De kiem voor tentoonstelling De Ommuurde Stad werd 20 jaar geleden gelegd in het Utrechtse bastion Zonnenburg. Tot volle bloei kwamen de verhalen in een afgelegen Frans schrijvershuisje. Conservator René de Kam neemt u in deze blog mee met de totstandkoming van zijn tentoonstelling én in de rijke geschiedenis van de Utrechtse stadsverdediging.

2 Prive collectie.jpg

Tijdcapsule Zonnenburg

Zo’n twintig jaar geleden stond ik samen met enkele toenmalige Erfgoedcollega’s in de geschutskelders van het zestiende-eeuwse bastion Zonnenburg, die toen nog maar net waren blootgelegd. Iedereen was opgetogen, want onder een dikke laag donkere aarde waren net de oorspronkelijke kazematten van het bastion inclusief de kanonsgaten tevoorschijn gekomen. En dat was nog niet alles, want al snel ontdekten de archeologen nog veel meer originele details: de ringen waar ooit de kanonnen aan vastzaten, een keienbestrating, een vergeten waterput en zelfs de plee waar de op wacht staande soldaten lang geleden hun behoefte deden.

Zonnenburg bleek niets anders dan een intrigerende tijdcapsule. Zo weggevlogen uit een tijd waarin Utrecht met grote poorten, dikke muren, torens en bastions tot het uiterste verdedigd kon worden. In de negentiende eeuw was vrijwel de complete ommuring afgebroken, maar Zonnenburg was door het oog van de naald gekropen. Sinds 1850 was het net opgerichte KNMI er gehuisvest, en daarom bleef het bastion gespaard. Aangezien de geschutskelders en het bijbehorende binnenplein niet door het KNMI en later de universiteit werden gebruikt, waren die uit het zicht geraakt en langzaam maar zeker toegedekt door een dikke laag humus.

Tentoonstellingsplannen

Nadat ik die zomer oog in oog had gestaan met deze tastbare sporen, liet de ommuring me niet meer los. Toen ik in februari 2018 conservator Stadsgeschiedenis werd in het Centraal Museum, leek het me dan ook geweldig om een tentoonstelling aan de ommuurde stad te wijden. Dat in 2020 de singel weer helemaal rondom de oude stad zou stromen, was bovendien een mooie aanleiding. Gelukkig viel het plan bij mijn nieuwe collega’s in goede aarde en kon ik het uitwerken.
En zo begon een bijzondere zoektocht naar objecten die tentoongesteld zouden worden. Een rondgang door de museumcollectie leverde al heel veel bijzonders op. Van opmerkelijke tekeningen en indrukwekkende schilderijen tot oude wapens en zelfs een originele signaalhoorn, die in de zeventiende eeuw door de nachtwakers van de Bemuurde Weerd was gebruikt. Tegelijkertijd startte het onderzoek naar mogelijke bruiklenen uit binnen- en buitenland.

3 Centraal Museum.jpg

Hoewel de objectenlijst steeds meer vorm kreeg en het verbindende verhaal mij steeds duidelijker werd, bleek echter dat er eigenlijk niet zo veel gepubliceerd was over de geschiedenis van de Utrechtse stadsverdediging. Dat betekende dat er meer inhoudelijk onderzoek nodig was om het verhaal van De ommuurde stad écht goed te kunnen vertellen.

Dat viel mooi samen met de wens om een boek aan het onderwerp te wijden. Gezien de krappe planning, besloot ik me enige maanden op te sluiten in de Franse Bourgogne waar ik van een collega een huis in een boerendorp kon huren. Half oktober 2019, ongeveer een half jaar voor de geplande tentoonstelling, vertrok ik met een grote selectie boeken, artikelen en digitale bestanden. Slechts de dag ervoor had ik nog het auteurscontract getekend bij uitgeverij Het Spectrum. Er viel geen dag meer te verliezen.

Huis Frankrijk (1).jpg

Muren uit de oudheid

In de stilte van het Franse landschap ontspon zich langzaam het verdere verhaal achter de ommuurde stad. De rode draad van de tentoonstelling – de zoektocht naar veiligheid en de bepalende rol daarin van de wapenwedloop – kreeg steeds meer vorm.

Opvallend was de rol van het Romeinse castellum dat omstreeks het jaar 40 ter hoogte van Utrecht was gebouwd op de toenmalige splitsing van de Rijn en Vecht. Hoewel de Romeinen omstreeks het jaar 275 de Nederlandse grenszone verlieten, zou het legerkamp nog zo’n 850 jaar bescherming blijven bieden aan allerlei mensen die in of rondom de oude tufstenen muren van het kamp zouden verblijven. Dat was natuurlijk een bekend gegeven, maar pas tijdens het schrijven realiseerde ik me dat het Romeinse fort dus veel langer aan mensen bescherming had geboden dan de Utrechtse stadsmuren zelf, die ‘slechts’ zo’n zeven eeuwen overeind zouden staan.

4 Daan Claessen Erfgoed gemeente Utrecht.jpg

Rondom de oude castellummuur ontstond vanaf de tiende en elfde eeuw de eerste metropool van de noordelijke Nederlanden, dankzij de internationale jaarmarkten en de aanwezigheid van de kathedraal van het grote bisdom Utrecht. Maar dan wel een metropool zonder bescherming, waardoor de inwoners in geval van nood hun toevlucht moesten zoeken in het kleine gebied achter de toen al eeuwenoude castellummuren, waarvan de fundamenten dus nog teruggingen tot de antieke oudheid.

Burgers aan de macht

Toen Utrecht in 1122 stadsrecht kreeg, mocht het eindelijk een echte stadsverdediging aanleggen. Nog in dat jaar zal er begonnen zijn met het graven van de buitengracht (singel), waarbij de opgegraven aarde gebruikt zal zijn om een wal rondom de nieuwe stad aan te leggen. Ook werden er al snel hoge tufstenen torens gebouwd. Tot voor kort was het onzeker of er in die tijd ook tufstenen muren gebouwd werden, maar uit mijn archiefonderzoek bleek dat er zelfs in de zestiende eeuw nog op veel plaatsen gedeelten van tufstenen muren aanwezig waren. Dat maakt het aannemelijk dat de Utrechtse verdediging aan het eind van de twaalfde eeuw bestond uit een buitengracht, een aarden wal waar op veel plaatsen al een tufstenen muur stond.

5 Daan Claessen Erfgoed gemeente Utrecht.jpg

En dan waren er nog zo’n dertien hoge vierkante tufstenen torens, waarvan er vier ook als poort functioneerden. Het moet een enorm karwei zijn geweest om die verdedigingslinie aan te leggen, maar juist dat geeft ook het grote belang ervan aan.

Na enkele mislukte pogingen wisten de Utrechtse burgers, die zich inmiddels verenigd hadden in beroepsverenigingen (de gilden), dankzij een slim politiek spel in 1304 aan de macht te komen. Om hun positie te consolideren, trokken ze ook de militaire taken naar zich toe. Al snel waren de gilden dan ook verantwoordelijk voor zowel het stadsleger als de bewaking en onderhoud van de stadsommuring. Elk gilde kreeg een bepaald deel van de stadsverdediging, een zogeheten gildeslag, toegewezen.

Door de herontdekking van de baksteen omstreeks 1200 had de Utrechtse stadsverdediging inmiddels al een behoorlijke metamorfose doorgemaakt. Aan het begin van de veertiende eeuw waren er al tientallen bakstenen torens en op veel plaatsen stonden al bakstenen muren. Kort na 1366 startte opnieuw een grote vernieuwingsslag waarbij de ommuring zijn indrukwekkende laatmiddeleeuwse uiterlijk kreeg met vijf grote poorten, vijftig torens en muren van zo’n tien meter hoog. Een imposante verschijning van alles bij elkaar vijf kilometer lang!

7 Daan Claessen Erfgoed gemeente Utrecht.jpg

Onderlinge strijd

Maar wie denkt dat die stadsverdediging bescherming bood aan alle Utrechters komt enigszins bedrogen uit. Het laatmiddeleeuwse Utrecht wordt namelijk gekenmerkt door een voortdurende machtsstrijd tussen de bevolking onderling. De strijdende groepen werden veelal vernoemd naar belangrijke Utrechtse families waartoe de leiders behoorden, zoals de Lichtenbergers of de Gunterlingen. Die zogeheten factiestrijd ging met veel geweld gepaard, waarbij het regelmatig voorkwam dat de leidende factie de leden van de andere partij de stad uit gooide. Regelmatig klopten de benadeelde Utrechters daarop aan bij de naburige vorsten, zoals de graaf van Holland of de hertog van Gelre.

8 Nationaal Archief.jpg

Zo liep een factiestrijd in 1344 en 1345 uit op de eerste grote belegering van de stad Utrecht, toen de graaf van Holland vijfhonderd verbannen Gunterlingen te hulp kwam – al was er natuurlijk vooral ook sprake van eigen belang van de graaf. In haar proefschrift uit 2019 gaat Justine Smithuis uitgebreid in op deze gewelddadige kant van de Utrechtse politiek in de late middeleeuwen. Uit veel verschillende bronnen blijkt dat het in de laatmiddeleeuwse gemeenschap in Utrecht bepaald geen pais en vree was. Het beeld dat met de bouw van de Utrechtse muren er een hechte gemeenschap ontstond, die zich vanaf de muren en torens gezamenlijk tegen de boze buitenwereld verdedigde, klopt dus in geen geval.

Eigenlijk boden de Utrechtse muren vooral bescherming aan de Utrechters die tot de op dat moment machtigste en regerende partij behoorden. Aangezien in sommige periodes er veel machtsgrepen plaatsvonden, konden de rollen overigens ook snel omgekeerd zijn. Alleen al tussen 1400 en 1430 vonden er zestien machtsgrepen plaats, waarvan er maar vier succesvol waren. Daarbij liepen de scheidslijnen van de verschillende machtsgroepen veelal dwars door de bevolking en gilden heen. Het was dus zeker niet zo dat de houtbewerkers tegenover de zuivelverkopers stonden of iets dergelijks.

Pas na de machtsovername door keizer Karel V in 1528 zou de onderlinge machtsstrijd verstommen. Op dat moment had het politieke geweld Utrecht al wel bijna vier eeuwen in zijn greep gehouden. Overigens was dat ook weer niet uitzonderlijk, want ook in Holland en Gelre gingen verschillende facties elkaar regelmatig te lijf. En wie aan Romeo en Juliette denkt, weet ook dat een dergelijke onderlinge factiestrijd ook elders in Europa niets bijzonders was.

9 Mike Bink Fotografie.jpg

Veranderende wereldbeelden

Door de stilte van het Franse land waar ik aan het schrijven was, kwamen de beelden van de factiestrijd en het middeleeuwse stadsleger dat er regelmatig met de vele kleurrijke banieren op uit trok, misschien wel extra hard binnen. Al werkend ontstonden er ook nieuwe inrichtingsideeën voor de tentoonstelling, zoals het gebruik van de banieren op het Utrechteiland in de tweede zaal. Het was heel bijzonder om twee maanden helemaal op te gaan in het laatmiddeleeuwse Utrecht en de continue veranderingen van stad en samenleving tot in detail te volgen. Wat dat betreft is het geweldig dat Het Utrechts Archief het gehele stadsarchief van 1122 tot 1580 inmiddels online heeft staan. Zo kon ik in totale afzondering en slechts met een telefoon als hotspot toch alle benodigde archiefstukken raadplegen.

Uit de archiefstukken kwam duidelijk naar voren hoe de Utrechters zich steeds weer moesten aanpassen aan nieuw ontstane situaties. Voor welke partij kozen ze? Hoe gingen ze om met de heftige geweldsuitbarstingen, waarbij soms veel slachtoffers vielen? Wat deden ze met de sociale en economische beperkingen die de conflicten vaak met zich meebrachten? Steeds opnieuw werd er een appel gedaan op de veerkracht van de stedelingen. En daarbij ging het niet alleen om de consequenties van de gewelddadige stadspolitiek uit die eeuwen, maar ook om andere zaken. Zo werd de regionale situatie vaak bepaald door de grotere internationale context. Eerst had dat internationale nog vooral betrekking op de directe buurlanden, maar toen die in de loop van de vijftiende eeuw steeds vaker onderdeel werden van grotere rijken of bredere allianties, werd ook het internationale perspectief groter.

10 Het Utrechts Archief.jpg

Zo kwamen in de zestiende eeuw veel aanpassingen aan de Utrechtse stadsverdediging direct voort uit de oorlogsdreiging tussen Frankrijk en het Habsburgse rijk. Maar naast politieke perikelen waren natuurlijk ook veel andere zaken van grote invloed op het wel en wee van de stedelijke gemeenschap, zoals economische magere tijden. En natuurlijk ziektes en epidemieën. Denk alleen maar aan de enorme impact van de pest die tussen 1347 en 1668 Utrecht meer dan dertig keer zou treffen.

Toen ik in de laatste maanden van 2019 in mijn zelfgekozen kluizenaarschap in Frankrijk onderzoek deed voor tentoonstelling en boek, had ik niet kunnen bevroeden dat de voor mij zo bekende en vertrouwde wereld kort daarop totaal anders zou zijn. Dat ik enkele maanden later opnieuw opgesloten zou zitten, maar ditmaal in mijn eigen huis vanwege een nationale lockdown. In die totaal veranderde wereld schreef ik uiteindelijk de laatste zinnen van mijn boek. Op een tijdstip waarin de opening van de tentoonstelling inmiddels was verschoven van juni naar september 2020. En nu, half november is het museum dicht en zitten we weer thuis. Hopelijk blijft het deze keer bij twee weken. Maar het doet me meer dan ooit beseffen dat de geschiedenis nooit ver weg is. We zitten er gewoon middenin. En net als toen, is ook nu onze veerkracht van het grootste belang.

11 Het Spectrum.jpg