Dit object is nu niet in het museum te zien | |
Titel | Zes vorken |
Vervaardiger | |
Datering | 1711 |
Materiaal / Techniek | |
Inventarisnummer | 5325/001-006 |
Objectnaam | |
Verwerving | overdracht 1926 |
Afmetingen | lengte (elk) 18.8 cm breedte (elk) 2.7 cm gewicht (elk) gr gehalte |
Opschriften / merken |
|
Geassocieerd onderwerp | |
Geassocieerde periode | |
Motief | |
Opmerkingen | Afkomstig van de inventaris van het voormalig Utrechts Statenjacht (na 1801 Stadsjacht). De geschiedenis van de Utrechtse Statenjachten begint op 13 december 1664, wanneer de Haer Edelmogende Heren besluiten `omme te doen maken een bequaem jacht omme geemployeert te worden te water ten dienste van Haren Ed: mo: off derselver Gecommitteerden...'. Het vaartuig werd in de achttiende eeuw voornamelijk gebruikt voor het schouwen en beveiligen van de binnenwateren, voor vervoer van Heren Gedeputeerden en hun commissies en voor vermaak en spelevaren van particulieren die het jacht konden huren (Graafhuis 1960, p.144-145). In 1758 werd het vaartuig vervangen door een nieuw jacht. Aan het eind van de eeuw besloten de Statenleden dit weer te verkopen en een ander jacht aan te schaffen. Vanwege de hoge kosten werd dit jacht van de hand gedaan, en op 14 februari 1801 werd de stad Utrecht de nieuwe eigenaresse. De inboedel werd apart aangekocht. Voor het zilverwerk betaalde de stad ruim 555 gulden (Graafhuis 1960, pp.150-151). Vanaf 1703 bleef van de Statenjachten allerlei tafelzilver bewaard (zie inv. nrs. 5318, 5319, 5320, 5321/001-002, 5322/001-014, 5324/001-006, 5326/001-002, 5327/001-006 en 5328). Tot 1997 (publicatie van de collectiecatalogus Metalen) was de datering: 1687 |
Documentatie |
|
Tentoonstellingen |
|
Duurzame url | Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/collect.4810074B-4B61-49D6-854A-DABDA3409288 |
Vragen? | Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten! |