Zelfportret met zwarte band

Zelfportret met zwarte band

<p>Midden jaren dertig van de vorige eeuw schilderde Pyke Koch drie zelfportretten, de enige in zijn oeuvre. Het eerste exemplaar vernietigde hij, het laatste werd in 1938 door Genootschap Kunstliefde &lsquo;namens de Utrechtse burgerij&rsquo; aan het Centraal Museum geschonken ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het museum. De portretten zijn visueel verwant: de kop is licht gedraaid, bij de hals afgesneden en de kin is ietwat geheven. Bij Zelfportret met zwarte band is het contrast tussen de scherp afgetekende gelaatstrekken van de kop en de ongedefinieerde ruimtelijkheid van het hemelsblauwe fond perfect in balans. De zwarte hoofdband versterkt dit nog; Koch had deze toegevoegd omdat hij vond dat zijn voorhoofd op het eerdere portret van 1936 een te groot ononderbroken vlak was, naar hij jaren later zei. Dat mag zo zijn, maar er kan tevens een ideologische overweging hebben meegespeeld. De stilering van de wenkbrauwen en lippen, de starre blik in de ogen en het gemillimeterde haar wijzen erop dat het om een ge&iuml;dealiseerd portret gaat. De hoofdband verleent de figuur een strijdvaardig imago.<br /></p>Bij Zelfportret met zwarte band experimenteerde hij voor het eerst met tempera, een techniek die in de renaissance veel werd toegepast. Omdat tempera snel droogt gebruikte hij dat voor de ondergrond waarop hij het portret in de langzamer drogende olieverf schilderde. Het zachtblauwe fond en de manier waarop de plasticiteit van de kop uit fijne arceringen is opgebouwd, doen denken aan de schilderkunst van de vijftiende-eeuwse schilder Piero della Francesca. De kop met hoofdband is vermoedelijk ge&iuml;nspireerd op Piero&rsquo;s frescocyclus De Legende van het Ware Kruis in de San Francesco kerk in Arezzo. Deze legende verhaalt over de vondst van het kruis van Christus door de moeder van de Byzantijnse keizer Constantijn. In zijn machtsstrijd met een rivaliserende keizer beriep Constantijn zich op een hoger doel: het verslaan van de heidenen om het ware geloof te verspreiden. Hij liet zijn ridders strijden onder het teken van het kruis &ndash; de kruisridders. De legende van het ware kruis werd tot in de vijftiende eeuw gebruikt als oproep voor nieuwe kruistochten. Op enkele fresco&rsquo;s van Della Francesca komen figuren voor met (witte) hoofdbanden: de soldaten die voor het ware geloof strijden.&nbsp;

1/5

Midden jaren dertig van de vorige eeuw schilderde Pyke Koch drie zelfportretten, de enige in zijn oeuvre. Het eerste exemplaar vernietigde hij, het laatste werd in 1938 door Genootschap Kunstliefde ‘namens de Utrechtse burgerij’ aan het Centraal Museum geschonken ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het museum. De portretten zijn visueel verwant: de kop is licht gedraaid, bij de hals afgesneden en de kin is ietwat geheven. Bij Zelfportret met zwarte band is het contrast tussen de scherp afgetekende gelaatstrekken van de kop en de ongedefinieerde ruimtelijkheid van het hemelsblauwe fond perfect in balans. De zwarte hoofdband versterkt dit nog; Koch had deze toegevoegd omdat hij vond dat zijn voorhoofd op het eerdere portret van 1936 een te groot ononderbroken vlak was, naar hij jaren later zei. Dat mag zo zijn, maar er kan tevens een ideologische overweging hebben meegespeeld. De stilering van de wenkbrauwen en lippen, de starre blik in de ogen en het gemillimeterde haar wijzen erop dat het om een geïdealiseerd portret gaat. De hoofdband verleent de figuur een strijdvaardig imago.

Bij Zelfportret met zwarte band experimenteerde hij voor het eerst met tempera, een techniek die in de renaissance veel werd toegepast. Omdat tempera snel droogt gebruikte hij dat voor de ondergrond waarop hij het portret in de langzamer drogende olieverf schilderde. Het zachtblauwe fond en de manier waarop de plasticiteit van de kop uit fijne arceringen is opgebouwd, doen denken aan de schilderkunst van de vijftiende-eeuwse schilder Piero della Francesca. De kop met hoofdband is vermoedelijk geïnspireerd op Piero’s frescocyclus De Legende van het Ware Kruis in de San Francesco kerk in Arezzo. Deze legende verhaalt over de vondst van het kruis van Christus door de moeder van de Byzantijnse keizer Constantijn. In zijn machtsstrijd met een rivaliserende keizer beriep Constantijn zich op een hoger doel: het verslaan van de heidenen om het ware geloof te verspreiden. Hij liet zijn ridders strijden onder het teken van het kruis – de kruisridders. De legende van het ware kruis werd tot in de vijftiende eeuw gebruikt als oproep voor nieuwe kruistochten. Op enkele fresco’s van Della Francesca komen figuren voor met (witte) hoofdbanden: de soldaten die voor het ware geloof strijden. 

Nu in het museum in Collectie Centraal

Titel

Zelfportret met zwarte band

Vervaardiger

Pyke Koch (Beek 1901 - 1991 Wassenaar)

Datering

1937

Materiaal / Techniek

olieverf op tempera op paneel

Inventarisnummer

8235

Objectnaam

schilderij

Verwerving

schenking 1938

Afmetingen

hoogte 34.5 cm

breedte 32.5 cm

hoogte (met lijst) 52 cm

breedte (met lijst) 49 cm

Opschriften / merken

  • signatuur en datering op lijst m.o. (met witte verf): - Pyke Koch - '37

  • signatuur achterzijde midden (met inkt): P. Koch (signatuur is onderstreept)

  • opschrift achterzijde (met inkt): Deze schilderij is zoo // geschilderd dat zij // gedurende zéer // langen tijd geen // vernis nodig heeft. // Mocht afwrijven met brood // tenslotte de glans niet terugbrengen // dan kan men de schaduw [schaduw is onderstreept] partijen // in 't gezicht zeer dun // vernissen met vernis à retoucher // van Vibert (Lefranc) // (géén andere soort!)

  • opschrift achterzijde (met inkt): NB // Als dit schilderij aangeslagen is // of zijn glans verliest dan moet// men het afwrijven met een stuk // van het binnenste van versch wit brood (geen oorlogsbrood!) [voorgaande tekst is doorgehaald] dus: géén vernis [geen vernis is onderstreept]

  • opschrift achterzijde, op lijst op etiket (met inkt): in '71 // blind geworden // vernis verwijderd // door P. Koch.

  • opschrift achterzijde op paneel (over vaag geworden inktlaag) (met inkt): achtergr.: // (Talens) (Schev.) (w. & n.) // caer - gr. aard (cob.gr.)

Geassocieerd onderwerp

kunstenaars (beeldende kunst) (Utrecht) (cultuur)

Geassocieerde periode

Moderne tijd 1795-heden

Motief

portret, zelfportret

Opmerkingen

Pieter Frans Christiaan (Pyke) Koch (Beek Ubbergen 1901 - Wassenaar 1991), studeerde rechten in Utrecht, was vanaf 1927 werkzaam als schilder, verbleef 1938-1940 in Italië. Vanaf 1940 woonde en werkte hij in Utrecht. Zijn stijl was het magisch realisme. Bij dit schilderij bezit het CM onder inv. nr. 8235 a een album ter herinnering aan het 100-jarig bestaan van het Stedelijk Museum op 5 sept. 1938, met de namen van de vrienden van het Museum die bijgedragen hebben voor verwerving van dit schilderij.

Documentatie

  • Années 30 en Europa : le temps menaçant 1929-1939, [exposition sous la direction de Suzanne Pagé et Aline Vidal], (Parijs, 1997), p. 156 afb. in kleur; p. 529

  • Art hollandais: la vérité en face, E. de Chassey, (Beaux-Arts : Chronique des Arts et de la Curiosité : Le Journal des arts, april 1994), pp 64-72, met afb. in kleur op p.71

  • Beeldende kunst 1850-2001, Marja Bosma, (Utrecht, 2001), pp. 526-529, met afb. in kleur

Tentoonstellingen

  • Collectie Centraal, Centraal Museum, Utrecht, 2023

  • De Wereld van Pyke Koch, Centraal Museum, Utrecht, 2017 - 2018

  • De wereld van Utrecht. Topstukken uit vijf collecties, Centraal Museum, Utrecht, 2016 - 2022

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL:

https://hdl.handle.net/21.12130/collect.15ADBF4D-E8AD-40C4-A441-78833D306F2C

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!