo, Progress vs Regress (videostill), 2016.
Aanwinst 2018: Melanie Bonajo, Progress vs Regress (videostill), 2016.

Aanwinst 2021: Patricia Kaersenhout, Guess who's coming to dinner too?, 2021, gezamenlijke aankoop in samenwerking met Stedelijk Museum, Van Abbemuseum en Frans Hals Museum met steun van Vereniging Rembrandt (mede dankzij de jaarlijkse bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds, haar Titusfonds en haar Desirée Lambers Fonds) en het Mondriaan Fonds, het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed.

Aanwinst: Patricia Kaersenhout, Guess who's coming to dinner too?, 2021.
Aanwinst: Patricia Kaersenhout, Guess who's coming to dinner too?, 2021.

Vormgeving

Natalie Dubois, conservator toegepaste kunst en Rietveld Schröderhuis, breidde de museumcollectie uit met ruim honderd (kunst)objecten in de genoemde periode.

Het Centraal Museum is sterk geïnteresseerd in vormgeving die zich nestelt tussen de linies van de deelgebieden. Meest in het oog springende voorbeelden hiervan zijn de werken van Ryan Gander, Simon Starling en Superflex: internationaal toonaangevende kunstenaars die ontwerpen van Rietveld als uitgangspunt nemen en ons met een nieuwe blik naar diens bekende oeuvre laten kijken.

Stoelen zijn een focuspunt in de collectie. Het aangekochte afstudeerwerk van Anna Aagaard Jensen is inmiddels bijna iconisch. Haar ontwerp A Basic Instinct, dat zowel als stoel en als sculptuur beschouwd kan worden is een van de eerste werken waarin vormgeving radicaal stelling neemt op het gebied van genderdiversiteit.

Aanwinst: Anna Aagaard Jensen, A Basic Instinct, 2018.
Aanwinst: Anna Aagaard Jensen, A Basic Instinct, 2018.

Een belangrijke aanwinst is de stoel Ore Stream van Forma Fantasma, die hoge ogen gooide tijdens de Salone 2019 in Milaan. Dit voorbeeld van social design/waste system is vervaardigd uit ongebruikte, dus voor niets geproduceerde mobiele telefoons. Deze stoel wordt nu al gezien als een icoon van toenemende duurzaamheid in hedendaagse ontwerp.

Daarnaast werden werken aangekocht van Dirck van der Kooij, die de overproductie van vormgeving en mode bekritiseert, en daarmee past bij aanwinsten van modeontwerper Duran Lantink, die werkt met overgebleven materialen uit de mode-industrie.

De collectie Droog werd aangevuld met een aantal objecten, zodat de collectie nu wereldwijd de grootste is. Het geeft een goed overzicht van vrijwel alle projecten waar Droog als designpromotor aan meedeed tijdens de Salone in Milaan van de afgelopen vijfentwintig jaar. Ontwerpen van o.a. Christien Meindertsma, Jan Rothuizen, studio Mario Maeda werden toegevoegd waarmee deze cluster voor de Nederlandse designgeschiedenis is vastgelegd en, aangezien het collectief niet meer in die vorm bestaat, ook is afgerond.

Mode

Conservator Ninke Bloemberg zette de lijn voort van het aanwinnen van interessante jonge ontwerpers die werken op de snijlijnen van mode, toegepaste kunst en maatschappijkritische beeldende kunst, met zo’n tweehonderd nieuwe ontwerpen.

Een bijzonder project dat zich tussen beeldende kunst en mode bevindt, is de videofilm en jurk van Roy Villevoye en Jan Dietvorst. Dit project dat samen met het Museum Catharijneconvent werd verworven, toont op innemende wijze de betekenis van een ‘susterhabijt’ op missie in Papua-Nieuw-Guinea.

De grenzen tussen mode en andere disciplines lijken verder te vervagen: mode wordt steeds meer ingezet om stelling te nemen en maatschappijkritische kwesties aan te kaarten. Ronald van der Kemp is hierin een voorbeeld, zijn iconische Flag jeans werden verworven. De aanschaf van de wereldberoemde Vaginabroek van Duran Lantink,  gedragen door Janelle Monae, was aanleiding Lantink de ruimte te geven voor een eigen tentoonstelling.

 Tentoonstelling: Duran Lantink: Old Stock, 2019.
Tentoonstelling: Duran Lantink: Old Stock, 2019.

Uit diverse andere presentaties en tentoonstellingen in het Centraal Museum worden ontwerpen van (inter)nationaal bekende modeontwerpers opgenomen in de collectie, zoals Mattijs van Bergen, Jan Taminiau, Helmut Lang en Martin Margiela.

Ook voor de modecollectie geldt dat de verbinding tussen Utrecht en de wereld eromheen steeds in het oog gehouden wordt. Van de jonge Utrechtse ontwerper Tess van Zalinge werd werk aangekocht waarin een combinatie van technische innovaties en klassieke technieken wordt toegepast.

Rondom de tentoonstelling Voices of Fashion werden ruim twintig ontwerpen opgenomen in de collectie, waarmee de vertegenwoordiging van de niet-Westerse modeontwerpers een positieve impuls kreeg.

Bruna

De collectie Bruna neemt een bijzondere plaats in omdat zij voor het overgrote gedeelte bestaat uit langdurige bruiklenen van uitgeverij en rechtenbureau Mercis bv, die de nalatenschap van Dick Bruna beheert en waarborgt. Ondertussen voegt conservator Yolanda van der Berg aanwinsten toe aan de museumcollectie, die de presentatie van het werk van Bruna, zowel in het Centraal Museum als in het nijntje museum, kan versterken. Meer dan honderd ontwerpen, vooral boeken en drukwerk, vonden hun weg naar het museum tussen 2017-2021.

Aanwinst :Dick Bruna, Affiche Neem liever een zwárte beer, 1969.
Aanwinst :Dick Bruna, Affiche Neem liever een zwárte beer, 1969.

Stadsgeschiedenis

René de Kam is conservator stadsgeschiedenis, en werkzaam als coördinator publieksbereik Erfgoed bij de Gemeente Utrecht. Deze combinatie betekent dat hij zowel een hele brede als diepe kennis heeft van het Utrechtse erfgoed, waarop hij nieuwe aanwinsten kan afstemmen.

De periode 2017-2021 zag een aantal overdrachten van langdurige bruiklenen, die als schenking werden opgenomen in de deelcollectie, van onder andere munten, bouwfragmenten en zogenaamde roerende kerkgoederen. Daarnaast kwam enkele bijzondere voorwerpen naar het Centraal Museum, zoals sleutelbossen van de Domtoren uit het begin van de twintigste eeuw, afkomstig uit het bezit van de zoon van de toenmalige torenbeheerder.

Een grootse aanwinst binnen de deelcollectie was een schilderij van Lambert de Hondt II over het beruchte rampjaar 1672.

Aanwinst:Lambert de Hondt II, De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, 1672.
Aanwinst:Lambert de Hondt II, De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, 1672.

Kruisbestuiving met de andere deelcollecties leidde tot opdrachten zoals het schilderij De Nieuwkomers van Jan van de Pavert van de bewoners van Kanaleneiland en het kritische video-essay van Zachary Formwalt dat de geschiedenis van Hoog Catharijne aan de kaak stelde.

Heropening collectiepresentatie in 2023

Het Centraal Museum blijft actief in het aantrekken van spraakmakende kunstwerken. Zo komen er aanwinsten aan van Polly Apfelbaum, Stéphanie Saadé en Kerstin Brätsch, en is het eerste NFT-kunstwerk in de collectie, gemaakt door Stephan Duquesnoy, inmiddels een feit. De meest recente aanwinst waarin thema’s zoals oorlog, gedwongen migratie en de #MeToo-beweging terug zijn te zien, is een serie werken van kunstenares Miriam Cahn, aangekocht met behulp van een particuliere schenker.

De aanwinsten van een museum weerspiegelen altijd in zekere mate de tijdgeest. De afgelopen vijf jaren is er nadrukkelijk door Bart Rutten én de conservatoren ingespeeld op courante ontwikkelingen. Er zijn kunstwerken verzameld van overwegend vrouwen en mensen met een niet-Europese achtergrond, die bovendien reflecteren op politieke en maatschappelijke verschuivingen. Veel van de nieuwe aanwinsten zullen voor het eerst te zien zijn in de nieuwe collectieopstelling die opent in 2023. In deze nieuwe opstelling worden meerstemmige verhalen verteld, in plaats van een traditionele kunsthistorische lijn uit te zetten. De inzet is dat de collectie daarmee toegankelijker en aantrekkelijker wordt voor álle bezoekers.

Verder lezen

Voor een compleet overzicht van beleidsstukken en overzichten van alle aanwinsten, ga naar Beleidsstukken en jaarverslagen.