Prof. Ir. J»H. van den Broek Botterdam, westerkade t ff Rotterdam, 15 Mei 1951 ' jj i HE _ -OMjne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prinaessegracht 21, 1 a-Gravenhage. Hierbij heb ik de eer Uwe Excellentie mede te delen, dat de Commissie ter voorbereiding van de Stijl-tentoonstelling aanvankelijk niet heeft kun* nen voorzien, dat het aandeel van Mevrouw van Doesburg in de werkzaamheden der Oommissie zodanige omvang zou aannemen als thans het geval blijkt te zijn, goals ÏÏ bekend is woont Mevrouw van Doesburg te Meudon bij Parijs, waar de archieven van haar overleden man, Theo van Doesburg, berusten. Niet alleen heeft Mevrouw van Doesburg alle bescheiden en voorwerpen ter beschikking van de Commissie gesteld, doch de Commissie heeft haar ook bereid gevonden behulpzaam te zijn bij de inventarisatie en voorbereiding van de tentoonstelling. Aangezien zij als echtgenote en medewerkster van de leider van de Stijlgroep. beter dan wie dan ook op de hoogte is van alles wat zich in die jaren heeft afgespeeld in en om de Stijl-groep en zij bovendien de uitgebreide archieven in de bibliotheek volledig kent, is haar hulp onontbeerlijk geweest voor de Commissie» Enige malen is zij naar Kederland gekomen om de Commissie van advies te dienen en inlichtingen te verschaffen. Ook in de naaste toekomst zou de Commissie graag gebruik blijven maken van de zeer belangrijke medewerking van Mevrouw van Doesburg. Het is de Commissie echter gebleken, dat Mevrouw van Doesburg ter informatie en inventarisatie zoveel extra werkzaamheden heeft moeten verrichten, dat het onjuist ware haar hiervoor niet een klein honorarium toe te kennen* In verband hiermede verzoekt de Commissie aan Uwe Excellentie wel te willen goedkeuren dat uit het budget ad f. 2500.- voor de oriëntatie *»n de Stijl-tentoonstelling alsnog een bedrag van f. 500.- als vergoeding voor extra werkzaamheden aan Mevrouw van Doesburg ter beschikking wordt gesteld. Ten overvloede merkt de Commissie hierbij op, dat het niet in haar bedoeling ligt de vele werkzaamheden, die Mevrouw van Doesburg ongetwijfeld nog voor de Commissie zal verrichten andermaal te honoreren. Prof. Ir* J»H* van den Broek