Grafmonument van een ridder uit het geslacht Drakenborch

Grafmonument van een ridder uit het geslacht Drakenborch

<span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">De familie Drakenborch hoort tot de machtigste adel in laatmiddeleeuws Utrecht. Ook na de dood blijft hun positie in de samenleving zichtbaar. Zo staat dit grafmonument voor Werner van Drakenborch zo’n 200 jaar in de kerk van de dominicaner kloosterorde bij de Breedstraat. De overledene is in hard natuursteen weergegeven als geharnaste ridder, inclusief maliënkolder, wapenrok, dolk en zwaard. Alleen zijn helm ontbreekt: Werners hoofd rust voor eeuwig op een stenen kussen. [tekst 2023]</span>

De familie Drakenborch hoort tot de machtigste adel in laatmiddeleeuws Utrecht. Ook na de dood blijft hun positie in de samenleving zichtbaar. Zo staat dit grafmonument voor Werner van Drakenborch zo’n 200 jaar in de kerk van de dominicaner kloosterorde bij de Breedstraat. De overledene is in hard natuursteen weergegeven als geharnaste ridder, inclusief maliënkolder, wapenrok, dolk en zwaard. Alleen zijn helm ontbreekt: Werners hoofd rust voor eeuwig op een stenen kussen. [tekst 2023]

Nu in het museum in Collectie Centraal

Titel

Grafmonument van een ridder uit het geslacht Drakenborch

Vervaardiger

Datering

ca. 1370 - ca. 1390

Materiaal / Techniek

Naamse steen; gips

Inventarisnummer

1834

Objectnaam

grafmonument

Verwerving

overdracht 1838

Afmetingen

hoogte 110 cm

breedte 218 cm

diepte 85.5 cm

hoogte (beeld) 39.8 cm

breedte (beeld) 188 cm

diepte (beld) 56.6 cm

gewicht 383 kg

Opschriften / merken

  • geen :

Geassocieerd onderwerp

Utrecht, St. Andreasklooster (?) (herkomst)

kloosters (Utrecht) (religie)

bestuurders (Utrecht) (bestuur)

Geassocieerde periode

Bisschoppelijk Utrecht 695-1528

Motief

ridder

Opmerkingen

Het geslacht Drakenborch behoorde in de 14de en 15de eeuw tot de voornaamste families van Utrecht. Gezien de datering tussen ca. 1370 en 1390 zou dit het grafmonument van Werner van Drakenborch, schout van Utrecht in 1364, kunnen zijn. Het is vermoedelijk afkomstig uit de kerk van het voormalige Predikheren- of Sint Andreasklooster, Utrecht (?); volgens de overlevering uit de kapel van het voormalige Wittevrouwenklooster. In 1838 werd het vanuit het bolwerk Morgenster overgebracht naar het Stadhuis. Het beeld is ingrijpend gerestaureerd. De twee bovenkwasten van het kussen zijn nieuw; de onderbenen en de leeuw, de handen en een deel van het gelaat werden in 1874-1876 door E.F. Georges in gips gereconstrueerd. Zie: J. Klinckaert, Beeldhouwkunst tot 1850. De verzamelingen van het Centraal Museum Utrecht (Utrecht 1997), pp.55-58; R.E. de Bruin en M. Brinkman, Utrechtse geschiedenis. De verzamelingen van het Centraal Museum (Utrecht 2007), pp.121-125.

Documentatie

  • Adel en ridderschap in Utrecht, Renger E. de Bruin, (Zwolle, 2023), p. 119, afb. z/w, r.o.

  • Beeldhouwkunst tot 1850. De verzamelingen van het Centraal Museum Utrecht [cat. nrs. 1-243], Jan Klinckaert, (Utrecht, 1997), p. 183-184, cat. nr. 4, met afb.; pp. 55-58, met afb. in kleur

  • Catalogus van het Historisch Museum der stad [1928, cat. nrs. 1403-2891], W.C. Schuylenburg, (Utrecht, 1928), cat. nr. 1577

Tentoonstellingen

  • Collectie Centraal, Centraal Museum, Utrecht, 2023

  • Ommuurde Stad, Centraal Museum, Utrecht, 2020 - 2021

  • In beeld. Het beeld en zijn opdrachtgever, Centraal Museum, Utrecht, 1997

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL:

https://hdl.handle.net/21.12130/collect.1423798A-8D15-460B-86E0-EFBB469B3CEB

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!