In 1932 ontwierp meubelontwerper Gerrit Rietveld (1888 – 1964) de zigzag-stoel. Van alle werken van Gerrit Rietveld wordt de zigzagstoel gezien als het ontwerp met de meest perfecte samenhang tussen vorm, functie en constructie. Rietveld liet per variatie van de zigzagstoel twintig stuks maken. In het Centraal Museum zijn nu permanent zes van deze ontwerpen te bewonderen. De expositieruimte, te zien vanaf de entree, speelt met de vorm van de stoelen.

Het zigzagje

Gerrit Rietveld wilde een stoel maken uit één plaat, die als een lijn in de ruimte staat. De zigzag-stoel is daar een variant op. De stoel is volgens Rietveld ‘een schot in de ruimte’ die de ruimte ongeschonden laat. De stoel is volgens hem dan ook geen stoel maar een constructief grapje. “Ik noemde het altijd het zigzagje”, aldus Rietveld.

Het klassieke model van de zigzagstoel ontstond pas na een aantal experimenten in diverse materialen. Pogingen om het ontwerp uit fiber, stalen buis, multiplex en plaatstaal te maken, mislukten. Uiteindelijk bleek de uitvoering van vier houten Bruynzeelkastplanken het makkelijkste en het sterkste te zijn.

In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw volgden verschillende variaties op de zigzagstoel.