In 1936 werd slechts één tentoonstelling in het Centraal Museum gehouden. Wellicht was dat een reactie op het besluit van de Utrechtse gemeenteraad om flink te bezuinigen op de begroting van het museum.Zo werd het fonds voor aankopen met f 2.000 teruggebracht naar f 4.700, het bedrag dat nodig was voor de verplichte aflossingen aan de vereniging Rembrandt. Ook werd een voorgenomen personeelsuitbreiding geschrapt.

In september dat jaar had de schilder Willem van Leusden (1886-1974), die in Utrecht was geboren en op 23-jarige leeftijd naar Maarssen was verhuisd, zijn vijftigste verjaardag gevierd. Samen met onder meer de kunstenaars Jopie Moesman en Willem Wagenaar vormde hij de groep surrealisten die vanaf circa 1930 in Utrecht actief waren.

Het comité dat zich tot huldiging van de schilder had gevormd, had kunnen bewerkstelligen dat het Centraal Museum een tentoonstelling met schilderijen en grafisch werk van Van Leusden zou inrichten. Het werd dat jaar tevens de traditionele kersttentoonstelling. De feesteling had bedongen dat alleen zijn schilderijen vanaf de jaren 30 geëxposeerd zouden worden, "(...) een tijdperk dat te kort is, om daarvan een retrospectieve tentoonstelling te geven", aldus het Utrechtsch Nieuwsblad van 12 december 1936. Ook de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 24 december 1936 had zo zijn twijfels of het zinvol was om uitsluitend werk uit zijn "dusgenaamd 'surrealistische' periode" te laten zien. "Immers, nu men al dit werk verenigd ziet, bevangt den toeschouwer sterker dan ooit de twijfel, of van Leusden eigenlijk wel is, waarvoor hij zich zoo gaarne uitgeeft; of bij hem inderdaad het wakend verstand de macht heeft moeten afstaan aan het opperwerkelijk droombeeld van het onderbewuste."

Jan Engelman deed geen moeite om in een recensie in de Groene Amsterdammer van 2 januari 1937 zijn gruwel te onderdrukken. Als de gemeente Utrecht mettertijd al het latere werk van Van Leusden zou aankopen, kan zij een kabinet inrichten, waar de toeschouwer de haren ten berge zullen rijzen, profeteerde hij. Willem van Leusden maakte het een beetje te bont met zijn macabere droomwereld, zonder dat zijn schilderijen ons daaromtrent iets van belang meedelen, aldus Engelman.

Hoe dan ook, het erecomité was erin geslaagd een schilderij van Van Leusden aan te kopen, een portret van de vrouw van de kunstenaar, en dat werd bij de opening van de tentoonstelling aangeboden aan de gemeente, waarvan het museum indertijd een onderdeel was. Het doek heeft een vaste standplaats in het depot verworven. In 1979 (in Venlo) en 2003 (in het Centraal Museum) werd het enkele maanden tentoongesteld.

Documentatie

  • Centraal Museum Utrecht [topstukken; 2020], Voorw. Bart Rutten, Marco Grob, Jacqueline Rutten (prod.), Hans Schopping, Sheila Stafleu, Lotte Bont, Thomas de Bruin (red.), Centraal Museum (Utrecht, 2020), 208 p.
  • Scheppend toeval : Surrealistische kunst en literatuur uit de collectie van Laurens Vancrevel en Frida de Jong, Saskia van Kampen-Prein, Laurens Vancrevel, Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam, 2021), 184 p.

Collectie in deze tentoonstelling

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/exhibit.5D171AAA-4F73-4F96-8BF9-0A6813D284E4

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over deze tentoonstelling? Laat het ons weten!