Naar gewoonte werd in 1928 in het Centraal Museum een kersttentoonstelling gehouden. Daar was beeldhouwwerk van John Rädecker, Hildo Krop, Jan Polet, Barend Jordens, Jan Havermans en anderen te zien, alsmede glaswerk naar ontwerpen van De Bazel, Berlage en Copier en kunstnaaldwerk van Willemien of Wilhelmina Testas (1876-1931).

Enige belangstellenden in het werk van Testas (waaronder John Rädecker, Gijs Jacobs van den Hof en de familie Van Holthe van Echten) hadden in 1928 het Museum een geborduurd wandkleed van 137,5 cm hoog en 245 cm breed geschonken. Deze gebeurtenis was vermoedelijk de aanleiding om het werk van Testas op de kersttentoonstelling te laten zien. Het Utrechtsch Dagblad van 22 december 1928 had er wat moeite mee: "Dit naaldwerk, dat in alle opzichten van een ragfijne kleurschaakering getuigt, is niet gebaseerd op de weergave van voorstellingen, maar poogt begrippen uit te beelden (...). Of het in dit opzicht voldoet is heel moeilijk te zeggen (...)."

Haar tekeningen deden "(...) zeer vreemd aan, en hebben voor den toeschouwer alleen waarde als teekening op zich zelf. (...) Hun waarde ligt in 't excentrieke, en andere waarden hebben ze misschien alleen voor de ontwerpster." Dat de kunstenares naar eigen zeggen "op astraal geestelijk gebied aan het werk" was geslagen, was de recensent waarschijnlijk ontgaan. Nog in de jaren 1950 werden haar wandkleden tentoongesteld als nieuwe religieuze kunst; dat het om "occulte kunst" zou gaan, zoals Scheen het in 1981 omschreef, werd blijkbaar niet herkend.

Collectie in deze tentoonstelling

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/exhibit.8E816583-6696-4C29-A957-874DE7F1A38D

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over deze tentoonstelling? Laat het ons weten!