2 Mijn rraag ia: Hoe krijgt da architeot laat noodiga gezag oTer dit Toor de TolkawelTaart zoo belangrijke deel Tan s'n vak, waaraan hij al oh gahaal wijdt en waarroor hij da rerantwoor-dlng heeft, in hand«at Hat ia een maats ahsopalilka fout ala dit gesag hiet aan de beate architecten wordt opgelegd, naar het la fiAit. fout, ala wij Toor dia taak niet berekend aijn, als wij die taak onderschatten. lis we denken, dat een aardigrigereltje Toldoenda is - een aardig pleintje - een hoekoplossing - wat Toortuin-tjes an wat boomen. Hat gaat er om, om duisende, tiendulsende mensohen de gelegenheid, ja de aansporing te geren gelukkig te leren. Va kunnen huizen bouwen, waar men soo min mogelijk laat van s'n kinderen heeft; dit is nuttig dooh negatief, we kunnen ook een huis bouwen waar het opgroeien der kinderen een genot ia. Ve kunnen een keukentje maken, waar alles netjes is opgeborgen, waar men geen last ran etensreuk en wasem heeft, waar de afstand ran kook- tot eetgelegenheid soo klein mogelijk ia; dit is nuttig, maar negatief. Men kan echter ook een kook- en eetgelegenheid makan waar koken en eten een Breugels vermaak ia. :|Hoe maken we het wonen tot een dagelijks feest, een feest ran zon een feest ran regen en mooie luchten; een feest in besloten kring op s'n tijd en een feest ran met de natuur mee-lerez^ op s'n tijd. Ik weet wal, dat men hiervoor tijd moet hebban; meer tijd, véél meer vrije tijd, dan men nu heeft in 't algemeen; en dat men hiervoor lerenaluat en wijaheid moet besitten; reel meer dan men nu heeft orer 't algemeen. Ik weet wel, dat noch de maatschappij noch de mensohen hieraan toe sijn; maar wij moeten bouwen roor een toekomst,die we als gelukkig en mensohwaardig zien; een toekomst ran gelijkwaardigheid, sonder concurrentie, sonder angst roor materieel tekort, omdat een streng maar eerlijk maataohappalijk systeem ieder rerplioht een klein gedeelte ran de dag meeste werken aan de orerrloedige machinale productie, distributie en andere noodsakelijke diensten, om het indiridueele leren ran dwang te berrijden en aan te Turen tot een aotiere bele-ring ran de werkelijkheid door eigen bevrijde lerensdrang en een ontwikkeld sinneleren. We krijgen dan tijd roor allerlei handwerk, we gaan weer een goed gedicht begrijpen; we leeren weer de natuur ondergaan en kennen, we leeren "lachen naar 't gouden hart ran •s lerens openende roos' sooals de dichter Boutens het zoo prachtig uitdrukt. We sullen het orer het lerensinsioht roor de toekomst niet soo gauw eens worden en »t is dan ook geen architecten-werk dit insicht in woorden te brengen of een struotuur roor een nieuwe maatschappij te ontwerpen, maar wel sijn we rerplioht, bij al ons werk er aan te denken, dat we nergena en nooit door ons bouwen rerouderde toestanden blijren besten- gÖnfat is ons nageslaoht er mee gebaat, als we hen een staaltje ran monumentaliteit aohter laten, die ze genoodzaakt sullen sijn af te breken. . Iaat ons werk lierer blijk geren ran ontvankelijkheid en plaats laten roor alle woonrerbeteringen, die een betere
s. maatschappij noodig zal oordeelen. Om dit bewust te kunnen doen, moeten we gezamelijk overwegen, welke eigenschappen in ieder geval wenschelijk sijn roor een woning, een wijk, een stad, afgezien hjbe in de toekomst de maatschappelijke inrichting zal zijn. Troeger was de woning de verdediging tegen de natuur, de vijandige natuur waarvoor men in vele opslokten angst had. Men vreesde het water en touwde huizen op terpen en dammen; men vreesde de 'bliksem als een straf. De kerk was het vertrouwengevend middenpunt. De stad werd een verdediging tegen menschelijke vijanden en kreeg z'n karakteristieke vorm door wallen, grachten en forten. Be machtsuitdrukking van vroeger is verwaterd tot stands-uitdrukking en het begrip welstand is hiervan een schraal overblijfsel. Ook de vorm van de woning is van kasteel en paleis via heerenhuis tot middenstandswoning geworden waarvan de arbeiderswoning weer een versmalling is. Het Heerenhuis had no^MjÉ trappenhuis ln 't midden; by de middenstandswoning«SntreaVis de helft eraf gesneden en de arbeiderswoning ls hiervan de uiterste versmalling. Zoo ipogen we niet verder gaan. Het is een verkeerde opzet om niet uit te gaan van het woontype waarvan er het meest moeten zijn. Eerst moet de kleine woning goed zijn en woningen die dan noodzakelijk grooter moeten worden, kunnen hiervan dan een verbreeding sijn. Hier volgen eenige onderwerpen, die m.i. voor gezame-lijke studie in aanmerking zouden kunnen komen, zonder dat verschil van levensinzicht de meeningen hierover ta,elkaar i «uilen verwijderen: ^''IpiHrWr-S jhAVio maximum natuurbehoud door vorm en plaatsing van de huizen . rJfr en natuurbehoud ^soodat tuintjes, noch door hun afsoheiding, tf Jr a0ch door hun beplanting afgesneden schijnen van de natuur 4 r waarin de hulzen geplaatst sijn. 22 Minimum hinder van bewoners der verschillende woningen onderling. 38 Beschutting tegen ongewensohte weersinvloeden en toetreding van gewenschte weersinvloeden, zooals zon en luoht. 42 Sleurwerk besparende indeeling en inrichting. (Sanitair-, warmte en electrische installatie) 58 Licht refleoteerende eigenschappen der wanden (afwerking en , kleur). 68 Acooustische eigenschappen der ruimten (materiaal). 78 Zichtbare ruimtewerking in en rondom het huis. 88 Standaardiseering van onderdeelen en industrialisatie van kernen. (jU>
VOIIIOBOUV Ik begin mot ©enige Beswaren tegen de sa algemeen gerolgde methoden hy da stads-uitbreiding: 19 het beswaar is: het middelmatige resultaat, juist waar da doorvoering het meest gelakt is, 28 het grootste beswaar ia: het uitsluiten van onvoorziene betera mogelijkheden roor da woningbouw en maatschappelijke verhoudingen. Ik sie desa bezwaren ontataan door da volgende oorzaken: het te veeXM ophoogen ran wegen en terreinen, waardoor alle natuurlijke roordeelan, al vóór de bouw verdwenen aijn. Hat te gewichtig nemen, in verhouding tot da andera belangen Tan da bewoners, van: het verkeer, de riolaering, fe&l Btands-versehi} en Tooral het te gewichtig ssazaa nemen Tan f |fw*w» da BTerheiasrouaing en de administratie, waardoor aleohta dia resultaten mogelijk blijren, die volledig geadministreerd kunnen worden an die niet te storend sijn voor de tooh reeds soo ingewikkelde overheidshulshouding. In het üspport over Bebouwing en Behoud Tan natuur ruimte stsan slechte voorbeelden van bebouwing en ook goede voorbeelden, maar die goede voorbeelden hebben met bebouwing op groote schaal niets te maken. In da Handleiding roor Uitbreidingsplannen, gepubliceerd door het led. Instituut roor Volkshuisvesting en Stedebouw, wijzen alle wenken regelrecht naar een plan Tan uitbreiding met verkeerswegen, straten, rerbindingspaden en aoht ertoe gangen, sooals wa nu al als hopeloos suf overal hebban sian ont— staan an die Teel te Teel de beataandt mistoestanden Tan da maatschappij vastleggen en Tooruitgang uitsluit. Val wordt op raristie aangedrongen, door ongelijke Toor-tulndiepte, maar zelfs tagan deze onschuldige aardigheid wordt direct weer gewaarschuwd uit angst roor ongemotireerde "bochten an sprongen" Ook wordt in dit rapport aangeraden?een goede stedebouw-kundlge opdracht te geren roor het maken ran een uitbreidingeplan, maar m.i. zou da man een gooohelaar moeten sijn, om mat inachtneming ran alle verordeningen an rolgens de se handleiding Iets levendigs ta kannen maken. Op de vorige vergadering Is terecht opgemerkt door Aa Heer Hartens, dat da woningbouw in hoofdzaak een object roor geldbelegging ls geworden. Dit heeft tengerolga dat da beslissingen omtrent woon-type en rerkareling an da keu^ran de adriicurs in handen aijn ran geldbeheerders en niet sooals het moest sijn: In handen ran architecten. Bij de woningbouwverenigingen ligt er soms wal ean ideeële bedoeling roor, doch de beslissingen omtrent het woon-type an groepeering en da keu* ran da architect la dan ln handen ran leeksn, die natuurlijk alle beginfouten tegelijk maken, :i In balde gerallen wordt de tooh al moailijka taak ran &a architect onnoodig rerzwaard an hij heeft gee* enkel gezag; hij kan niet werken naar beste weten.
8. Mijn Traag ia: Hot krijgt de arohiteot het noodige gezag over dit voor da volkswelvaart aoo belangrijke deel van a'n vak,waaraan hij zich geheel wijdt en waarvoor hij da verantwoording heeft, ln handen? Hat ia een maatschappelijke fout als dit gezag Mot aan da baata architecten wordt opgelegd, maar bat 1a onr.a fout, ala wij voor dia taak niet berekend sijn, ala wij dia taak onder schat tan. Als wa donkern, dat aan aardigrigevelt j e voldoend© is - een aardig pleintje - een hoekoplossing - wat voortuintjes an wat hoornen. Hat gaat ar om, om duiaende, tienduizend© mensohen de gelegenheid, ja da aansporing ta gaven gelukkig ta leven. Va kunnen hul sen bouwen, waar aan aoo min mogelijk laat van a'n kinderen heeft; dit is nuttig dooh negatief, wa kunnen aan hula bouwen waar het opgroeien Aar kinderen een genot ls. fa kunnen een keukentje maken, waar alles netjes 1a opgeborgen, waar man gaan laat van exensreuk an waaaa heeft, waar de afstand van kook- tot eetgelegenheid aoo klein mogelijk la} dit ia nuttig, maar nagatlaf. Man kan echter ook aan kook- an eetgaleganhalfl maken waar koken an etan aan Breugela vermaak la. Hoe maken wa het wonen tot aan dagelijks feest, aan feest van son aan feest van regen an mooie luchten; aan feest ln besloten kring op a'n tijd an aan faeat van mat da natuur mee-levert op a'n tijd. Ik weet wal, dat man hiervoor tijd moet hebban; maar tijd, véél meer vrije tijd, dan man nu heeft ln 't algemeen; an dat man hiervoor levenaluat en wijsheid moet baalttan; vaal maar dan man nu heeft ovar 't algemeen. Ik weet wal, dat noch de maatschappij noch da mansohaa hieraan toe sijn; maar wij moe tan bouwen voor aan toekomst, di© wa als gelukkig en mansohwaardig si en; aan toekomst van gelijkwaardigheid, zonder oonourrantla, zonder angst voor materieel tekort, omdat aan streng maar eerlijk maatschappelijk systeem ieder verplicht aan klein gedeelte van da dag mee/ ta werken aan da overvloedige machinale produetia. distributie an andara noodzakelijke diensten, om het individueel e laven van dwang te bevrijden an aan ta vuren tot aan aotlava beleving van da werkelijkheid door eigen bevrijde levensdrang ©n een ontwikkeld sinnelevaa. Va krijgen dan tijd voor allerlei handwerk, wa gaan waar een goed gedicht be grijpen; wa leeren waar da natuur ondergaan en kennen, wa leeren "lachen naar 't gouden hart ran b levens openende roos" zooals de dichter Bouten* het aoo prachtig uitdrukt. Va sullen hst ovar het levensinzicht voor de toekomst niet soo gauw eena worden an 't la dan ook gaan arohiteoten-wark dit inzicht la woorden ta brengen of aan structuur voor een nieuwe maatschappij ta ontwerpen, maar wal sijn wa verplicht, bij al ons werk ar aan ta danken, dat wa nar gans an aoolt door oaa bouwen verouderde toestsndan blijven besten-digaa. Vat la ons nageslacht ar mee gebaat, ala wa hen aaa staaltje vaa monumentaliteit achter lataa, dia se genood-sa akt suilan sijn af ta breken. Laat ons werk liever blijk geven van ontvankelijkheid an plaats lataa voor alle woonverbeteringen, die een betara
3. aaat schappij noodig aal oordeelen. Om dit "bewust ta kunnen doen, moeten wa go namelijk overwegen, welke eigenschappen, in ieder geval wensohelijk zijn voor aan woning, aan wijk, aan stad, afgezien h*e la da toekomst Aa aaat schappelijke inrichting aal aljn. Troagar waa da woning de verdediging tegen Aa natuur, Aa vijandige natuur waarvoor aan ia vele opzichten angst had. Men vreesde het watar an bouwde huls en op terpen an dammen; aan vreesde Aa bliksem ala aen atraf. Da kerk waa het rertrouwengevend middenpunt. Da stad werd aan verdediging tegen menschelijke vijanden an kraag a'n karakteristieke vorm door wallen, grachten an forten. Da maohtsuitdrukking van vroeger ia verwaterd tot stands-uitdrukking an het begrip welstand is hiervan aan sohraal overblijfsel. Ook Aa vora van Aa woning ia van kaateel an palals vla heerenhuia tot aiAAsnstanAswoning geworden waérvan Aa arbeiderswoning waar een versmalling la. Bat Hoerenhuis had nog Jap tl trappenhuis ia 't midden; bij Ao middenstandswoning (intreelis da helft eraf gesneden on do arbeiderswoning Is hiervan Ao uiterste versmalling. Zoo mogen we niet verder gaan. Hot is oen verkeerde opeet oa niet uit to gaan van hot woontype waarvan or hot aoost aooton zijn. Borst moet do kleine woning gooA zijn on woningen Aio Aan noodzakelijk groot er aooton worden, kunnen hiervan Aan oon verbreeding gijn. Hier volgen eonigo onderworpen, die a.1. voor gosaao-lljke studio in aanmerking zouden kunnen komen, zonder Aat verschil van levensinzicht Ao meeningen hierover t^elkaar sulion verwij deren t maximum natuurbehoud Aoor vorm on plaatsing van Ao huizon on natuurbehoudfaoodat tuintjes, noch door hun afscheiding, nooh Aoor hun beplanting afgesneden schijnen van de natuur waarin Ao huizon geplaatst zijn. 28 Minimam hinder vaa bewoners der verschillende woningen onderling. 31 Beschutting togoa ongowonsohto weersinvloeden on toet reling van gewensohte weersinvloeden, zooals son on lucht. 4f Sleurwerk besparende indeeling on inrichting. (Sanitair-, warmte on olootriaoho installatie) 58 Licht refleoteerende eigenschappen dor wanden (afwerking on kleur). 68 Aoooustisohe elgensohappen der rulaten (aaterlaal) • 78 Zichtbare ruimtewerking in en ronAoa hot huls. 88 StanAearAiseerlng van ondorAeoloa on industrialisatie van kernen. (jku> ro*i éUmL 8
VOIIIOBOUV Ik bagla mot eenige Beswaren tegen da au algemeen gevolgde metboden bij da a%a4a-uitbreiding: lt het beswaar lat het middelmatige resultaat, juist waar Aa doorvoering het meest gelukt la, 2f het grootate beswaar lat het uitsluiten van onvoorziene betere mogelijkheden roor da woningbouw en maatschappelijke verhoudingen. Ik sie dese beswaren ontataan door de volgende oorsaken: het te vaaljrf ophoogen ran we een an terreinen, waardoor alle natuurlijke voordeelen, al voor de bouw verdwenen aijn. Het ta gewichtig naman, ln verhouding tot de andere ba-langen ran da bewoners, vanx het verkeert ae hol &tands-varsch!3 an vooral het ta gewichtig aannam naman ran d© qverho" 8 Hgn rraag lat Hot krijgt da arehitaot bat noodige gtaag over dit voor da volkswelvaart aoo belangrijk» daal Tan a'n Tak,waaraan hij zich gahaal wijdt an waarvoor hij da verantwoording heeft, ln handen? Bat la aan maataaham^iHko fout ala alt ge mag biet aan da baata arehltaataa wordt opgelegd, maar het la ajusA feut, ala wij voor die taak niet berekend sijn, ala wij die taak on-deraohattea. Als we denkan, Aat een aardig geveltje voldoende le - een aardig plelatje - een hoekoploaalng - wat voor tuintjes en wat boomsn. Bet gaat er om, oa duiaende, tleadulaeade mensohen Ae gelegenheid, ja de aansporing te geven gelukkig te leven. We kunnen hul sen bouwen, waar aan aoo min mogelijk last van s*a kinderen heeft} dit la nuttig dooh negatief, we kua-aaa jgjgfc een huls beuwea waar het opgroeien Aar kinderen eea genet le* fe kunnen eea kaukaatje aakaa, waar allee aetjee is opgeborgen, waar men geen last van eteaereuk ea waaaa heeft, waar de afataaA van kook- tot eetgelegenheid aoo klein mogelijk la; Alt la nuttig, maar negatief, Ken kan eohter ook eea kook- ea eetgelegenheid aakaa waar koken en etea eea Breugele Termaak la. Hoe aakaa we het wonen tot eea dagelijks feest, een feest van soa eea feest van ragen ea mooie luchten; eea feeet la beslotta kring op s'n tijd en een feest Tan met de natuur mee-levsqïjrf op s'n ttyd. Ik weet wel, Aat men hiervoor tijd moet hebben; meer tijd, véél aeer vrije tijd, dan man nu heeft ln 't algemeen; ea Aat man hiervoor levensluet en wijsheid moot bezitten; veel aeer daa mea nu heeft over 't slgemeen. Ik weet wel, dat nooh de maatsohapplj mooh Ae menaehea hieraan toe sijn; maar wij motten bouwea voor eea toekomst,dia we ala gelukkig ea mensohwaarAlg sian; een toekomst vaa gelijkwaardigheid, aeader eeneurreatle, zonder saget voor materieel tekort, omdat een etreag aaar eerlijk maatschappelijk systeem leder verplloht een klein gedttlta van Ae dag mee* te werkea aaa de overvloedige aaohlaale productie, diatributie en andere aoodaakelljke diensten, oa het individuatlt leven vaa dwaag te bevrijden ea aaa te vuren tot aan actieve belt-ving vaa Ae werktlijkhald door algen bevrijde levens draag ea een ontwikkeld alnnelevea. We krijgtn Aan tijA voor allerlei handwerk, we gaaa weer een goeA gedicht begrijpea; we lttrta wttr dt natuur ondtr-gaaa ta kannen, we lttrta "lachen aaar 't gouden hart vaa 'a leveas openende roos" sooals de dlohter Boutens hot aoo prachtig uitdrukt. We sullen bet over het levtaalnaleht voor Ae toekomst niet soo gauw ttns worden en *t ls dsa ook geea architecten-werk Alt insicht ln woorden te brengea of eea a truc tuur voor eea nieuwe aastsehappti te ontwerpen, maar wel zijn we verplloht, hij al ons werk er aan te denkea, dat we ntrgtns ea nooit door eaa bouwea verouderde toestanden "blijven btsten-digta. Wat la ons nageslacht er mee gebaat, ala we hea eea staaltje vaa monumentaliteit aohter lataa, die ae gtnood-sa akt sullen gijn af te brtkta. ^_ ^ Laat ons werk 1 ltvtr blijk gtvtn vaa ontvankelijkheid ea plaats lataa voer alle woosrerbeterlagea, dit tta btttre maatschappij noodlg zal oor do «Ion. Oa dit bewust to kunnen doen, moeten we gozamelijk overwegen, welke eigenschappen la leder geval we na ohelijk sijn voor ooa woning, ooa wijk, ooa stad, afgezien hée la do toekomst do maatschappelijke larlohtiag sal slja. Vroeger was do woning de verdediging tegen do natuur, do vijandige natuur waarvoor aen la vele opsiohtea angst had* Men vreesde hot water oa bouwde hulsen op terpen on dammen; aan vreesde do bliksem als oen straf. Do kerk was hot vertrouweagevenA middenpunt. So stad word oen verdediging togen mensoholijks Vijanden oa kroeg s'a karakteristieke vorm door wallen, grachten oa forten. Do aaohtsuitdrukking van vroeger la verwaterd tot stsnAs-uitdrukking oa hot begrip welstand is hiervan ooa schraal overblijfsel. Ook do vorm van do woning is van kasteel oa paleis vis hoerenhuis tot middenstandswoning geworden waarvan Ao arbeiderswoning weer ooa versmslllng is. Hot Heerenhuis haA no£j^ett trappenhuis la 't alddeaj by do aiddenstandswonixig^inWêells de helft eraf gesneden on do arbeiderowoning is hiervan Ao uiterste versmalling. Zoo aogen wo niet verder gaaa. Hot is oen verkeerde opsot om niet uit to gaaa vaa hot woon typ e waarvan er hot meest aooton sijn. Eerst moet Ao kleine woning goed sijn on woningen Aio Aaa noodzakelijk groot er aoetoa worden, kannon hiervan Aaa ooa verbreeding «tya. Hier volgen eenlge onderwerpen, die m.1. voor gesaao-lijke studie la aanmerking souAon kunnen komen, aonAor Aat verschil von levensinzicht Ao meeningen hierover tjyiOlkaar sullen vorwtjAorea: II maximum natuurbehoud Aoor vorm oa plaatslag vaa Ao hul soa . , on natuurbehoudrsoodat tuintjes, nooh door hun afscheiding, aook Aoor hun beplanting afgesneden schijnen vsa do natuur ^ waarin de hulzea geplaatst sijn» £9 Mlnimua hinder vsa bewoners dor var schillend© woningen oa^ dorliag. 39 Beschutting tegea ongowoasohto weersinvloeden oa toetreding vsa gewensohte weersinvloeden, sooals zon on lucht. 4f Sleurwerk besparende indeeling en larlohtiag. (Sanitair-, warmte on oleotrisoho installatie) 5f Licht reflootoerondo eigenschappen der wanden (afwerking oa kleur)» 69 Aoooustlsoho eigenschappen dor ruimten (asterlssl). 79 Zichtbare ruimtewerking la ea rondom hot huls. 89 Standeardiseerlng vaa onderdooien ea industrialisatie vaa kernen. //f Be begin, mot.eonigo Bezworen tegen ao nu algemeen gevolgd© methoden "by do stadsuitbreiding: het bozwoor is: het middelmatige resultaat, juist waar d© doorvooring het meest gelukt is, het grootst© "bezweer is: hot uitsluiten van onvoorzien© "boter e°ciogeiykho den voor do woningbouw on maatschappelijke verhoudingen. Ik si© deze "bozworen ontstaan door d© volgend© oorzaken: het te voel& ophoogen van we^en en terreinen, woordoor allo natuurlijk© voordoe ion, al vóór de "bouw verdwenen aijn. Hot te gewichtig nomen, in verhouding tot d© ondor© "belangen von d© bewoners, von: fret vorkoex, de ïiplgortr-.-ii Htnndn-vornchil en vooral het te gewichtig naaxxaji nemen von de Qvorhoidsgbüding on d© administratie, waardoor slechts die resultaten mogelijk "blijven, dio vollodig geadministreerd kunnon wordon en die niot te storend zijn voor do tooh reeds zoo ingo wikkelde ovorheidshuishouding. In hot üapport ovor Bebouwing on Behoud van flfttmirruinto stoon slechte voorbeelden von "bebouwing en ook g2©de voorboel-den meer die goedo voorbooldon hebben met bebouwing op groote schaal niots te maken." In do Handleiding voor Uitbreidingsplannen, gepubliceerd door hot lod. Instituut voor 7olkohuiuvostlng on ütedebouw, -wijzen alle wonken regolrooht neer oen pion von uitbreiding _ . met verkeerswegen, stroton, vorbindingspodon en aohtortoogan-gon, zoools w© nu al als hopeloos suf overal hobben zion ont— staon ©n dio veel te vool de "bestaande mistoestanden ven do maotochoppij vastleggen en vooruitgang uitsluit. Wol wordt op voriatio oon^odrongon, door ongelijke voor-tuindiopto, maar zolfs togen dezo onschuldige aardigheid wordt direct weer gewaarschuwd uit angst voor ongemotiveerd© "bochten on sprongen" Ook wordt in dit rapport aangereden:©en goed© stodobouw-kundig© opdracht t© geven voor hot makon van oen uitbreidingsplan, "maar m.i. zou d© man een goooholaar mooton zijn, om met inachtneming van allo verordeningen en volgens dezo handleiding iets levendigs te kunnen maken. Cp de vorig© vergadering is terocht opgemerkt door d© Heer LTortens, dat do woningbouw in hoofdzaak een object voor geldbelegging is geworden. Dit hoeft tongevolgo dat do "beslissingen omtrent woon-type on verkaveling en d© koujTvan d© advisours in handon zijn van geldbeheorders on niot zooals hot moeBt zijn: in handon van architecten. •Bij d© woningbouwvoroenigingon ligt ©r ooms wol 'een idoeel© bo dooling voor, doch de beslissingen omtrent hot woon-tv-© en rroepeoring on de kous van do architect is ucn in handen 'van leokon, dio natuurlijk alle böginfouton tegelijk maken. In beid© gevallen wordt de tooh al moeilijke taak van do architect onnoodig verzwaard en hij heeft geen onkel gezag; hij kan niet werken naor best© weton. 2. Mijn vraag is: Hoo krijgt d© architect hot noodige geza® ovor dit voor de volkswelvaart soo belangrijke doel van z'n vak,waaraan hij zich geheel wijdt en waarvoor hij de vorantwoor-ding heeft, in handen? J Het is een mnotscharnioj^g fout als dit go zag hiet aan de best© arohitooten wordt opgelegd, maar hot is ouzo, fout als wij voor die taak niet berekend zijn, aio wij die taak onderschatten. Als we denkon, dat een aardigrlgovelt je voldoondo is - eon aardig pleintje - een hoekoplossing - wat voortuintjes ©n wat booaen. Het gaat er om, om duizend©, tienduizend© mensohen de gelegenheid, ja de aansporing te geven gelukkig te loven kunnen huizen bouwen, waar men zoo min mogeli jk'last van z'n kindoren hooft; dit is nuttig dooh negatief, w© kun-hon J3.Q& ©en huis bouwon waar het opgroeien dor kinderen een genot is. 'Te kunnen eon keukontj© maken, waar alles netjes is opgeborgen, waar men geen last van etonsreuk on wasem heeft, waar de afstand van kook- tot eetgelegenheid zoo klein no^o-lijk is; dit is nuttig, maar negatief. Men kan echter ook oen kook- en eetgelegenheid maken waar koken en eten oen Br euvels vermaak is. Hoo maken we het wonen tot oon dagelijks feest, eon foost van zon een feost van regen en mooie luohten; eon feest in besloten kring op z'n tijd ©n eon foest van mot de natuur meeleven,^ op z'n tijd. Ik weet wel, dat men hiervoor tijd moet hebben; meer tijd. véél moer vrije tijd, dan men nu hoeft in 't algemeen; on dat men hiervoor levonslust en wijsheid moet bezitten; veel meer dan men nu heeft over 't algemeen. Ik weet wel, dat noch de maatschappij noch do mensohen hieraan toe zijn; moor wij moeten bouwen voor een toekomst,die wo als gelukkig en menschwaardig zien; eon toekomst van gelijkwaardigheid, zonder concurrentie, zonder angst voor materieel tekort, omdat oon streng maar eerlijk maatschappelijk systoom ieder verplicht een klein gedeelte van do dag moe/ t© werken aan ae overvloedig© machinale productie, distributio en andor© noodzakelijke diensten, om het individuoole levon van dwang te bevrijden on aan te vuren tot oen actieve beloving van de werkelijkheid door eigen bevrijde levensdrang en een ontwikkeld zinneloven. We krijgen dan tijd voor allorlei handwerk, wo gaan weer een goed gedicht begrijpen; we looron weer ao natuur ondergaan en kennen, we loeren "lachen naar 't gouden hart van 's lovens openende roos" zooals de dichter Boutens het zoo prachtig uitdrukt. vQ zullen het ovor hot levensinzicht voor de toekomst niet zoo gauw eens worden en 't is dan ook geen architocton-work dit inzicht in woordon to brengen of oen struotuur voor een nieuwe maatschappij te ontwerpen, maar wel zijn we verplicht, bij al ons werk er aan te donkon, dat we nergens en nooit door ons bouwon verouderde toestanden blijven bestendigen. Wat is ons nageslacht er mee gebaat, als w© hen ©en etaaltjo van monumentaliteit achter laten, die ze genoodzaakt sullen zijn af te breken. Iaat ons werk liever blijk geven van ontvankelijkheid ©n plaats laten voor alle woonverbeteringon, die eon boter© 3; maatschappij noodig zal oordoelon. Om dit "bewust te kunnon doen, mooten we gozamelijk overwogen, welko eigenschappen in ieder geval wenscholijk zijn voor oen woning, een wijk, oen stad, afgozien hfce in de toekomst de maatachappolijke inrichting zal zijn. Yrooger was de woning de verdediging tegen de natuur, de vijandig© natuur waarvoor men in volo opzichten angst had. Men vreosde hot wator en bouwde huizen op torpon ©n dammen; men vrocsd© de "bliksem als een straf. Do kerk was hot vortrouwengevend middenpunt. D© stad word oen verdediging togen monschelijke vijanden en kroog z'n karakteristieke vorm door wallon, graohton on forten. Do machtBuitdrukking van vroeger is verwaterd tot stands-uitdrukking on het begrip wolstand is hiervan ©en schraal overblijf sol. Ook* do vorm vaa de woning is van kasteel ©n paleis via hoerenhuis tot middonotandBwoning goworden waarvan do arbeiderswoning weer een versmalling is. Hot Hoerenhuis had nog hotttrappenhuis in 't midden; bij de middenstandswoning fêntrêelis do holft eraf gesnodon ©n de arbeiderswoning is hiervan d© uiterst© versmalling. Zoo inogen we niet vordor gaan. Hot is een vorkoorde opzet om niot uit te gaan van het woontype waarvan ©r hot meost moeton zijn. Eerst moot de kleine woning good zijn en woningen die dan noodzakelijk grootor moeton worden, kunnon hiervan dan oen vorbreeding zijn. Hior volgen eenige onderwerpen, di© m.i. voor gezame-lijke studie in aanmerking zouden kunnen komen, zonder dot verschil van levensinzicht de meeningen hierover tj^elkaar zullen verwijderen: '"Veï^*