2020 gaat de geschiedenis in als het corona-jaar: het jaar waarin massaal thuis gewerkt werd, de horeca sloot, het fileprobleem zich oploste en de treinen vrijwel leeg waren. Maar ook het jaar waarin het dragen van mondkapjes gemeengoed werd, de anderhalve-meter-samenleving zijn intrede deed en nieuwe woorden als quarantaine-kilo, coronazi en covidioot onze taal verrijkten. Binnenkort laten we het corona-jaar achter ons, maar de herinneringen eraan zullen blijven. Niet alleen in ons collectieve geheugen, maar ook in de Nederlandse archieven en musea; als reflecties van de tijd.

Het affiche ‘Utrecht zorg goed voor elkaar’ op een van de vele winkelruiten in de stad.
Het affiche ‘Utrecht zorg goed voor elkaar’ op een van de vele winkelruiten in de stad.

Een typisch Utrechts en corona-gerelateerd object, dat niemand in de stad zal zijn ontgaan, is het affiche ‘Utrecht zorg goed voor elkaar’. Het affiche toont een bestaand ontwerp van Dick Bruna dat voorzien is van deze nieuwe tekst. Het affiche werd vanaf april wijd en breid in de stad verspreid om bewoners een hart onder de riem te steken. Het hing in alle Utrechtse wijken achter talloze ramen van woonhuizen, winkels en bedrijven. In tijden van nood heeft men behoefte aan een held of icoon om zich aan op te trekken. En gelukkig heeft Utrecht zo’n icoon, waarbij bewoners in goede én slechte tijden verbondenheid, trots, kracht, troost en medeleven vinden. Zo was dat bij de start van de Tour de France in 2015, bij de aanslag in de sneltram in maart 2018 en nu in het corona-jaar 2020 weer.

Initiatiefnemer van het corona-affiche, Marije Lieuwens: “Ik dacht: wat past bij Utrecht? En zag meteen een beeld voor me. Bruna zit gewoon in ons Utrechtse DNA.” Haar ‘grassroots’ actie met het affiche kwam tot stand in samenwerking met o.a. de gemeente Utrecht en Mercis bv, uitgever en rechtenbureau van Dick Bruna. En natuurlijk vooral dankzij de Utrechtse bevolking die de actie omarmde door grootschalig gehoor te geven aan de oproep het affiche voor het raam te hangen.

Op het affiche is een figuurtje te zien met de Domtoren als hoed en een groot rood hart in de armen, getekend in Bruna’s beroemde zwarte bibberlijn. Bruna ontwierp het in 1985 om Utrecht toeristisch op de kaart te helpen zetten. Het fenomeen stadspromotie stond toen nog in de kinderschoenen. Utrecht wilde als vierde stad van Nederland volgen in de voetsporen van Rotterdam en Amsterdam die met slogans als ‘Amsterdam heeft het’ en ‘In Rotterdam kan het’ veel dagjesmensen trokken om geld in het laadje te brengen. Bruna sloeg de handen ineen met Bavo van Rossem, eigenaar van de gelijknamige drukkerij in de Jeruzalemstraat waar Bruna ook atelier hield. Samen boden ze de gemeente het affiche aan.

Dick Bruna en burgemeester Vos-van Gortel op de opening van de vakantiebeurs 1986. Foto: Fotodienst van de Gemeente Utrecht. © Mercis Publishing / Centraal Museum Utrecht.
Dick Bruna en burgemeester Vos-van Gortel op de opening van de vakantiebeurs 1986. Fotodienst van de Gemeente Utrecht, © Mercis Publishing / Centraal Museum Utrecht.

De tekst onder het figuurtje luidde ‘Utrecht stad naar mijn hart’. Dit affiche werd op de vakantiebeurs in januari 1986 officieel door Bruna gepresenteerd aan de toenmalige burgemeester Vos-van Gortel die de beurs opende. Ook dit affiche was toen overal in de stad te zien. ‘Utrecht stad naar mijn hart’ was een groot succes. Het voldeed perfect aan de verwachtingen: modern, sterk, aansprekend voor toeristen én bewoners, nadruk op het historische centrum, duurzaam. Het zette Utrecht zelfs dusdanig op de kaart dat Bruna het jaar erop, voor zijn 60e verjaardag, er de zilveren stadsmedaille voor kreeg. De inscriptie luidde: ‘met illustere verbeeldingskracht de stad op hoger plan gebracht’.

‘Utrecht stad naar mijn hart’ is tot vandaag de dag een geliefd beeldmerk, eentje waarmee ‘de stad van Bruna’ zich graag presenteert. Het prijkt bovenop de wegwijzers, staat op het rompertje dat elke Utrechtse baby van de gemeente cadeau krijgt en wordt jaarlijks in de vorm van een zilveren speldje uitgereikt als ‘jongerenlintje’ aan jongeren die zich op een bijzondere manier hebben ingezet. Op dit populaire ontwerp heeft Bruna in latere jaren nog een aantal variaties gemaakt voor andere belangrijke gebeurtenissen in de stad. Zo ontwierp hij het affiche ‘Oranje Boven’ in 1999, toen de toenmalige koningin Beatrix Koninginnedag in de stad kwam vieren, en het affiche ‘Utrecht 30 april 2013’ ter viering van de troonsoverdracht. Ook de ontwerpen ‘bedankt stad naar mijn hart’ en ‘bedankt annie’ die hij maakte voor het afscheid van respectievelijk de burgemeesters Lien Vos-van Gortel in 1992 en Annie Brouwer in 2008, grijpen terug op het oorspronkelijke ontwerp.

Alle genoemde ontwerpen bevinden zich in de collectie, in langdurige bruikleen gegeven door Dick Bruna en zijn bedrijf Mercis. Ze waren voor het eerst samen te zien in de tentoonstelling Dick Bruna en Utrecht – Hart voor Elkaar, die van 9 november 2019 tot 1 maart 2020 te zien was. Het is dan ook niet meer dan logisch dat deze nieuwste telg in de reeks ‘Utrecht stad naar mijn hart’ ook in de collectie is opgenomen. Als een vervolg op de serie, als een ode aan Bruna, als een stille getuige van de corona-tijd.

Bruna’s ontwerp ‘Utrecht stad naar mijn hart’ was aanleiding voor een tentoonstelling in 2019.
De tentoonstelling Dick Bruna en Utrecht - Hart voor Elkaar.

Meer corona-aanwinsten

Het Centraal Museum is het oudste stadsmuseum van Nederland. Al 190 jaar worden er belangrijke, typerende of bijzondere historische en artistieke voorwerpen verzameld die betrekking hebben op de wereld van Utrecht. De collectie omvat ruim 65.000 objecten uit alle tijdsperioden. Samen vertellen ze het verhaal van die wereld van Utrecht en de wereld eromheen; in mode, vormgeving en oude-, moderne- en hedendaagse kunst. Een belangrijke kern binnen de collectie is ‘het verleden’. Maar omdat ‘het heden’ tevens het verleden van de toekomst is, worden ook objecten van recente datum verzameld. Piet Hein Eek vertelde in een interview in juni van dit jaar: “Creativiteit heeft met chaos te maken”. En zo bleek, want hij en diverse andere ontwerpers en kunstenaars lieten zich door de corona-crisis inspireren tot nieuw werk en nieuwe werkwijzen. Zo gaf de bizarre situatie van afgelopen jaar voldoende aanleiding tot uitbreiding van de collectie met enkele bijzondere corona-gerelateerde objecten.

Katja Mater, For the Time Being (02, green) (2020).
Katja Mater, For the Time Being (02, green) (2020).

Het museum verwierf onder andere een stoel van Piet Hein Eek, die hij vanwege de al zo sombere crisis in een vrolijk roze spoot, Crisis Chair: corona pink. Van Roland Sohier werd werk aangekocht tijdens zijn jubileumtentoonstelling Sohier Sodaar 70 jaar, die van september tot november in het museum te zien was. Deze tekeningen had Sohier via een webcam van zijn altijd bewegende modellen gemaakt, omdat hij hen in de lockdown niet in zijn studio kon uitnodigen. Van Katja Mater betrok het museum vier tekeningen met de titel For the Time Being, die het begin van de corona-crisis markeren. Ze tonen klokken die vervormd zijn door de verstoorde ervaring van de tijd. En ook een aantal bijzondere mondkapjes van de ontwerpers Bas Kosters, Jan Taminiau en Erik van Lieshout kon aan de collectie worden toegevoegd. Evenals een Black Lives Matter mondkapje; geënt op een van die andere belangrijke gebeurtenissen die 2020 typeerden.

Bas Kosters, Head face print face mask 2020 (2020).
Bas Kosters, Head Print Face Mask 2020 (2020).