De Utrechtse zus en broer Josephina (1890-1959) en Lambertus (1888-1964) van Baaren verzamelden tussen 1925 en 1964 19de- en 20ste-eeuwse schilderijen, tekeningen, beelden, Japanse prenten en zilver. Hun verzameling groeide uit tot een kunstcollectie van nationale betekenis. Na hun dood werd hun voormalig woonhuis aan de Oudegracht ingericht als Van Baaren Museum. Uiteindelijk is de collectie in 1980 als langdurig bruikleen in het Centraal Museum ondergebracht.

Een deel van de verzameling werd in 1993 in het Centraal Museum geëxposeerd, tezamen met werken uit een andere belangrijke privécollectie, namelijk die van Dirk Hannema (1895-1984), de omstreden oud-directeur van het museum Boymans. De collecties spiegelden zich aan elkaar en toonden zo de gevestigde Nederlandse smaak ten tijde van het ontstaan. Deze was nauw verbonden aan de ideeën en voorkeuren van de invloedrijke kunstpedagoog H.P. Bremmer (1871-1956).

Naast schilderijen werden er tekeningen en sculpturen getoond, zowel uit de late negentiende eeuw als de uit de eerste helft van de twintigste eeuw, van de hand van onder meer Theo van Rijsselberghe, Charley Toorop, Vincent van Gogh, Paul Signac, John Rädecker, Giorgio de Chirico en Johannes Bosboom.

Bij de tentoonstelling, die eerder te zien was in het door Hannema gestichte museum te Heino, verscheen een catalogus, samengesteld door studenten van de Universiteit Utrecht onder begeleiding van Adi Martis en Jan van Adrichem.