Jacob Gillig, Stilleven met drie vissen in een mand en vismoten op tafel, 1682
Utrecht ligt niet aan zee, maar toch specialiseerde een aantal schilders in de stad zich in het genre van het visstilleven. Onder hen bevonden zich Willem Ormea, Jan de Bont en Jacob Gillig. Schilders van het visstilleven namen als onderwerp zoet- en zoutwatervis, afhankelijk van de stad waarin men woonde en werkte. Gillig woonde vlakbij de Vismarkt in Utrecht en schilderde vooral de zoetwatervis die daar verhandeld werd. De grootste uitdaging voor de schilders van dit genre was het zo goed en natuurgetrouw mogelijk weergeven van de vissenhuid. Het beschikbare palet was vanwege het onderwerp beperkt tot zilvergrijze en roze tonen. Dit is het vierde schilderij van Gillig in de collectie van het Centraal Museum, dat in 2004 de tentoonstelling Vis. Stillevens van Hollandse en Vlaamse meesters 1550-1700 organiseerde.

Aelbert Jansz van der Schoor, Vanitasstilleven 1662
De Utrechtse schilder Aelbert Jansz van der Schoor was mogelijk een leerling van Abraham Bloemaert. Er is een veertigtal schilderijen van zijn hand bekend. Het zijn portretten, historiestukken, genretaferelen en vis- en vanitasstillevens. Elk genre werd beïnvloed door een andere kunstenaar.
Zijn visstillevens tonen de invloed van Jan de Bont en Willem Ormea, terwijl hij voor zijn genre- en historiestukken keek naar het werk van de Utrechtse caravaggist Jan van Bijlert. Het Vanitasstilleven uit 1662 is Van der Schoors laatst gedateerde werk.