\ \ 5 \ Concept-scenario voor een documentair televisie-programma over het Rietveld-Schröderhuis te Utrecht. Het thema van de documentaire is; mevrouw Schröder in het Schröderhuis. Dat betekent dat er twee hoofdaspecten in film gepresenteerd worden, t.w. het huis en de bewoonster. In de tijd gezien is er sprake van twee lijnen van «andacht die elkaar kruisen; een lijn van a-indacht voor het huis en een lijn van aandacht voor de bewoonster. In de documentaire 'verkleurt' het huis van architectonisch ideaal naar een bewoond huis. Het begin van de film presenteert het Schröderhuis als architectonisch resultaat van een nieuw maatschappijbesef en nieuwe ontwerpprincipes, terwijl naarmate de film vordert de aandacht voor de bewoonster en haar beschouwing toeneemt. Hoofdstuk 1, Inleiding scene 1 Licht en Ruimte; er wordt hier een karakteristiek van het interieur gegeven; met een vrij abstracte visualisering is dit deel een impressionistische verkenning van hoe ruimte ontstaat door indeleing m.b.v. schuifwanden, hoe de lichtwerking is en hoe kleur is toegepast. Spel met licht kleur en ruimte! scene 2 Mevrouw Schröder (synchroon) leest tekst voor van Theo van Doesburg; 'Het insmeeren met blauwe of gele verf van kozijnhout en deuren is wezenlijk niet verschillend van wat voorheen de huisschilders op het houtwerk aanbrachten om dit tegen vocht te beschermen» Verf en kleur zijn twee verschillende dingen. Verf is middel, kleur is doel. Men kan een interieur of gevel volsmeren met blauwe, gele, groene, paarse of roode verf, zonder dat hier, hoe bont het geheel ook is, van kleur sprake kan zijn» Zoals het aaneen-timmeren van woningruimten nog geen architectuur is, zoo is het naast elkaar smeren van bonte verf nog geen kleuroplossing!• (indien mogelijk voorlezen uit origineel Bouwkundig Weekblad 1923) Reaktie mevrouw Schröder op deze tekst.
Voortzetting verkenning van het huis; nu toegespitst op het kenmerk van Rietveld 's werk. Een beeldende presentatie van 'de drie richtingen' (in het groot en in het klein) Deze scene is een wandeling door het huis, beginnend in de hal beneden, via de trap, w^r door het trappenhuis vertikaal naar buiten gekeken wordt, naar boven w-ar op de open woonverdieping horirontaal doorzicht is, via het 3-dimensionale lampje en de drie richtingen in de kastdeur knopjes naar dit konstruktie principe in Rietveld''s stoelen etc. iievrouw Schröder (synchroon) lees^t een tekst betreffende De Stijl en stellingen uit De Stijl voor en reageert hierop; (alternatief: haar antwoord op interviewvraag V/at is De Stijl?) Dere tekst moet drie elementen bevatten; - het gevoel van een nieuwe tijd, de verwachting. - wat is de Stijl - de positie van de architectuur. Bijvoorbeeld, stelling 2 uit het manifest van Theo van Doesburg: 'De nieuwe architectuur is elementair, d.w.z. zij ontwikkelt zich uit de elementen van den bouw in den uitgebreidsten ?in. Elementen als, funktie, vlak, massa, tijd, ruimte, licht, kleur, materiaal etc. zijn tegelijk beeldende elementen.' etc. excursie naar De Stijl. commentaarstem geeft aanvullende zakelijke informatie over het tijdschrift De Stijl, haar doelstellingen en de groep mensen die het in zich verenigde. (beeld) De leden van De Stijl worden hier gepresenteerd d.m.v. portretten en hun meest karakteristieke werk. Rietveld wordt als lid gepresenteerd met meubilair. Er wordt gebladerd in originele alleveringen van het tijdschrift. de belangrijkste stijlmensen: Mondriaan, Doesburg, Oud, Van Eesteren, Van der Leek, Rietveld, Huszar, Van 't Hoff.
scene 6 Reaktie van mevrouw Schroder (synchroon) op De Stijl. ' t, is niet richting STIJL, t, is richting RIETVELD. ' Wat het verschil is, illustreren aan de hand van het verschil tussen Mondriaan en Rietveld; het verschil in benadering tussen die twee, Mondriaan vanuit de 'geest' en Rietveld vanuit de 'zintuigen'. (in beeld) eventueel hetzelfde schilderij van Mondriaan, als wa-rmee hij in scene 5 gepresenteerd is. Reaktie van mevrouw Schroder op een uitspra k van Mondriaan, die beweerde dat zijn schilderijen een toets voor de architectuur waren; paste het niet, dan was er iets mis met de architectuur. (eventueel 'v/ild'-geluid uit interview Band 1) einde hoofdstuk 1» Hoofdstuk 2 Ontstaan van het Schröderhuis; ontwerpprincipes en maatscappijgevoel. scene 7 Het begin. Kennismaking Rietveld/Schröder zij woont in de Biltstraat, is getrouwd, heeft kinderen en zoekt een eigen plaats in dat huis. Rietveld ontwerpt een kamer voor haar (1921). Na de dood van haar man, ontwerpen zij samen het Schröderhuis (192^0 (geluid) commentaarstem (kort en bondig) (beeld) archiefmateriaal, oude fotoos etc. scene 8 konfront^tie van mevrouw Schroder met citaat, uitspraak Rietveld over het vinden van een stukje grond als bouwplaats. '... niemand heeft naar dit laantje gekeken, voordat dit huis hier kwam. Het was een vieze ouwe muur en er was een beetje onkruid (...) er was daar een boerderijtje en het was een heel lsaidelijk beweginkje, daar hoorde dit zo'n beetje bij. Dus het was een verlaten hoekje, waar iedereen die een kleine boodschap moest doen dat tegen die muur maar deed, nietwaar, dat was zo'n stukje grond van niks. (z.o.z.)
vervolg En we hebben gezegd: Ja, dit is juist scene 8 goed, la-ma~r maken. En toen hebben we van dit stukje grond een ruimtetje gemaakt dat reeel was, dat iets was.'(...) 'We hebben zonder moeite te dóen om maar enigszins a~n te passen bij die traditionele woningen da~r in die Prins Hendrikla-'n, dat huis da-'.r mar gewoon tegenaan gezet. En het was maar het allerbeste dat het ook ma^r zoveel mogelijk -fstak.' Een commentaarstem citeert deze tekst en Schröder reageert; in beeld: oude fotoos en archiefmateriaal v->n het exterieur in 192*4- en situatie van de omgeving toen. konfrontatie met tekst van Van Doesburg; ' .'ij moeten de bruine wereld vervangen door een witte ........ etc. ' reaktie Schröder (synchroon) scene 9 Exterieur Het Schröderhuis als opvallende verschijning en verademing in z'n omgeving. vergelijking met Lam van Minsweerd. vergelijking met Prins Hendriklaan. (geluid) aanvankelijk open, rustpunt, ambiance; later: interviewtekst over 'de houding van het huis t.o.v. de straat '(Band 3)* scene 10 Mondriaan-scene (exterieur) Vergelijking van de gevel van het Schröderhuis aan de Prins Hendriklaan met een Mondriaan-schilderij; uitsluitend beeld-associatie» het beeld is vlak, frontaal en toont de gehele gevel. Via nog steeds vlakke, mondrianeske uitsnedes wordt de gevel genaderd en het beeld wordt ruimtelijk en toont in dezelfde gevel/balcon het konstruktieprincipe van Rietveld: 'de drie richtingen'• scene 11 Exterieur gevel Laan van Minsweerd Verkenning van het exterieur, balcons en konstruktie, details; Mevrouw Schröder o~ent de ramen op de bovenverdiep ing (het hoekraam); hier ontstaat een beeld, hoe de geopende ramen meewerken in het relief van de gevel.
scene 12 Interieur Vanaf het achterbalkon (v-n buiten na^r binnen gezien) zien we mevrouw Schroder het hoekraam openen. Deze scene besteed aandacht aan het ontwerp. Presentatietekeningen en maquettes. 'het materiaal van de architect is de ruimte' (interview Schroder, Band 2 en Band 3) het verschil tussen een kleimaquette en een plaatmaquette. het verschil tussen De Stijl en de Amsterdamse School. (beeld) close-up maquette Schröderhuis; kle imaquette van de Amsterdamse School; bladeren in het tijdschrift De Stijl en in het De Klerk-nummer van het tijdschrift Wendingen. In dit tijdschrift wo^dt de woningbouw 'Eigen Haard' in de Za\nstraat of 'De Dageraad' in de P.L. Takstraat getoond; vervolgens wordt die woningbouw zelf getoond. (geluid) stem mevrouw Schroder. scene 13 Mevrouw Schroder (synchroon) Zij leest een citaat (stelling 9) uit het Stijl-manifest van Theo van Doesburg; 'De nieuwe architectuur is open.....• etc. Zij geeft haar reaktie op deze stelling en vertelt over het ontwerp en indeling van de bovenverdieping; 'toen de kamers eenmaal getekend waren, vroeg ik kunnen die muren ook weg. Grnag zei Rietveld, ja graag. Ma~r kan ik de ruimte dan ook weer indelen? etc' Zo ontstonden de schuifwanden. De relatie tussen de Rood-Blauwe stoel en het Schröderhuis; jij bent het huis en het huis is uit jou geboren .....' (interview Band 1) (beeld) de schuifwanden (schuivend) de Rood-Blauwe stoel de relatie binnen/buiten
scene Kenmerk werk Rietveld Schröder (synchroon), interview - de verhouding van z'n maten onderling - lengte/breedte/hoogte - de drie richtingen - vanzelfsprekende niet gecompliceerde ruimteoplossingen 'hij v/erkte net zolang tot de dingen niet meer ingewikkeld waren' (interview B^nd k) (beeld) meubilair, details van het interieur, de drie richtingen in konstrukties etcj dit deel is visueel met nadruk gecompliceerd, 'een euforie van beelden'. einde hoofdstuk 2 Hoofdstuk ^ Oordeel en beschouwing scene 15 Schröder (synchroon) - wat vond Rietveld van dit huis? Nou, niet z'n beste huis! - Waarom niet? Te gecompliceerd! - Wat is volgens u voor Rietveld de essentie van architectuur? (reaktie, overpeinzing) scene 16 Bewoning Schröder (synchroon) (beeld) sporen van bewoning, alledaagse z-\ken. (geluid) beschouwing - Heeft zij het huis juist bewoond? - V/as dat makkelijk? - Was zij het eens met Rietveld's kleurontwerp voor de vloer, en zo nee waarom niet (praktische overwegingen) acceptatie door de buitenwereld. anekdote va" haar dochter, die op school ontkende in dat gekke huis te wonen, omdat ze zich ervoor schaamde en niet geplaagd wilde worden.
scene 17 Slotscene (beeld) Mevrouw Schröder ruimt de boeken op en legt ze natuurlijk recht, zij schuift de wanden dicht ter voorbereiding van de nacht etc. beschouwing Schröder (synchroon) 'Van der Leek en het leven', naar aanleiding van het schilderij van Van der Leek en de boekenkast vol rommel eronder. Improvisatie, diverse oplossingen.