In september 1967 werd bekend dat Utrecht driekwart van het gehele kerkelijke museale bezit in beheer krijgt dankzij een "fusie" van het Aartsbisschoppelijk Museum, gehuisvest in het Centraal Museum, het Bisschoppelijk Museum in Haarlem en (een deel van) het Oud-Katholieke Museum. Daarbij was het plan om het Catharijne gasthuis en het Catharijneconvent te restaureren en te verbouwen (voor twee miljoen gulden) worden om de collecties te herbergen.

Ter inleiding van deze concentratie werd in het Centraal Museum in september en oktober 1967 een keuze geëxposeerd uit de waardevolste bezittingen van het Bisschoppelijk Museum.