Voor de tentoonstelling De botanische revolutie maakte Patricia Kaersenhout Of Palimpsests & Erasure. Dit werk gaat over Kaersenhouts onderzoek naar de achttiende-eeuwse Surinaamse vrouwen die een wetenschapper hebben geholpen bij haar onderzoek. Deze wetenschapper was Maria Sibylla Merian: bekend om haar onderzoek naar en illustraties van Surinaamse insecten en planten.

In deze blog beschrijft Eva Burgering hoe Merian in haar eigen tijd en in de onze wordt gezien en gewaardeerd en hoe Kaersenhout de anonieme Surinaamse vrouwen achter Merian een gezicht geeft.

Twee portretten van Merian

Halverwege de achttiende eeuw maakte de Nederlandse graveur Jacob Houbraken (1698-1780) dit portret van de Duits-Nederlandse kunstenaar en entomoloog (insectenkenner) Maria Sibylla Merian (1647-1717). Merian is afgebeeld als een typische, succesvolle Europese natuuronderzoeker: achter haar staan boeken, een wereldbol, een schrijfveer en inkt. Ze wijst naar een plant en een vlinder, die symbool staan voor haar grootste bijdrage aan de entomologie (insectenkunde): het boek Metamorphosis Insectorum Surinamensium. Haar werk en carrière staan duidelijk op de voorgrond in dit portret.

Portretgravure van Maria Sibylla Merian
Jacob Houbraken (prentmaker) en Georg Gsell (naar schilderij van), Portret van Maria Sibylla Merian, 1708-1780, gravure. Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Een heel ander type portret staat in de na haar dood verschenen editie van Metamorphosis, uit 1719. Hier is Merian afgebeeld als moederfiguur, omringd door kinderen. Haar vrouwelijke aantrekkelijkheid en bescheidenheid voeren de boventoon. Merians boek ligt open op de grond in de hoek, de kinderen spelen met insecten alsof het speelgoed is. Niet haar wetenschappelijke verdiensten, maar haar rol als moeder en vrouw zijn hier benadrukt, zoals de achttiende-eeuwse samenleving van een vrouw verwachtte.

Illustratie uit Dissertatio de generatione et metamorphosibus insectorum Surinamensium, 1719 (Amsterdam: J. Oosterwyk). Beeld via Christie’s.
Maria Sibylla Merian, Dissertatio de generatione et metamorphosibus insectorum Surinamensium, 1719 (Amsterdam: J. Oosterwyk). Afbeelding: Christie’s.

De twee portretten laten zien dat ondanks haar wetenschappelijke prestaties in een door mannen gedomineerde wetenschapswereld, Merian niet geheel wist te ontsnappen aan de gendernormen van haar tijd.

Ook nu nog zijn er verschillende visies op Merians verdiensten. Enerzijds wordt Merian gezien als een invloedrijke natuuronderzoeker en een ‘sterke vrouw’ uit de geschiedenis. Anderzijds is er kritiek op haar - minder bekende - status als slavenhouder.

Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021.
Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021

Kunstenaar Patricia Kaersenhout (1966) zoomt in op deze verschillende perspectieven. In haar nieuwe serie tekeningen Of Palimpsests and Erasure toont ze de complexe verwevenheid tussen migratie, kolonialisme en heersende gendernormen in de tijd van Maria Sibylla Merian.

De tijd van classificering en ordening

Op 52-jarige leeftijd reisde Merian met haar dochter naar Suriname, waar ze werkte aan haar Metamorphosis. In dit boekwerk op groot formaat bracht Merian Surinaamse insecten en hun gedaantewisseling in kaart. Het boek is geïllustreerd met zestig met de hand ingekleurde kopergravures en verscheen voor het eerst in 1705. Ruim een halve eeuw vóór het veel bekendere Species Plantarum van Carl Linnaeus, dat gezien wordt als de start van systematische naamgeving van planten. Merians opmerkelijke reis en haar bijzondere botanische werk bezorgden haar internationale bekendheid.

Merian en Linnaeus leefden in de tijd van de Verlichting, waarin de classificering en de ordening van de wereld belangrijker waren dan ooit. Europese wetenschappers in de achttiende eeuw waren gefascineerd door logica en rationaliteit als een manier om de wereld te begrijpen. De Verlichtingswetenschap baseerde zich op het idee dat de gehele wereld te reduceren is tot hiërarchische categorieën binnen een systeem van kennis en macht.

‘Vrouwenkennis’

De classificeringssystemen achter deze categorieën, waaronder de taxonomie van Linnaeus, zorgden naast een ordening van de wereld ook voor een versterking van het binaire man-vrouw denken in de achttiende eeuw. Mannen werden gezien als verstandelijk en rationeel, vrouwen als emotionele wezens die niet in staat waren om objectief te redeneren.

Wetenschappen die werden beschouwd als ‘vrouwenkennis’, zoals kruidengeneeskunde, werden afgedaan als onbetrouwbaar. Het was voor vrouwen in de Verlichting hierdoor moeilijk om door te dringen tot de professionele wetenschap.

Maria Sibylla Merian, Plaat 45 uit Metamorphosis Insectorum Surinamensium, 1705, tekening in waterverf. Collectie Universiteit Utrecht.
Maria Sibylla Merian, Plaat 45 uit Metamorphosis Insectorum Surinamensium, 1705. Collectie Universiteit Utrecht.

De pauwenbloempassage


Merian wordt vaak geroemd om het feit dat zij als vrouw de heersende sociale gendernormen wist te omzeilen en carrière wist te maken als wetenschapper in een mannenwereld. Haar opvattingen over wat vrouwen konden en mochten, leken voor haar tijd ruimdenkend te zijn. In de Metamorphosis, bij de illustratie van de pauwenbloem, schrijft Merian: “De Indianen, die niet goed behandeld worden als ze bij de Hollanders in dienst zijn, drijven daarmee hun kinderen af omdat ze niet willen dat hun kinderen slaven worden zoals zij. De zwarte slavinnen van Guinea en Angola moeten al heel huiselijk behandeld worden of ze begeren geen kinderen in deze slaafse staat en krijgen er ook geen. Ja, ze brengen soms zichzelf om het leven vanwege de gewoonlijke harde behandeling die men hen aandoet want ze zijn van mening dat ze in het land van hun vrienden weer in een vrije staat zullen herboren worden, zoals ze me uit hun eigen mond verteld hebben.”

In deze tekst, ook wel bekend als de pauwenbloempassage, beschrijft Merian hoe de tot slaaf gemaakte vrouwen op de plantage in Suriname de pauwenbloem als abortusmiddel gebruikten om hun ongeboren baby’s te behoeden voor het slavenbestaan.

In 1997 schrijft Sybe Rispens in dagblad Trouw: “De uitvoerige aantekeningen die Maria Sibylla maakt, beperken zich niet alleen tot de insectenwereld. Ze heeft ook een scherp oog voor de sociale misstanden van de slavernij. In een van haar notities maakt ze er melding van met welk kruidenmengsel de als slaven gehouden vrouwen hun kinderen aborteren, zodat die niet de brutaliteiten van de Nederlanders hoeven te doorstaan.”

Zo wordt de pauwenbloempassage vaker uitgelegd: als teken van Merians empathie. Tegelijkertijd wordt de passage gelezen als een bevestiging van het feit dat Merian zelf ook tot slaaf gemaakten inzette voor haar werk. Dit blijkt ook uit andere passages van Metamorphosis, waarin zij beschrijft hoe zij mannen en vrouwen het dichtbegroeide oerwoud instuurt om planten voor haar te verzamelen. Daarnaast leerde Merian veel over planten en kruiden van de tot slaaf gemaakte mensen en van de oorspronkelijke bewoners van Suriname, mondeling overgedragen kennis die onmisbaar was voor haar boek.

Merian ontvoert een vrouw naar Amsterdam

Hoewel Merian dus zelf de normen over het vrouw-zijn wist te verbuigen, had ze tegelijkertijd een rol in de onderdrukking van tot slaaf gemaakte mannen en vrouwen. Ze ging daarin zo ver dat ze een van de Surinaamse vrouwen, door Merian ‘mijn Indiaan’ genoemd, ontvoerde. De vrouw stond anoniem geregistreerd op de passagierslijst van het schip naar Amsterdam, ze reisde met Merian van Suriname terug mee naar Nederland. Wat er na haar aankomst in Amsterdam met deze vrouw is gebeurd, is helaas onbekend.

Erkenning van Merians veerkracht als vrouwelijke wetenschapper, vereist daarom ook dat we haar zien als een actieve deelnemer in een koloniale slaveneconomie en als manager van tot slaaf gemaakte mensen.

Of Palimpsests and Erasure

De onbekende identiteit van de vrouwen die Merian hebben geholpen met haar onderzoek, waaronder de ontvoerde vrouw uit Suriname, zette kunstenaar Patricia Kaersenhout aan tot het maken van een nieuw werk: Of Palimpsests and Erasure.

Patricia Kaersenhout, Objects of Love and Desire: Una Marson, 2019, © Tor Jonsson, courtesy Wilfried Lentz Rotterdam.
Patricia Kaersenhout, Objects of Love and Desire: Una Marson, 2019, Foto: Tor Jonsson, courtesy Wilfried Lentz Rotterdam.

Kaersenhout is al langere tijd geïnteresseerd in Maria Sibylla Merian en haar rol in de koloniale geschiedenis. Zo maakte ze in 2019 een serie van vier textielen, Objects of Love and Desire. De doeken beelden vier Zwarte vrouwen af: Una Marson, Solange Fitte-Duval, Eslanda Robeson en Amy Garvey. Deze onderzoekers, journalisten, dichters en activisten zijn allemaal van Caribische afkomst en hebben wereldwijd invloed gehad. Ze hebben hun leven gewijd aan het bestrijden van racisme, armoede en ongelijkheid, maar nemen desondanks geen prominente plekken in de geschiedenisboeken in. Kaersenhout beeldt deze vrouwen af als helden, in de beeldtaal van Chinese propagandaposters, en te midden van de botanische illustraties van Merian.

Een ode aan de vergeten vrouwen

Oorspronkelijke bewoners van Suriname, Zwarte vrouwen en Javaanse vrouwen: deze vrouwen hielpen Merian met het onderzoek dat haar beroemd maakte. Toch zijn de vrouwen geen onderdeel van het collectieve geheugen, zoals Merian dat zelf wel is. Met Of Palimpsests and Erasure eert Kaersenhout daarom de vrouwen die verbonden zijn aan Merians tekeningen, maar gewist zijn uit de geschiedenis. Deze vrouwen waren mensen met gevoelens, dromen en een schat aan kennis over planten en hun geneeskrachtige werking.

Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021.
Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests and Erasure, 2021

Kaersenhout eert hen met een serie tekeningen die verschillende figuren afbeelden tegen de achtergrond van een opengeslagen boek dat doet denken aan de Metamorphosis. Op één pagina zijn Merians botanische afbeeldingen te herkennen. De tekeningen zijn echter bewerkt door Kaersenhout: ze lijken besmeurd met verf. De pauwenbloem is bijna geheel bedekt met blauwe laag, verfspetters omhullen de contouren van de plant. De kleur blauw staat in dit werk, net als groen, symbool voor de Aarde en water: datgene wat iedereen nodig heeft om te kunnen overleven en waar ieder mens recht op heeft. Op de andere pagina zijn ook botanische illustraties te herkennen, maar dan veel lichter. Kaersenhout heeft op deze lichtere pagina ook figuren afgebeeld: vrouwen die letterlijk uit de schaduw van Merians tekeningen lijken te rijzen. De vrouwen zijn fragiel afgebeeld, haast doorzichtig. Maar wie goed kijkt zal ze zien: lachend de toeschouwer aankijkend, de was aan het doen of met een kind op de arm. Het maakt nieuwsgierig naar de levens van deze anonieme vrouwen: wat dachten zij, hoe voelden zij zich? Eén ding is zeker: zonder hen had Merian nooit de wetenschapper kunnen worden waar ze vandaag de dag nog om geroemd wordt.

De verschillende lagen in Of Palimpsests and Erasure zijn een metafoor voor het complexe systeem van ongelijkheid, uitbuiting en onderdrukking rondom Merian. Kaersenhout zegt hier zelf over: ‘De lagen zijn als een melkwegstelsel van betekenissen. De lichamen van de vrouwen ‘verstoren’ als het ware een dominante geschiedenis en claimen daardoor tegelijk een plek in een geschiedenis die hun actief heeft weggevaagd. Wanneer de beschouwer de werken bekijkt vanuit een eenzijdig hiërarchisch perspectief, zal het werk zich niet ontvouwen.’

De complexe, dubbele status van Merian laat Kaersenhout ook terugkomen in de titel van haar werk: waar Erasure ‘wissen’ betekent, verwijzend naar de ‘gewiste’ vrouwen achter Merian, is een palimpsest een manuscript of document dat gewist is of schoon geschraapt voor het hergebruik van het papier. Tegenwoordig worden veel historische teksten op palimpsesten hersteld met ultraviolet licht en andere moderne technieken. Een palimpsest kan zo, in plaats van een oorsprong of evolutie, het wegvagen van verschillende culturen traceren. Kaersenhout lijkt hetzelfde te willen bereiken met haar werk: wie nieuw licht schijnt op de geschiedenis en het werk van Maria Sibylla Merian, zal ondervinden dat zij veel belangrijke vrouwen achter zich had die later in de geschiedenis zijn uitgewist, hun kennis gebruikt en hergebruikt door Merian.

Geraadpleegde bronnen

  • Alan Bewell, “A Passion That Transforms: Picturing the Early Natural History Collector” in Figuring it Out: Science, Gender and Visual Culture, ed. Ann B. Shteir en Bernard Lightman (Hannover: Dartmouth College Press, 2016), 28-51.
  • Maria Sibylla Merian, Metamorphosis insectorum Surinamensium (Amsterdam, Gerard Valck, 1705).
  • Sybe I. Rispens, “Systematisch vóór Linneaus”, Trouw, 2 april 1997.
  • Tomomi Kinukawa, “Science and Whiteness as Property in the Dutch Atlantic World: Maria Sibylla Merian's Metamorphosis Insectorum Surinamensium (1705)”, Journal of Women’s History 24, no. 3 (herfst 2012): 91-116.

Before Butterfly, essay over Merian

Samar Khan, onderzoeker History and Philosophy of Science bij Universiteit Utrecht, schreef een essay over Metamorphosis Insectorum Surinamensium. Khan bestudeerde hiervoor het exemplaar van de Utrechtse Universiteitbibliotheek dat uitgeleend is aan het Centraal Museum voor De Botanische Revolutie, waar het in combinatie met het werk van Patricia Kaersenhout tentoongesteld wordt. Lees hier het engelstalige essay (PDF).

Museumzaal met het werk van Patricia Kaersenhout en het boek van Maria Sybille Merian.
Beide werken tentoongesteld in De Botanische Revolutie.