Bertus Mulder en Gerrit Rietveld waren jarenlang collega’s en goede vrienden. Toen Rietveld na de dood van zijn vrouw naar het Schroderhuis verhuisde, trok het echtpaar Mulder in zijn oude appartement op het Vredenburg. Over het meubilair dat achterbleef, zei Rietveld: 'Wat je gebruiken kunt mag je hebben, de rest gooi je maar weg.' Gelukkig gooide Mulder niets weg. Vijf objecten uit zijn verzameling zijn nu aangekocht door het Centraal Museum. Drie meubelen: een naaikastje voor Rietvelds vrouw uit circa 1923, een lage eikenhouten bank met ijzeren manchetten aan de poten, en een klaptafel met onderstel van ijzeren banden van omstreeks 1911. En twee werken op papier: een ontwerpschets en een plattegrond van het textielpaviljoen van de Expo ’58. De maquette van het textielpaviljoen bevond zich al langer in de collectie. De meubelen zijn eigenhandig door Rietveld gemaakt, aan het begin van zijn carrière als meubelmaker. De verwerving van deze authentieke stukken is een prachtige aanvulling op de collectie Bertus Mulder Utrechts architect Bertus Mulder werkte in het begin van de jaren zestig voor Gerrit Rietveld. Eind jaren tachtig restaureerde Mulder het Rietveld-Schröderhuis en later andere Rietveldwoningen in Utrecht. Als erkend Rietveld deskundige was hij daarnaast betrokken bij de restauratie van diens werk door heel Nederland en daarbuiten. In 1994 publiceerde Mulder het boek Gerrit Thomas Rietveld, Leven Denken Werken. Rietveldcollectie De Rietveldcollectie van het Centraal Museum bestaat uit circa 300 objecten. Een groot deel is persoonlijk door Rietveld geschonken ter gelegenheid van zijn eerste overzichtstentoonstelling. Ook het Rietveld-Schröderarchief wordt door het Centraal Museum beheerd.