Het kunstwerk van de maand september 1972 was een zogeheten giraffeklavier dat in 1820 vervaardigd was door de gebr. Müller, "Fabrijk en Magazijn van alle Soorten van Piano Fortes te Amsterdam". Bij een giraffeklavier zijn de snaren niet horizontaal, maar vertikaal gespannen; de hoogste van het instrument is dan ook 201 cm. De omvang van het toetsenbord is bij dit exemplaar zes octaven (FF – f4). Het instrument heeft zes pedalen, en wel voor demping, fagot, triangel met trommel en bellen, verschuiving van ‘una corda’ en twee moderatorpedalen. Dit pedaal, ook studiepedaal genoemd, vergrendelt een viltstrook tussen de hamerkoppen en de snaren; daardoor kan men oefenen zonder te veel geluidsoverlast te veroorzaken.

Naast kostbare materialen werden ook goedkope verwerkt, dit als gevolg van wijzigende opvattingen: voor de burgerij hoefde het niet allemaal echt en duur te zijn.

Het Centraal Museum heeft het klavier in 1955 uit particulier bezit gekocht.

Van augustus 1963 tot en met december 1972 werd elke maand speciale aandacht geschonken aan een object uit de collectie van het Centraal Museum.