Sint Maarten
In de Middeleeuwen was de bisschopsstad Utrecht een belangrijk centrum voor beeldhouwkunst. De meer dan veertig kerken en kapellen hadden sculpturen nodig ter verering van de talloze heiligen. Van deze kerkelijke kunst is maar weinig overgebleven. De volkswoede richtte zich in de zestiende eeuw veelvuldig tegen de kerken. Het interieur werd kort en klein geslagen. Wat na deze Beeldenstormen nog over was, verdween met de invoering van de reformatie (in Utrecht in 1580).<br><br><p>Bij het gereedmaken van de Domkerk voor de protestantse eredienst nam het Domkapittel, dat de kathedraal beheerde, zelf het initiatief. Het huurde een aannemer in om de beelden uit de kerk te halen. Een kleine groep werd daardoor veilig ondergebracht in het archief van het kapittel. Na de opheffing van het kapittel in 1811 werden de beelden te koop aangeboden. De Utrechtse architect Christiaan Kramm, die ze verwierf, verkocht ze in 1838 door aan de gemeente Utrecht. Dat jaar opende het nieuwe Stedelijk Museum van Oudheden zijn deuren. Met deze vroege herkomst staan de vijf Dombeelden aan de basis van de collectie van het Centraal Museum.</p><p>Centraal staat Sint Maarten, de patroonheilige van de kathedraal en ook van de stad. De heilige is als Romeins officier op zijn paard afgebeeld en snijdt volgens het populaire verhaal een stuk van zijn mantel af voor een kreupele bedelaar met een schurftig hondje. Twee andere heiligen uit de groep die nauw met de Dom zijn verbonden zijn Agnes en Pontianus van Spoleto. Hun beider naam was verbonden met de wijding van de Dom in juli, die jaarlijks werd herdacht met een kermis (kerkmis). Van Pontianus bezat de Dom belangrijke relieken. Hij is weergegeven als ridder. Lange tijd is daarom gedacht dat dit beeld de heilige Joris voorstelde, maar dan zonder draak, zijn vaste attribuut. Agnes is in een lange, modieuze jurk afgebeeld met haar symbool, een lam. De twee andere heiligen, Maria Magdalena en de apostel Paulus, waren niet zozeer specifiek aan de kathedraal gekoppeld, maar waren wel populaire heiligen. De beeldhouwer voorzag ze van hun traditionele symbolen: een zalfpot en een zwaard. Het zwaard van Paulus is in de loop der tijd verdwenen. Afgezien van dat zoekgeraakte zwaard zijn de beelden opmerkelijk gaaf bewaard gebleven. Zelfs de oorspronkelijke polychromie is deels nog aanwezig. </p>