<p style="margin:0cm;font-size:12pt;font-family:Calibri, sans-serif;"><span style="font-family:Arial, sans-serif;">Door het stadsrecht van 1122 kregen de burgers van Utrecht veel meer invloed op het stadsbestuur. Aanvankelijk was het vooral de rijke bovenlaag die het voor het zeggen kreeg, maar in 1304 namen de middengroepen de macht over. Vanaf dat moment bestond de belangrijkste vertegenwoordiging van het stadsbestuur uit twee burgemeesters en twee oudermannen. Oudermannen waren leiders van de gilden: beroepsverenigingen van bijvoorbeeld schoenmakers, bakkers of bierbrouwers. </span><span style="font-family:Arial, sans-serif;">Hier zijn de burgemeesters afgebeeld met rode schoudermantel en zilveren bellen als teken van hun waardigheid. Het rood stond voor de hoge rechtspraak en de macht om doodsvonnissen te mogen uitspreken. De oudermannen zijn hier weergegeven als bodes, maar hadden dezelfde macht als de burgemeesters.</span></p>
1/2
Door het stadsrecht van 1122 kregen de burgers van Utrecht veel meer invloed op het stadsbestuur. Aanvankelijk was het vooral de rijke bovenlaag die het voor het zeggen kreeg, maar in 1304 namen de middengroepen de macht over. Vanaf dat moment bestond de belangrijkste vertegenwoordiging van het stadsbestuur uit twee burgemeesters en twee oudermannen. Oudermannen waren leiders van de gilden: beroepsverenigingen van bijvoorbeeld schoenmakers, bakkers of bierbrouwers. Hier zijn de burgemeesters afgebeeld met rode schoudermantel en zilveren bellen als teken van hun waardigheid. Het rood stond voor de hoge rechtspraak en de macht om doodsvonnissen te mogen uitspreken. De oudermannen zijn hier weergegeven als bodes, maar hadden dezelfde macht als de burgemeesters.
Uit een post in de Kameraarsrekeningen over 1658-1659 is bekend dat inv.nr. 1537, samen met de inv.nrs. 2300 en 1536, in opdracht van de vroedschap voor de schoutenkamer werd geschilderd, waarschijnlijk op initiatief van burgemeester Cornelis Booth. Zie Utrecht 1878(a), cat.nr. 1118, pp. 144-145.
Het voorbeeld was een aquarel van Joost van Attevelt (inv. nr. 4756). De halffigurige burgemeesters zijn op het schilderij aangevuld tot hele figuren (gekleed in toga's), de oudermannen zijn vervangen door bodes en in plaats van Sint Maarten als achtergrond, wandelen de vier mannen voor het silhouet van de stad Utrecht.Tegen de muur rechts een schild met het stadswapen. In Het Utrechts Archief wordt een (voorheen aan J. van Attevelt toegeschreven) tekening bewaard van deze figurengroep (inv. H.A.R. 58.4; vgl. A. Graafhuis, ''Jacobus en Justus Versteegh, Jaarboekje Oud-Utrecht 1963, pp.113-119, p.677 met afb.). Het betreft hier waarschijnlijk een 18de-eeuwse kopie naar het schilderij van Swanenburch.
Het schilderij is de pendant van inv. nr. 1537.
Er bevindt zich een vroege anonieme kopie in het Utrechtse stadhuis. (paneel, 37,9 x 26,4 cm. Op 22/23-04-1811, cat. nr. 273, p. 56, aangeboden op de veiling bij B. Wild en J. Altheer).
Documentatie
125 jaar Centraal Museum Utrecht, [inl. en tekst Maria Elisabeth Houtzager], (Utrecht, 1964), p. 8
Catalogus der schilderijen in het Museum Kunstliefde, A.D. de Vries en A. Bredius ; m.m.v. S. Muller, (Utrecht, 1885)
Catalogus der schilderijen in het Museum Kunstliefde, A.D. de Vries en A. Bredius ; m.m.v. S. Muller, (Utrecht, 1885), p. X, XII