In 2013 werd Mark Manders (Volkel 1968) uitgenodigd om in het Nederlands paviljoen van de Biënnale van Venetië te exposeren. Het Centraal Museum kocht twee werken die daar te zien waren: Prime Mover (Toilet 1927) en Shadow Study (Femur and Upper Arm Bone Connected by One Single Shadow.

Mark Manders is wel een dichter genoemd, maar dan een die niet met woorden werkt maar met beelden. Je zou hem ook als een filosoof kunnen beschouwen, die de tijd neemt om te kijken en te contempleren over wat hij ziet. Zo schreef hij over Shadow Study: ‘Als kunstenaar heb ik de tijd om na te denken over wat er gebeurt als je een leeg wit kopje omdraait. Ik verwonder me er over hoe subtiel de schaduw die het kopje werpt de twee beenderen, bovenarm en dijbeen, herenigt. Ontelbare keren, overal ter wereld, zijn die twee menselijke beenderen vlakbij een kopje – en we worden ons ervan bewust dat onze beenderen, buiten onze lichamen, in het licht, eigenlijk dezelfde witte kleur hebben als het archetypische kopje.’ Het was het eerste beeld dat Manders in het door Rietveld ontworpen paviljoen plaatste: hij zag een relatie met de architectuur die hij ‘een soort lichtmachine’ noemde.

Prime Mover (Toilet 1927) staat op een andere manier in verband met de architectuur van Gerrit Rietveld. Volgens Manders mist er iets in Rietvelds werk, daarom vulde hij dat zelf aan: een wc, te dateren in 1927, het jaar waarop het werk volgens de kunstenaar eigenlijk gemaakt had moeten zijn. Prime Mover laat zich ongeveer vertalen als primaire beweegreden. Een toilet als eerste beweegreden: mooi beeld om op te broeden…