Van Baaren collectie

De collectie Van Baaren, tussen 1925 en 1964 bijeengebracht door de Utrechtse particulieren Josephina en Lambertus van Baaren, is met haar negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse verzameling beeldende kunst een belangrijke kern van het Centraal Museum die functioneert als een venster van het museum op de internationale ontwikkelingen in de schilderkunst. Het is een goed voorbeeld van een typische particuliere collectie ontstaan onder invloed van de kunstpedagoog Bremmer. Met de komst in 1980 naar het museum werd in één keer de verzameling kunst van de negentiende en vroeg twintigste eeuw aanzienlijk verbeterd. Tot de topstukken in deze deelcollectie horen werken van o.a. Vincent van Gogh, Auguste Herbin, Jean Metzinger, Floris Verster, Johan Bartold Jongkind en Piet Mondriaan.

Van Baaren collectie in Bekijk de collectie online

Collectie Dick Bruna

In 2000 organiseerde het Centraal Museum een overzichtstentoonstelling van het werk van Dick Bruna (Utrecht 1927- 2017 Utrecht). Naar aanleiding daarvan werd begonnen om de duizenden ontwerpen, tekeningen, posters, knipsels, enzovoorts aan het museum in beheer over te dragen. Bruna kreeg wereldwijde bekendheid met zijn creatie van nijntje (‘miffy’). De boekomslagen en posters die hij sinds 1952 voor uitgeverij A.W. Bruna & Zoon ontwierp, verdienen echter minstens zoveel aandacht.

Collectie Dick Bruna in Bekijk de collectie online

Het Rietveld Schröder Archief

Truus Schröder bewonderde Rietveld mateloos. Als een van de eersten onderkende zij zijn kwaliteiten en stimuleerde hem architect te worden. De opdracht voor het Schröderhuis was een doorbraak in zijn carrière. Ook daarna heeft zij Rietveld op allerlei manieren ondersteund. Het verzamelen en bewaren van zijn tekeningen, foto’s van zijn werk, correspondentie, knipsels en andere documentatie hoorde daarbij. Rietveld heeft van 1924 tot 1933 zijn atelier op de begane grond van het Schröderhuis gehad. Vaak werkten Truus Schröder en hij samen aan belangrijke projecten. Na de dood van zijn vrouw in 1957 is hij bij haar ingetrokken. Het Rietveld Schröderhuis, de projecten tussen 1924 en 1933 en de periode vanaf 1958 zijn uitzonderlijk goed gedocumenteerd. Maar ook over het andere werk bevat het archief een schat aan informatie. In 1985 zijn het Rietveld Schröderhuis en het Rietveld Schröder Archief in beheer gekomen van het Centraal Museum. Door schenkingen en aankopen is het sindsdien bijna verdubbeld. Het archief is daarmee, precies zoals Truus Schröder voor ogen stond, een belangrijke bron geworden voor het onderzoek naar Rietvelds leven, ideeën en werk.

Rietveld Schröder Archief in Bekijk de collectie online

Collectie Theo van Doesburg

Theo van Doesburg werd op 30 augustus 1883 geboren als Christian Emil Marie Küpper. Al vroeg nam hij de naam aan van zijn stiefvader en werkelijke opvoeder Theodorus Doesburg, en voegde daar later ‘van’ tussen. Van Doesburg was kunstcriticus, schilder, dichter, Dada-performer, en oprichter van De Stijl. In 1920 ontmoette hij Nelly van Moorsel, een begaafd pianiste die op de Dada-avonden met avant-gardistische composities optrad. Van Doesburg en Van Moorsel werden onafscheidelijk. Na Van Doesburgs dood in 1931 zette Nelly zich in voor de promotie van de Stijl en het werk van haar man. Nelly overleed in 1975. Ze liet de erfenis na aan haar nicht Wies van Moorsel. Deze gaf op haar beurt de enorme collectie van schetsen en ontwerpen van Van Doesburg in beheer aan de Rijksdienst Beeldende Kunst, de tegenwoordige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. In 1999, tijdens de voorbereidingen van de grote Theo van Doesburg overzichtstentoonstelling (2000), besloot het Centraal Museum die collectie in permanent bruikleen te nemen: daarmee werd het werk en gedachtegoed van deze kunstenaar uit Utrecht ontsloten voor bestudering.

De PUG-collectie

Het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (PUG) startte in 1841 met het verzamelen van 'Oudheden'. Romeinse glazen en bekers, gouden en zilveren munten en sieraden, mooi versierd 'terra sigillata' aardewerk, olielampjes, schrijfstiften en riemgespen. De indrukwekkende verzameling van zo’n 15.000 archeologische vondsten bestaat vooral uit Romeinse objecten, maar ook de prehistorie en de Middeleeuwen zijn vertegenwoordigd. De voorwerpen zijn deels afkomstig uit opgravingen in Utrecht en omgeving, onder andere rondom het Domplein, bij fort Vechten en in De Meern.
Het Centraal Museum en de PUG-collectie zijn al sinds 1921 nauw met elkaar verbonden. Aanvankelijk werd de verzameling tentoongesteld in de kelder van het museum en later in de naastgelegen Fundatie van Renswoude, waar ze tot 2010 zou blijven.
In 1995 is de collectie door het Provinciaal Utrechts Genootschap overgedragen aan de gemeente Utrecht.