Vanochtend is een bijzonder nijntje-spandoek door Utrechters en FC Utrecht-supporters Justin van den Eijnden, Tycho Oostendorp en Jeroen Heisen, de makers van het doek, aan het Centraal Museum geschonken in Stadion Galgenwaard.
FC Utrecht eerde Dick Bruna door op 18 februari met rouwbanden om de Eredivisie-wedstrijd tegen PEC Zwolle te spelen, twee dagen na het overlijden van de beroemde Utrechtse kunstenaar. Ook FC Utrecht-supporters brachten eerbetonen. Bart Rutten, artistiek directeur van het Centraal Museum in Utrecht, zag op tv een spandoek met een huilende nijntje in het supportersvak van de Utrechtse voetbalclub en wist meteen: het doek hoort thuis in de museumcollectie. Rutten:

“Ik was getroffen door de emotie van de supporters over de dood van Dick Bruna. Het werd me duidelijk hoe sterk de band is tussen de Utrechtse bevolking en het icoon nijntje.”

Nijntje-spandoek van culturele waarde

Rutten vindt de rol die massamedia spelen in de verbijzondering van alledaagse objecten interessant en daarmee van belang voor - in dit geval - de collectie stadsgeschiedenis. Rutten:

“Het spandoek is van culturele waarde, mede gezien de aandacht die het heeft gehad in de nationale media. Wat me aanspreekt is dat het mijn idee van Utrecht uitdraagt, een stad als ruwe bolster met blanke pit.”

“Wij dragen Utrecht en Dick Bruna een warm hart toe”

Justin van den Eijnden, Tycho Oostendorp en Jeroen Heisen maakten het eerbetoon aan Dick Bruna met spuitbusverf op een doek van circa 2 bij 1,5 meter. Het doek toont nijntje, gekleed als FC Utrecht-supporter, met een traan op haar wang. De drie FC Utrecht-supporters: “Als trouwe supporters van een echte volksclub dragen we Utrecht een warm hart toe. En Dick Bruna in het bijzonder, door zijn betekenis voor de stad. Hij heeft Utrecht wereldwijd op de kaart gezet.”
Supporter Van Eijnden dacht in eerste instantie dat het een grapje was, toen hij hoorde dat het Centraal Museum aangaf het spandoek te willen opnemen in zijn collectie: “Maar toen we hoorden dat het serieus was, voelden wij ons erg vereerd. Niet alleen omdat onze naam erbij komt te staan, maar vooral omdat er in de media niet vaak positieve berichten staan over voetbalsupporters. Door de opname in de collectie is er eens een positief bericht over wat wij als supporters doen voor de club en voor de mensen die veel hebben betekend voor onze club en stad.”