In 2012 kreeg het Centraal Museum enkele kostuums uit het bezit van de adellijke familie Van Boetzelaer. Het gaat onder meer om een galauniform van Dr. Carel Wessel Theodorus baron van Boetzelaer van Dubbeldam (1873-1956). Hij was van 1922 tot 1937 lid van de Tweede Kamer voor de Christelijk-Historische Unie (CHU), een van de voorlopers van het CDA. Kamerleden droegen dergelijke uniformen bij bijzondere gelegenheden.
De andere kledingstukken zijn van het personeel: huisknechten en een koetsier (die later chauffeur werd). Voor de Tweede Wereldoorlog beschikten adellijke families nog over een huishoudelijke staf in hun ruime huizen.

Baron van Boetzelaer bewoonde de buitenplaats Sandwijck bij De Bilt. Hij is er geboren en ook overleden. Hij woonde er met zijn gezin van vier zonen en twee dochters. Een van die dochters, Johanna Charlotte (Ocky), is door Pyke Koch geportretteerd. Zij was bevriend met Heddy de Geer, Kochs vrouw. Koch maakte kort na de Tweede Wereldoorlog enkele portretten van freule van Boetzelaer, zie inventarisnummer 27131.

De kledingstukken werden door een kleinzoon van de baron aan het museum geschonken. De kostuums geven een beeld van de wooncultuur aan de Stichtse Lustwarande, het lint van kastelen en buitenplaatsen dat zich uitstrekte van De Bilt tot Rhenen. Dit adellijke leven was rond 1900 op zijn hoogtepunt. Na de oorlog verdween het in hoog tempo. De huizen kwamen in andere handen of werden gesloopt. Sandwijck werd in 1963 gekocht door de stad Utrecht en vervolgens door de universiteit. Toen het huis geen bestemming kreeg, werd het gekraakt. Nu is het opgedeeld in appartementen.