<span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">Gerrit Rietveld maakte deze kinderstoel voor de kleine Hendrikus Johannes Witteveen, later Nederlands minister van Financiën en IMF-voorzitter. In 2006 dook dit exemplaar op uit het bezit van een familie die in de jaren 1920 in Zeist had gewoond. Via publicatie in het tijdschrift van de Stijl-groep was van dit ontwerp één ander exemplaar bekend, dat later verloren is gegaan. Het was Rietvelds eerste ontwerp dat door De Stijl in de openbaarheid kwam, maar ook het eerste meubel in het blad. [tekst 2023]</span>
1/13
Gerrit Rietveld maakte deze kinderstoel voor de kleine Hendrikus Johannes Witteveen, later Nederlands minister van Financiën en IMF-voorzitter. In 2006 dook dit exemplaar op uit het bezit van een familie die in de jaren 1920 in Zeist had gewoond. Via publicatie in het tijdschrift van de Stijl-groep was van dit ontwerp één ander exemplaar bekend, dat later verloren is gegaan. Het was Rietvelds eerste ontwerp dat door De Stijl in de openbaarheid kwam, maar ook het eerste meubel in het blad. [tekst 2023]
aankoop met Stedelijk Museum Amsterdam, met steun van de Mondriaan Stichting, Vereniging Rembrandt, 2008 (gezamenlijke aankoop met Stedelijk Museum Amsterdam, met steun van de Mondriaan Stichting, Vereniging Rembrandt)
Afmetingen
hoogte 123 cm
breedte 44 cm
diepte 55.5 cm
Opmerkingen
Gezamelijke aankoop met Stedelijk Museum Amsterdam, met steun van de Mondriaan Stichting, Vereniging Rembrandt, mede dankzij het Prins Bernhard Cultuurfonds en KF Hein Fonds.
Documentatie
Aanwinsten : Over museale aankopen mede mogelijk gemaakt met de incidentele aankoopregeling van het Mondriaan Fonds, Tekst: Edo Dijksterhuis, Birgit Donker, Anna van Leeuwen ... [et al.], (Amsterdam, 2016), p. 124, met afb. in kleur
De Stijl 100 jaar inspiratie : De Nieuwe Beelding en de internationale kunst 1917-2017, Anton Anthonissen, Evert van Straaten, (Zwolle, 2016), p. 285, met afb. in kleur
De Stijl 1917-1931, dir. d'ouvrage Frédéric Migayrou ; avec la coll. d'Aurélein Lemonier, (Paris, 2010), p. 227