Hoewel de negentiende eeuw een periode vol verandering was voor Utrecht, is die in de museumcollectie vrij onderbelicht. Enkele kunstenaars moeten zich van die veranderende tijdgeest bewust zijn geweest, waardoor ze nog snel bestaande situaties vastlegden voordat de slopershamer toesloeg.

Onlangs kon het Centraal Museum veertien geschilderde stadsgezichten aan de collectie toevoegen, veelal uit de negentiende-eeuw. Ze zijn verzameld door Ronald de Groen, een in 2021 overleden Utrechter. Conservator Stadsgeschiedenis René de Kam vertelt in deze blog over de schilderijen én over Ronald, die behalve van kunst uit zijn stadsie óók van Noord-Koreaanse propagandakunst hield.

Schilderij van bastion de Morgenster
Bruno van Straaten schilderde vlak voor de sloop het bastion Morgenster. Inv.nr. 35720.

Geschilderd en gesloopt

Op het schilderij van Bruno van Straaten (1786-1870) uit omstreeks 1835, is bastion Morgenster te zien, dat eeuwenlang aan de noordzijde van de stad stond. Het is voor zover bekend het enige schilderij waarop dit bouwwerk uit omstreeks 1550 zo is weergegeven dat er een groot rond onderdeel zichtbaar is. Dat deel behoorde helemaal niet tot het oorspronkelijke ontwerp van het bastion, maar was een geschutstoren waarvan de bouw terugging tot 1540, dus tien jaar ouder dan het bastion zelf. Bij zijn eerste bezoek aan de stad in 1546 had keizer Karel V de toren echter afgekeurd, omdat hij het ontwerp veel te ouderwets vond. Maar het slopen van de nog maar net gebouwde toren was zo kostbaar, dat besloten werd hem in plaats daarvan in het nieuwe bastion op te nemen. Het leverde een uniek bouwwerk op dat Van Straaten dus vlak voor de afbraak nog heeft vastgelegd.

Schilderij van het Regulierenklooster
 Het Regulierenklooster, nog met romaanse kerktoren, op een schilderij van Hendrik van Oort. Inv.nr. 35715.

Ook het schilderij van Hendrik van Oort (1775-1847) van het voormalige regulierenklooster aan de Oudegracht zal vanwege toekomstige sloopplannen zijn vervaardigd. De twaalfde-eeuwse romaanse toren van het oude klooster werd namelijk in 1839 afgebroken. Het schilderij moet kort daarvoor gemaakt zijn. Van het regulierenklooster zijn weliswaar enkele tekeningen bekend, maar een schilderij waarop zowel de romaanse toren als het kerkdak zichtbaar zijn, is niet in een openbare Nederlandse collectie vertegenwoordigd.

Ook op een andere manier is het een interessant schilderij, omdat veel Utrechters verschillende kloostergebouwen van het regulierenklooster zullen kennen zonder dat ze het weten. Want in 1925 werd ter plaatse van de oude kerk de toneelzaal gebouwd van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, dat niet alleen vakbeweging was maar ook een gezelligheidsvereniging. In 1979 werd het toen alweer enige jaren leegstaande complex gekraakt om er een alternatief popcentrum te vestigen: Tivoli. En zo gingen de toenmalige concertgangers door de eeuwenoude kloostergang naar binnen en dansten ze bovenop een voormalige kerkvloer, waaronder de ooit begraven doden nog steeds lagen…

Schilderij van het Vredenburg omstreeks 1900, geschilderd door Gerrit van Dokkum
Het Vredenburg omstreeks 1900, geschilderd door Gerrit van Dokkum, inv.nr. 35723.

Vredenburg en Oudaen in de late negentiende eeuw

Andere geselecteerde werken uit de collectie De Groen geven vooral een beeld van Utrecht in de late negentiende eeuw. Vredenburg van Gerrit van Dokkum (1870-1931) bijvoorbeeld, laat een stad zien waar weliswaar de auto nog niet is doorgedrongen, maar de moderne tijd al wel duidelijk voelbaar is.

Uit diezelfde periode komen ook de schilderijen van Cornelis Vreedenburgh (1880-1946) en Oene Romkes de Jongh (1812-1896) waarop het grote middeleeuwse verdedigbare huis Oudaen is weergegeven. Beide werken laten in één opslag zien dat Utrecht er in die tijd niet al te florissant bijstond. Zo zijn de werven en werfmuren van de Oudegracht duidelijk in verval.

Het zijn slechts enkele voorbeelden van de schilderijen die Ronald de Groen verzamelde en nu onderdeel zijn van de museumcollectie.

Schilderij van stadskasteel Oudaen geschilderd door Cornelis Vreedenburgh
Stadskasteel Oudaen door Cornelis Vreedenburgh, inv.nr.35717.

Mijn eerste ontmoeting met Ronald de Groen

Het is 19 december 2019 en ik heb 's middags een afspraak met Ronald in het museum. Het gaat over een mogelijke schenking van enkele Utrechtse stadsgezichten die hij in de loop der tijd verzameld heeft. We hebben elkaar nog nooit ontmoet, maar al snel zitten we uitgebreid te praten over allerlei schilderijen en tekeningen over Utrecht die er de afgelopen jaren op verschillende veilingen zijn langsgekomen. Ronald is zo'n verzamelaar die precies weet wat wanneer werd aangeboden. Ook weet hij vrij nauwkeurig waar wij als museum belangstelling voor hadden. Zo had hij aanvankelijk zijn oog laten vallen op de schilderijen van Jan Hendrik Verheijen met de Weerdpoort en de Nicolaaskerk, die respectievelijk in 2007 en 2010 door het Centraal Museum zijn aangekocht. Maar toen hij doorhad dat het museum eveneens op die werken ging bieden, trok hij zich terug. Ronald wil niet concurreren met een publieksinstelling vertelt hij, omdat hij het beter vindt dat dergelijke schilderijen voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk zijn.

En nu we het toch over het museum hebben: hij heeft nog wel een tip voor de directie, want zou het niet geweldig zijn als er een geheel nieuw Centraal Museum zou worden gebouwd ter plaatse van de te slopen parkeergarage bij de Springweg? Dat is niet alleen een fantastische locatie midden in het centrum, maar gezien de vorm van de plek zou er ook een heel functioneel museumgebouw neergezet kunnen worden. Eén met grote, hoge zalen waar veel kunst goed tot zijn recht zou komen. Het is duidelijk, hier spreekt niet alleen een verwoed verzamelaar maar ook iemand met allerlei ideeën over Utrecht en de beeldende kunst.

Schilderij van stadskasteel Oudaen geschilderd door Oene Romkes de Jongh
Stadskasteel Oudaen door Oene Romkes de Jongh, inv.nr. 35718.

Ronalds plan voor zijn nalatenschap

Inmiddels is Ronald alweer ruim twee jaar geleden overleden. Hij had dan ook niet zomaar die afspraak gemaakt. Kort daarvoor was hij ernstig ziek geweest en daardoor was hij gaan nadenken over wat er met zijn verzameling moest gebeuren, mocht hij er ooit niet meer zijn. En het leek hem een geruststellend idee als een deel van zijn collectie in het museum terecht zou komen. Daar zouden de werken goed bewaard blijven en bovendien voor veel mensen beschikbaar zijn.

Maar als museum hebben we een streng selectiebeleid, omdat het weinig zin heeft objecten op te nemen die alleen maar in het depot hangen. Het was dan ook noodzakelijk dat er eerst een goed overzicht van zijn verzameling zou komen. Iets waaraan hij op korte termijn zou gaan beginnen, zo verzekerde hij mij bij zijn vertrek op die 19 december.

Stapels schilderijen

In de maanden daarna appten en mailden we regelmatig over een werk dat Ronald was tegengekomen op een veilingsite. Waarbij hij zich de ene keer afvroeg of het inderdaad wel een Utrechts tafereel betrof, terwijl hij een andere keer vooral liet weten dat hij ergens op ging bieden - als wij dat vanuit het museum tenminste niet zouden doen. In oktober 2020 liepen we samen met een met hem bevriende makelaar rond op de tentoonstelling De ommuurde stad en begin december brachten artistiek directeur Bart Rutten en ik een bezoek aan een huis aan de Vismarkt waar Ronald een groot deel van zijn verzameling had ondergebracht. Bart en ik durfden ons nauwelijks te bewegen in het smalle en hoge huis dat vol stond met stapels tegen de muur leunende schilderijen en tekeningen. Het bevestigde opnieuw het beeld van een verwoed en gepassioneerd verzamelaar, die alles aanschafte wat hij voor een redelijke prijs tegenkwam.

En dat was nog niet eens alles. De belangrijkste werken, zo vertelde hij, hingen aan de muur in zijn huis in Westzaan. Enigszins overdonderd door de enorme hoeveelheid werken, benadrukten we opnieuw dat het echt nodig was om tot een inventarisatie te komen, wilden we een goede afweging kunnen maken voor de museumcollectie. In de maanden daarop hielden we contact over diverse veilingstukken. Zo boden we op Ronalds aanraden en met zijn hulp in juni 2021 op een schilderij van Herman Saftleven met de Domtoren in een berglandschap, dat we overigens niet verwierven. Maar stilaan werden de berichten minder, al had ik dat door de drukke werkzaamheden in het museum eigenlijk niet zo door. Het was voor mij dan ook totaal onverwacht toen ik in oktober 2021 via een notaris te horen kreeg dat Ronald twee maanden eerder was overleden en dat en dat zijn wens was dat de negentiende-eeuwse schilderijen bij het museum zouden worden ondergebracht. Een bijzonder gebaar van een bijzondere verzamelaar.

Noord-Koreaanse propagandakunst

Maar wat voor iemand was Ronald nou eigenlijk? En verzamelde hij alleen Utrechtse stadsgezichten, of ook andere zaken? Op zoek naar antwoorden mocht ik begin 2023 langskomen bij postzegelhandelaar Willem van der Bijl aan de Zadelstraat. Die kende Ronald al vanaf 1975 toen die als veertienjarige jongen de toenmalige postzegelwinkel van Willem aan de Servetstraat binnenstapte met de vraag of hij daar kon werken. En hoewel Ronald later een eigen winkel in post- en kantoorbenodigdheden in het hoofdpostkantoor op de Neude begon, zijn ze altijd bevriend gebleven. Het was dan ook Ronald die Willem van der Bijl vroeg of hij misschien wat van die sociaal-realistische kunst kon kopen tijdens zijn volgende reis naar Noord-Korea. Van der Bijl had toegang tot dit gesloten land, vanwege zijn deelname aan internationale postzegelbeurzen. Ronald was heel enthousiast over de Noord-Koreaanse propagandakunst, omdat het naar zijn idee én goed geschilderd was én een geheel eigen beeld van de werkelijkheid gaf. Het liet zien dat geschiedenis maakbaar is en daarom was het goed dat dit werk voor volgende generaties bewaard bleef. Zijn verzameling groeide uit tot waarschijnlijk de grootste collectie Noord-Koreaanse kunst ter wereld. Ook hierin was hij dus, net als bij die honderden stadsgezichten, een bijna niet te stoppen verzamelaar. Al had hij wel duidelijke kwaliteitseisen. Want toen de Noord-Koreanen doorhadden dat de schilderijen buitenlandse handelswaar waren, nam de prijs toe maar de kwaliteit zienderogen af. Ronalds enthousiasme bekoelde daarop snel. Na zijn overlijden is een deel van de Noord-Koreaanse kunst geschonken aan het Drents Museum.

Schilderij gemaakt door Augustus Wynantz van De Wittevrouwenpoort, 1837
 Augustus Wynantz, De Wittevrouwenpoort, 1837, inv.nr. 35726.

Uiteindelijk zijn veertien Utrechtse stadsgezichten uit Ronalds collectie in overleg met zijn erfgenamen geselecteerd voor de collectie van het Centraal Museum. Voor ons een dankbaar vervolg op die eerste ontmoeting in december 2019. Hopelijk voldoet het ook aan wat hijzelf toen voor ogen had.

Deze blog is een variant op het artikel dat René de Kam schreef voor het tijdschrift Oud-Utrecht, jaargang 96, nummer 3, juni 2023.