
Dit object is nu niet in het museum te zien | |
Titel | Bouwfragment van schelpnis met vrouwenhoofd |
Vervaardiger | |
Datering | ca. 1540 - ca. 1550 |
Materiaal / Techniek | |
Inventarisnummer | 11842 |
Objectnaam | |
Verwerving | overdracht 1956 |
Afmetingen | hoogte 26.2 cm breedte 51.5 cm diepte 18.8 cm |
Geassocieerd onderwerp | |
Geassocieerde periode | |
Motief | |
Opmerkingen | Mogelijk afkomstig van een epitaaf of een altaar. Het klooster Mariëndaal (of Maria ten Dael, Den Dael of ook wel Vallis S. Mariae) was een Cistercienserklooster en werd in 1245 gesticht door Theodoricus van Kovelwaet, kanunnik van Oudmunster. Het complex werd in 1383 ten gevolge van blikseminslag verwoest en moest in 1483 een aanval van Maximiliaan van Oostenrijk ondergaan, waarop in 1586 definitieve afbraak volgde. De fragmenten met de inv. nrs. 11842, 11844 en 11845 werden in 1956 samen met een treurende Maria met Johannes en vermoedelijk Maria Magdalena Elisabeth van Thuringen en Bernardus van Clairvaux bij de opgravingen van het klooster gevonden in een rechthoekige ruimte pal ten zuiden van het koor (zie foto in: W. Stooker, Het Cisterciencerklooster Maria ten Dale, De Timmerwerf (april 1957), p. 3, foto p. 4). Deze ruimte deed hoogstwaarschijnlijk dienst als sacristie. Bovengenoemde inv. nrs. zijn mogelijk afkomstig van een door de Beeldenstorm beschadigd vroeg XVIde eeuws renaissance altaar of epitaaf (zie: C.L. Temminck Groll, De opgraving van het Cistercienserklooster Mariendael bij Utrecht, Jaarboekje van Oud-Utrecht (1958) p. 61 e.v.). Gedetailleerde opmetingen van de vondsten zijn gemaakt door de onderafdeling Monumenten van D.O.W. Utrecht en berusten in het Gemeentearchief en bij de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort. |
Documentatie |
|
Duurzame url | Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/collect.7545A393-831A-4BB1-BEA9-E7D3024CC863 |
Vragen? | Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten! |