Tijdens de Gay Pride van New York in 1990 wordt het pamflet Read This Queers uitgedeeld waarin ontelbare jaren van ongelijkheid, onrecht en onderdrukking van lhbt+- ers uitmonden in een oproep om uit de schaduw te stappen en het heft in eigen handen te nemen. In de revolutionaire brochure, geschreven door anonieme lhbt+-ers, staat:

“Broeder, zuster. Hoe kan ik je ervan overtuigen dat jouw leven in gevaar is; dat je ondanks je relatief gelukkige leven en functioneren als mens elke dag een opstandige daad begaat. Jij als queer bent revolutionair. Er is niets op deze planeet dat jouw bestaan bevestigt, beschermt of bekrachtigt … Totdat ik dezelfde vrijheid en seksualiteit als heteroseksuelen kan genieten, moeten hun privileges aan mij en mijn queer zusters en broeders worden gegeven.”

Dit is de tweede blog in een serie van vijf die geschreven is door masterstudenten Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Sinds 2020 werkt het museum nauw samen met deze vakgroep. Het Centraal Museum is nieuwsgierig naar de stem van een jonge generatie én hoopt hun met deze samenwerking te verwelkomen bij het museum.

Museum maakt statement

Het Centraal Museum heeft een statement inclusie en diversiteit opgesteld waarin het pleit voor de inclusie van doorgaans ondervertegenwoordigde groepen. Wat ruim dertig jaar geleden nog een ondenkbaar streven leek, luidt vanaf 2021 de boodschap van het museum: “Het maakt ons niet uit waar je geboren bent, waar je in gelooft en van wie je houdt, we willen dat iedereen zich thuis voelt in het museum.” Deze visie wordt gerealiseerd door actief samen te werken met de verschillende gemeenschappen die Utrecht rijk is. Het doel is om een platform te creëren voor thema’s en vraagstukken die in de stad leven, maar binnen de muren van het museum dikwijls onderbelicht blijven.

‘Vreemd en eigenaardig’

Queer is de parapluterm voor individuen die zichzelf niet kunnen en/of willen identificeren als heteroseksueel (seksuele voorkeur) of cisgender (identificatie met het aangeboren geslacht). De term queer, oorspronkelijk refererend aan de woordenboekdefinitie van ‘vreemd’ en ‘eigenaardig’, is aan het eind van de negentiende eeuw een scheldwoord voor homoseksuelen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt de term als geuzennaam geadopteerd. De term wordt als een radicaal tegengeluid gebruikt tegen de heersende overtuiging dat heteroseksualiteit de norm is binnen de maatschappij. Queer gaat vaak gepaard met de opvatting dat de gevestigde en gangbare ideeën omtrent seksualiteit en gender te beperkend zijn.

Sinds 2016 is het dan ook gebruikelijk om de afkorting lhbt (lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders) aan te vullen met de ‘q’ van queer: lhbtq. De afgelopen jaren is de fluïde term uitgebreid met nieuwe letters voor intersekse, aseksueel en panseksueel, waardoor er inmiddels wordt gesproken van lgbhtqiap, oftewel: lhbt+. Overkoepelend wordt queer beschouwd als een politieke stellingname tegen heteronormativiteit en het binaire man-vrouwdenken die de huidige identiteitsnorm vormen.

Wij geven in deze blog de voorkeur aan de term lbht+, omdat queer en lbht+ een geschiedenis en filosofie delen en dus onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar de termen zijn niet inwisselbaar te gebruiken.

Bijdragen aan publiek debat

In het beleidsplan voor de periode 2021-2024 staat geformuleerd dat het Centraal Museum streeft naar meer representatie en participatie van doorgaans ondervertegenwoordigde groepen, waaronder de lhbt+-gemeenschap. Dat gebeurt op een gelaagde manier: lhbt+ kunstenaars stellen hun werk tentoon, er zijn op maat gemaakte programma’s en actieve samenwerkingen met belangenorganisaties, zoals bijvoorbeeld COC. Zo betrekt het museum deze diverse gemeenschap bij tentoonstellingen en activiteiten. Het beleid – dat zich momenteel nog in de pilotfase bevindt – baseert zich op vier principes: lerend vermogen, toezicht en verantwoording, visie en beleid. Aan de hand van deze pijlers wil het museum een bijdrage leveren aan het publieke debat omtrent de uitbreidende waaier van identiteiten, genders en seksualiteiten in de samenleving.

De inclusie van de lhbt+-gemeenschap beschouwt het Centraal Museum niet als een doel op zich, maar als een voortdurend streven naar meer zichtbaarheid en gelijkheid. Het museum gaat de uitdaging aan om verborgen of onderbelichte lhbt+-geschiedenissen te tonen en te herschrijven. Het huidige museumgebouw, van origine een nonnenklooster, maakt het een spannende plek voor de ambitie om een bredere afspiegeling van de maatschappij te tonen.

In het licht van het honderdjarig jubileum van het museum in het huidige gebouw blikken we in deze blog terug op het verleden en slaan we een brug naar de toekomst aan de hand van drie tentoonstellingen omtrent de lhbt+-gemeenschap.

Verborgen geschiedenissen

Hoewel de lhbt+-gemeenschap eeuwenlang in de marge van de geschiedenis is geduwd, tonen recente tentoonstellingen dat lhbt+ van alle tijden en plaatsen is. In samenwerking met de Groningse Galerie MooiMan opent het Centraal Museum in 2013 de tentoonstelling Queerussia: The Hidden (p)art. Galerie MooiMan presenteert voornamelijk kunstwerken waarin de queer man centraal staat en kiest voor een samenwerking met veelal maatschappijkritische, homoseksuele kunstenaars. In het Centraal Museum en tijdens een vertoning bij de worldOutgames, een (homo)sportevenement in Antwerpen, wordt de tentoonstelling naar een hoger niveau getild met veel media-aandacht.

Protesten in Rusland foto door InkBob.jpg
Protesten in Rusland tegen de invoering van de wet tegen homopropaganda, 2013. Foto: InkBob.

In ’Queerussia’ staat de problematiek van de lhbt+-gemeenschap in Rusland centraal. Speciale aandacht gaat uit naar de invoering van een wet tegen homopropaganda die op 11 juni 2013 door de Doema, het Russische lagerhuis, wordt aangenomen. De nieuwe wet verbiedt bijvoorbeeld het verspreiden van beeldmateriaal waarop te zien is dat personen van hetzelfde geslacht intiem met elkaar zijn en andere zogenaamde promotie van homoseksualiteit. Bij het overtreden van de wet riskeert men een boete van ongeveer 80 euro en bij overheidspersoneel loopt dit zelfs op tot 800 euro. Nog hogere bedragen worden uitgedeeld aan organisaties die zich via de media positief uitlaten over homoseksualiteit. Sommige boetes kunnen oplopen tot meer dan 19.000 euro.

queerrussia in de tuin van het Centraal Museum
Queerrussia in de tuin van het Centraal Museum

‘Queerussia’ toont een kritisch tegengeluid op het verbod van homopropaganda. Dit doet de tentoonstelling onder meer door het exposeren van de foto’s van Alexander Kargaltsev, een kunstenaar en schrijver die in 2010 uit Rusland is gevlucht. Hij, en vele andere homoseksuelen, zoeken asiel in landen als de Verenigde Staten uit angst voor vervolging in hun moederland.

In de binnentuin van het museum wordt in een omheinde opstelling Kargaltsevs intieme fotoserie ‘Asylum’ (2012) tentoongesteld. ‘Asylum’ bestaat uit een reeks naaktportretten van jongeren die, evenals Kargaltsev, vanwege hun seksuele voorkeur niet langer veilig in Rusland kunnen blijven wonen. De foto’s worden begeleid door statements van bekende Nederlanders zoals fotograaf Erwin Olaf en politicus Boris Dittrich.

Geschiedenis herschrijven

Waar Queerussia een verborgen geschiedenis uit een ander land onthulde, kan een tentoonstelling ook een nieuw licht op de nationale geschiedenis werpen. Neem bijvoorbeeld de tentoonstelling Bye Bye De Stijl uit 2017 die het honderdjarig bestaan van de kunststroming De Stijl vierde. In dit jubileum staat de hedendaagse visie op deze internationale kunstbeweging centraal. Eigentijdse kunstenaars reageren op de werken van modernistische iconen door een ode aan deze kunstenaars te brengen of een kritisch tegengeluid op hun oeuvres te bieden.

Prominente lhbt+-interpretaties in de tentoonstelling zijn de conceptuele werken van het Canadese kunstenaarstrio General Idea, actief tussen 1967 en 1994. Het collectief bestaat uit Felix Partz, Jorge Zontal en AA Bronson. General Idea kopieert de schilderijen van Piet Mondriaan en meubels van Gerrit Rietveld en vervangt het geel door de kleur die Mondriaan absoluut verafschuwde: groen. Middels deze ‘gifkleur’ infecteren de kunstenaars de modernistische werken met iets wezensvreemds. Dit werk vormt een verwijzing naar de aidscrisis uit de laatste helft van de twintigste eeuw die vele slachtoffers heeft geëist, onder wie twee kunstenaars van General Idea. Zij leveren zowel persoonlijk als politiek commentaar op het utopische wereldbeeld van De Stijl.

Tentoonstelling ‘Bye Bye De Stijl’
Tentoonstelling ‘Bye Bye De Stijl’

Een andere bijdrage aan de tentoonstelling van General Idea is AIDS (Wallpaper) uit 1988. Daarvoor nam het collectief een typografisch werk van de Amerikaanse popartkunstenaar Robert Indiana als inspiratie en vormen zij het woord ‘LOVE’ om tot ‘AIDS’. Zo wil het kunstenaarstrio aids uit de taboesfeer halen en evenveel zichtbaarheid geven als het alomtegenwoordige woord ‘love’.

Andere geschiedenis

Naast het feit dat lhbt+-kunstenaars geschiedenissen herschrijven, creëren ze ook nieuwe narratieven zoals in de duotentoonstelling Andere Geschiedenis in 2020. In de tentoonstelling staat het oeuvre van Dirkje Kuik en Philipp Gufler centraal. De tentoonstelling is een dialoog tussen de twee kunstenaars die ondanks hun verschillende stijlvormen perfect op elkaar aansluiten. Kuik heeft in haar leven gevochten voor het recht van transgender individuen om officieel ingeschreven te kunnen worden als het gender waarmee zij zich identificeren. Guflers hedendaagse werk vraagt, met name in de serie Quilts, aandacht voor de kunst- en cultuurhistorische sleutelfiguren die hebben gevochten voor de rechten van lhbt+-ers.

Gufler gebruikt onder andere citaten en portretten van kunstenaars, schrijvers en andere belangrijke lhbt+-ers om hen onder de aandacht te brengen. De eerst gemaakte quilts voor de serie reflecteren op de aidscrisis in Duitsland en het activisme rondom de afschaffing van Paragraaf 175, een wet voor het verbod op homoseksualiteit dat al sinds 1872 van kracht is. Voor deze tentoonstelling heeft Gufler op verzoek van het Centraal Museum een nieuw werk over het icoon Dirkje Kuik gemaakt.

De quilt over Dirkje Kuik die Philip Gufler maakte voor het Centraal Museum.
De quilt over Dirkje Kuik die Philip Gufler maakte voor het Centraal Museum.

Het uitnodigen van hedendaagse kunstenaars voor het maken van een werk over een Utrechtse wijk, gebeurtenis of icoon is al jarenlang een traditie van het Centraal Museum. Voor de quilt die Gufler op verzoek van het Centraal Museum heeft gemaakt, heeft hij zich laten inspireren door het werk van Kuik. Voor de quilt heeft hij gebruik gemaakt van één van haar bekendste zelfportretten en een fragment uit ‘Huishoudboekje met Rozijnen’ geschreven door Kuik in 1984. In deze publicatie reflecteert Kuik uitgebreid op haar ervaringen als ‘gender-diaspora’, zoals zij haar positie als transgender vrouw beschrijft.

Op 18 januari 2020 opent de tentoonstelling tijdens de viering van het zeventigjarige bestaan van lhbt+-belangenorganisatie COC Midden-Nederland, die zich al decennialang inzet voor gelijke rechten van deze gemeenschap. Het werk van COC heeft onder andere geresulteerd in de vergroting van sociale acceptatie en inclusie van de lhbt+-gemeenschap.

Regenboogzebrapad in de museumtuin, 2018
Regenboogzebrapad in de museumtuin, 2018

Regenboogzebrapad

In 2018 is het concept van het regenboogzebrapad opgenomen in de collectie. Dit zebrapad toont de zes kleuren van de regenboogvlag, sinds de jaren 1970 het symbool van de lhbt+-gemeenschap, en is in 2013 ter ere van de Pink Skate Parade aangelegd in de Lange Viestraat in het centrum van Utrecht. De boodschap van het werk is dat iedereen, ongeacht genderidentiteit of seksuele voorkeur, welkom is in de stad en het Centraal Museum. Het kleurrijke pad representeert een nieuwe periode in de lhbt+-geschiedenis en is een toonbeeld van de inclusieve ambities van het museum. Ter ere van deze toevoeging aan de collectie werd het pad voor het eerst bewandeld tijdens het Midzomergracht festival, een jaarlijks terugkerend cultureel evenement ter viering van de lhbt+-gemeenschap.

Een regenboogkleurige toekomst

De drie tentoonstellingen ‘Queerussia’, ‘Andere Geschiedenis’ en ‘Bye Bye De Stijl’ zijn stappen die het Centraal Museum in het verleden heeft gezet om een plek voor iedereen te worden. ‘Queerussia’ laat zien dat lhbt+-ers nog steeds discriminatie en straf vrezen in sommige delen van de wereld. In ‘Andere Geschiedenis’ blijkt het activistische werk van de jonge Gufler bijzonder geschikt om de iconische lhbt+-voorvechter Kuik in het zonnetje te zetten. In ‘Bye Bye De Stijl’ nemen hedendaagse kunstenaars De Stijl kritisch onder de loep en laten hierdoor nieuwe perspectieven aan het licht komen.

Het meerjarenbeleidsplan en het statement inclusie en diversiteit beloven meer goeds voor de toekomst. Door meer inclusieve tentoonstellingen te maken in samenwerking met lhbt+-kunstenaars en de dverse gemeenschap kan het museum haar voornemen hopelijk waarmaken om iedereen zich thuis te laten voelen. Onderrepresentatie kan dan plaatsmaken voor een toekomst van wederzijds begrip en gelijkheid.

Auteurs: Agnes Boon, Anouk Duits, Déjanne Kolenbrander, Fenna Kwakernaak, Joost Nikkessen, Fooky Stellingwerf, Eva Sülzle en Adinda van Wely.