In de tentoonstelling ‘De zeven hoofdzonden’ neemt Jurgen Bey het beroemde gelijknamige schilderij van Jeroen Bosch als uitgangspunt. In zeven tafereeltjes, veelal interieurs, verbeeldt Bosch tot welk gedrag deze zonden leiden en hoe dat tot uitdrukking komt in de omgeving van de zondaar. Jurgen Bey gaat er vanuit dat de innerlijke drijfveren van een mens zijn af te lezen uit zijn omgeving en zijn interieur. Ondeugden leiden daarbij eerder tot activiteit en creativiteit dan deugden, volgens Bey.

De zeven taferelen van Jeroen Bosch geeft Bey opnieuw vorm door zijn eigen werk te combineren met de collectie van het Centraal Museum. De nadruk ligt op toegepaste kunst en vormgeving, maar mode, stadsgeschiedenis, oude en moderne beeldende kunst komen zeer zeker ook aan bod.

Jurgen Bey is een van de belangrijke Nederlandse ontwerpers uit de afgelopen twee decennia, waarin een belangrijke omslag in de vormgeving plaats vond. In 2013 is het 20 jaar geleden dat de Nederlandse vormgeving dankzij een presentatie van Droog Design in Milaan doorbrak in de internationale designwereld. Het museum verzamelt Droog Design al sinds deze beginjaren.

Jurgen Bey is oprichter en directeur van Studio Makkink & Bey. Daarnaast is hij directeur van het Sandberg instituut. Het Centraal Museum heeft een bijzondere band met Bey, vanwege zijn ontwerpen in de verzameling en vanwege de opdrachten die hij via en met het museum in Utrecht realiseerde: het interieurontwerp van de Kleine Trouwzaal en de zogenaamde Utrechtse wand in het Stadhuis.


De vier uitersten
In de hoekmedaillons van het schilderij van Jeroen Bosch zijn de Vier Uitersten afgebeeld: de Dood, het Laatste Oordeel, de Hel en de Hemel.

Kunstenaar Klaske Oenema maakte vier korte films over deze uitersten. Haar werk bestaat uit gefilmde knipselprojecties op een overheadprojector met gesproken tekst en muziek. In het schilderij van Bosch vormen de vier uitersten de context waarin de zeven hoofdzonden betekenis krijgen. De dood als laatste moment van berouw en vergeving, het oordeel, en dan als gevolg de hemel of de hel. In deze tijd spelen deze uitersten nog altijd wel een rol, maar op een heel andere manier. Minder mensen geloven in een laatste oordeel of in leven na de dood. Klaske plaatst in haar werk de hel, de hemel en het oordeel binnen het dagelijks leven. Waarbij de dood een einde is en zelden wordt gezien als een begin.


De taal der dingen
Voorwerpen hebben naast een vorm en een functie ook vaak een betekenis. Deze ‘taal der dingen’ is soms logisch rationeel en soms fantastisch associatief. Ontdek in deze tentoonstelling de verhalende kracht van voorwerpen

Vormgever

Jurgen Bey

Documentatie

  • Dutch Design jaarboek 2014 = Dutch Design yearbook 2014, samenst. = ed. by Joost Alferink, Jan Konings, Richard van der Laken, Timo de Rijk (eindred.= ed.-in-chief) ; teksten = texts Aaron Betsky ... [et al.], nai010 uitgevers (Rotterdam, 2014), 192 p.

Collectie in deze tentoonstelling

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/exhibit.B608184B-B878-4037-8C3D-517E08EB9116

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over deze tentoonstelling? Laat het ons weten!