Dit object is nu niet in het museum te zien | |
Titel | Credenskast |
Vervaardiger | |
Datering | 1400 - 1500 |
Materiaal / Techniek | |
Inventarisnummer | 50029 |
Objectnaam | |
Verwerving | bruikleen 1922 |
Afmetingen | hoogte 150 cm breedte 99 cm diepte 50 cm |
Fysieke beschrijving | Alle stijlen en regels zijn door dubbel of enkel getoogde pen- en gatverbindingen met elkaar vergaard. Binnen de gevormde raamwerken vallen panelen met een bossing in een groef. De onderdelen van de laden zijn koud tegen elkaar gespijkerd. |
Motief | |
Opmerkingen | Op een foto in het Haags gemeentearchief is te zien dat dit meubel aanvankelijk stond opgesteld in het Haagse woonhuis van jonkheer V.E.L. de Stuers, die één vertrek als ‘gothische kamer’ had ingericht. In dit vertrek was een ereplaats toegekend aan meubelen en kunstvoorwerpen die met de rooms-katholieke eredienst verbonden waren, waardoor dit vertrek de atmosfeer van een huiskapel kreeg. Tegen de linkerwand stond een altaar, overdekt met een geborduurd altaarkleed, waarop een geschilderd drieluik met heiligen en kandelaars. Deze opstelling werd gecompleteerd door een credenskast, die volgens de opvattingen in de 19de eeuw in de Middeleeuwen bij ieder altaar stond opgesteld en waarin alle objecten, die bij de cultus van de desbetreffende heilige een rol speelde, waren opgeborgen. In een in 1858 verschenen en in Nederland door Cuypers en De Stuers veelvuldig geraadpleegde studie van Viollet-le-Duc werd gesteld ‘Jusque au XVIe siècle une crédence est disposée près de chaque autel et souvent dans la niche destinée au piscine’. (Dl. I. p. 86) De decoratie van de panelen van de bovenkast, die immers verschillende heiligen vertoont, lijkt op een religieuze bestemming te wijzen. Toen dit meubel in 1922 als bruikleen werd aanvaard, is daarbij de aantekening gemaakt dat dit meubel uit oude onderdelen was samengesteld. Daarmee werd in ieder geval gedoeld op het middenpaneel van de achterwand, waarvan de achterzijde, die sporen van scharnieren en hengsels vertoont, aangeeft dat deze oorspronkelijk als deurtje heeft gediend. Andere onderdelen, zoals de laden en de geprofileerde kroonlijst om het bovenblad, lijken 19de eeuwse toevoegingen te zijn. Vermoedelijk heeft De Stuers bij de restauratie van dit object gebruik gemaakt van de aanwijzingen die in het werk van Viollet-le-Duc waren vervat. In 1858 kende deze auteur geen voorbeelden van bewaard gebleven authentieke credenskasten, zodat op afbeeldingen daarvan moest worden teruggegrepen. Een afbeelding van dit type meubel vond deze Franse architect in reliëf gebeeldhouwd op één van de koorbanken van de kathedraal van Amiens. Dit object sluit in opbouw en enkele details aan bij het meubel dat in de gotische kamer van De Stuers stond opgesteld. Het front van het Franse meubel is opgebouwd uit stijlen en regels, waartussen twee met snijwerk versierde panelen en twee deurtjes zijn aangebracht. Onder de deurtjes zijn twee gesneden panelen aangebracht, gescheiden door een middelstijl met een afhangende gedraaide knop. De geprofileerde kroonlijst werd ook in de 19de eeuw toegevoegd. |
Documentatie |
|
Tentoonstellingen |
|
Duurzame url | Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/collect.6019CE04-871F-4610-9DE0-D0A4B8BECDC0 |
Vragen? | Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten! |