Van augustus 1963 tot en met december 1972 werd elke maand speciale aandacht geschonken aan een object uit de collectie van het Centraal Museum.
In november 1970 ging het zelfs om twee objecten: de toen nog niet zo beroemde rood-blauwe leunstoel uit 1918 van de Utrechtse architect en ontwerper Gerrit Rietveld (1888-1964) en zijn zigzagstoel uit 1934.

Als kunstenaar heeft Rietveld altijd zeer bewust zijn ontwerpen verbonden aan de ideeën die hij had over mens en maatschappij. Zo zocht hij bij zijn stoelen steeds een eenvoudige constructie waardoor het mogelijk zou zijn om de stoelen in serie te vervaardigen en ze daardoor voor een groter publiek goedkoop te kunnen leveren. De rood-blauwe stoel toont daarnaast alle kenmerken van de idealen die de aanhangers van de kunstbeweging 'de Stijl' hadden. Belangrijkste streven was het reduceren van alle vormen en kleuren tot hun basis: de rechthoek, het vierkant en de cirkel, en de kleuren rood, blauw en geel. Verder koos Rietveld bij het ontwerp van zijn stoelen voor de basale pen-en-gat-constructie.

In de rood-blauwe stoel zien we Rietvelds idealen terug. De stoel bestaat uit 13 latten met een vierkant profiel, twee latten met een rechthoekig profiel voor de armleuningen en twee rechthoekige panelen en is daardoor eenvoudig in serie te fabriceren. Het gebruik van goedkoop hout maakt het verantwoord de vlakken in elementaire kleuren te schilderen. De doorzichtigheid van de constructie en de verhoudingen spreken een vormentaal die eigen is aan de Stijl-beweging.

Rietveld ontwierp 16 jaar later de zigzagstoel. In het ontwerp zijn de idealen van de Stijl veel minder sterk aanwezig. De stoel is een van de eerste concepten van Rietveld, waarbij poten, zitting en rug een aaneengesloten geheel vormden. Om dat te kunnen bereiken moesten de vier onderdelen van de stoel met een vrij ingewikkelde constructie aan elkaar bevestigd worden.

De twee stoelen werden in 1959 door Rietveld aan het Centraal Museum geschonken. De gezamenlijke verzekerde waarde werd toen op 450 gulden gesteld, wat qua koopkracht te vergelijken is met circa 1.300 euro's anno 2013. Zo'n vijftig jaar na de schenking werd eenzelfde ontwerp van de rood-blauwe stoel voor 220.000 euro verkocht op een veiling (bron: AD van 10 maart 2011 ).

In 2006 werd de rood-blauwe leunstoel van Gerrit Rietveld in de canon van de Nederlandse geschiedenis opgenomen.