Aanbieding van een adres aan koning Willem III in Utrecht

Aanbieding van een adres aan koning Willem III in Utrecht

Dit object is nu niet in het museum te zien

Titel

Aanbieding van een adres aan koning Willem III in Utrecht

Vervaardiger

Nicolaas Pieneman (Amersfoort 1809 - 1860 Amsterdam)

Datering

1853 - 1856

Materiaal / Techniek

olieverf op papier, gemaroufleerd op een houten paneel

Inventarisnummer

5293

Objectnaam

schilderij

Verwerving

aankoop 1926

Afmetingen

hoogte 64.2 cm

breedte 77.9 cm

hoogte (met lijst) 82.8 cm

breedte (met lijst) 96.5 cm

Geassocieerd onderwerp

politieke gebeurtenissen (Utrecht) (bestuur)

Geassocieerde periode

Moderne tijd 1795-heden

Motief

historie Utrecht, topografie, Utrecht, Paushuize, Utrecht (stad)

Opmerkingen

Voorstudie voor inv. nr. 28527. Toen koning Willem III in 1853 Utrecht bezocht, werd hem door de burgerij een album aangeboden met een woord van genegenheid dat tevens was bedoeld als protest tegen het herstel van de katholieke hiërarchie in Nederland. De aanbieding vond plaats op 17 september 1853 op de binnenplaats van het Paushuize, dat als Provinciaal Gouvernementsgebouw dienst deed. Volgens het verslag van het bezoek, p. 47, waren `mannen van Utrecht, uit alle rangen en standen' bij de plechtigheid aanwezig. Op een drietal tekeningen, elk potlood op papier, 370 x 1020 mm, is onder de nagetekende portretten precies aangegeven wie de afgebeelde figuren zijn. Tekening 1 (v.l.n.r.) koning Willem III; W.H. baron van Aylva van Pallandt van Waardenburg en Neerijnen, opperkamerheer des konings; mr. S. baron van Heemstra, commissaris des konings in de provincie Utrecht; J.M. graaf van Lynden, stalmeester en adjudant des konings; kapitein A.C.A. Schönstedt, adjudant des konings; mr. jonkheer de Kock, kamerheer en secretaris des konings; baron van Hardenbroeck, ordonnansofficier des konings; W.C. baron Snouckaert van Schauburg, ordonnansofficier des konings. Tekening 2 (v.l.n.r.) mr. C.W. Morrees, griffier der Staten van Utrecht; jonkheer mr. B.L. Lintelo de Geer, hoogleraar in de rechten; P. van der Jagt, tabaksfabrikant; mr. J. van Hall, hoogleraar in de rechten; mr. G.J. Verloren, lid Gedeputeerde Staten van Utrecht; J.M. van Kempen, fabrikant in goud- en zilverwerken; F.J.F. baron van Heemstra, particulier; mr. W.J. Huytema, lid van het Hoog Militair Gerechtshof; P. Takken, meestersmid; J. Sanderson, korenkoper; H. Loos, pastoor en aartspriester van de oud-rooms-katholieke geestelijkheid; mr. C.Th. baron van Lynden, advocaat; dr. A. Vrolik, voorzitter van het muntcollege; H.A. van de Wall Bake, muntmeester bij 's Rijksmunt; dr. H.C.A.L. Fock, dokter; mr. P. de Beaufort, lid Gedeputeerde Staten van Utrecht; dr. H.J. Royaards, hoogleraar in de godgeleerdheid. Tekening 3 (v.l.n.r.) dr. S. Karsten, hoogleraar in de letteren, lid van de Raad van Utrecht; J.W. Granebosch, generaal majoor van het Hoog Militair Gerechtshof; mr. J.F. baron van Reede van Oudtshoorn, raadsheer Provinciaal Gerechtshof Utrecht; J.C. Koopman, vice-admiraal, lid van het Hoog Militair Gerechtshof; mr. C.W.J. baron van Boetzelaar van Dubbeldam, kamerheer des konings in buitengewone dienst; jonkheer mr. A.M.C. van Asch van Wyck, lid arrondissementsrechtbank van Utrecht; mr. F.A.A.C. baron van Lynden van Sandenburg, vice-president Provinciaal Gerechtshof te Utrecht; J. baron Taets van Amerongen van Natewisch, lid Gedeputeerde Staten van Utrecht; mr. N.P.J. Kien, burgemeester van Utrecht; Ch.G. Montijn, predikant bij de Hervormde Gemeente te Utrecht; H.J. Hulleman, pedel bij de Hogeschool; Y. Suermondt, particulier; J. Boelen, schout bij nacht, lid van het Hoog Militair Gerechtshof; dr. G.J. Mulder, hoogleraar in de natuurkunde, rector magnificus van de Hogeschool; mr. J.G.J. baron van Ittersum, substituut griffier bij het Provinciaal Gerechtshof; mr. L.C. Hora Siccama, lid van het muntcollege. Zie voor het verslag van het vierdaagse bezoek (14-17 september 1853) en de tekst van het album: J.G.A. Bosch, Koning Willem III binnen Utrecht. 14-17 September 1853, Verslag der feestelijkheden, Utrecht 1853. Koning Willem III gaf in 1853 de opdracht voor het vervaardigen van het schilderij dat pas in 1856 werd voltooid. Volgens Kramm 1857-1864, dl. 5 (1861), p. 1282, werd Pieneman in 1853-1854 getroffen door een ziekte die hem het schilderen belette.

Documentatie

  • Catalogus van het Historisch Museum der stad [1928, cat. nrs. 1-1403], W.C. Schuylenburg, (Utrecht, 1928), cat. nr. 10

  • Centraal Museum Utrecht : catalogus der schilderijen [1933], inl. W.C. Schuylenburg. [tekst] C.H. de Jonge, ([Utrecht], 1933), cat. nr. 386

  • De Catalogus der schilderijen [1952], (Utrecht, 1952), cat. nr. 1286

Tentoonstellingen

  • Verzameld verleden, prenten, iconen en relieken van de vaderlandse geschiedenis, Simon van Gijn - Museum aan huis, Dordrecht, 2004 - 2005

  • Wij en onze opvolgers zullen een ieder recht doen: het Utrechts provinciebestuur in historisch perspectief, Centraal Museum, Utrecht, 2003

  • Van Willibrord tot Wereldraad, Aartsbisschoppelijk Museum, Utrecht, 1972

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL:

https://hdl.handle.net/21.12130/collect.B129FBEE-1760-43F4-841F-C7E36A304DAA

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!