In de periode september-november 2007 was in het Centraal Museum een keuze uit de NOG-collectie van het SNS REAAL Fonds te zien. Vele tientallen werken in uiteenlopende disciplines, geselecteerd door gastconservator Roel Arkesteijn, tonen onvermoede aspecten van de hedendaagse kunst in Nederland en daarbuiten.

Voor het eerst sinds 1996 werd zo’n ruime selectie uit deze verzameling getoond. De tentoonstelling in het Centraal Museum onderstreept de verbondenheid van het SNS REAAL Fonds met haar vestigingsplaats Utrecht.

Persoonlijk en Apollinisch
De titel van de tentoonstelling, Brieven uit Arcadia, is ontleend aan een groot tweeluik van de Amsterdamse kunstenares Pink uit de NOG-collectie (NOG staat voor Nederlands Onderwijzers Genootschap, zie ook hieronder). De titel duidt op het persoonlijke en apollinische karakter van de verzameling: in feite zijn alle werken in de collectie te beschouwen als berichten uit Arcadië. In overeenstemming met de bijzondere eigenschappen van de verzameling is bij de samenstelling van de tentoonstelling geen volledigheid of evenredige vertegenwoordiging van de verschillende kunstenaars betracht.

In de vorm van thematische groepen werden exemplarische keuzen getoond voor enkele uitgesproken artistieke posities binnen de NOG-collectie. Zo omvatte Brieven uit Arcadia werk van David Bade, Helen Frik, Reggy Gunn, Berend Hoekstra, Nan Hoover, Esther Jiskoot, Paul Klemann, Arno Kramer, Fahrettin Gürkan Örenli, Peter Otto, Pink, Anne Jaap de Rapper, Douglas Lora Read, Joseph Semah, Elly Strik en Veron Urdarianu.

Eigenzinnige bedrijfscollectie
Vanuit de behoefte om ‘iets blijvends’ te creëren besloot het verzekeringsonderdeel van het Nederlands Onderwijzers Genootschap (NOG) in 1994 om een collectie hedendaagse kunst op te bouwen. De verzamelkoers werd de eerste jaren bepaald door collectioneur Frits Becht (1930-2006), die geheel de vrije hand kreeg om een verzameling samen te stellen zoals hij die ook voor zichzelf bijeen zou brengen. Hij streefde geen volledigheid na en weigerde gevestigde reputaties te verzamelen. Becht richtte zich juist op perifere kunstenaarspersoonlijkheden buiten de mainstream. Hij vormde representatieve groepen werk van zeer uiteenlopende Nederlandse en enkele internationale kunstenaars.

In 2001 werd hij opgevolgd door Corrie van der Veen, die de door Becht uitgezette lijn respectvol voortzette. Zij vulde niet alleen de bestaande ensembles werk van individuele kunstenaars aan, ook legde zij nieuwe accenten door kunst aan te kopen van vaak jonge, betrekkelijk onbekende kunstenaars.

Het resultaat is een kunstverzameling die met bijna vierhonderd stukken van zo’n tachtig kunstenaars de omvang van een bedrijfscollectie heeft, en die tegelijk de eigenzinnigheid van een privéverzameling bezit. Wat de collectie ook onderscheidt van andere bedrijfsverzamelingen, is dat hij ‘dakloos’ is. De NOG-collectie is niet bedoeld ter verfraaiing van het eigen kantoorgebouw, maar is er om uitgeleend te worden aan musea, culturele instellingen en andere organisaties die zich bij kunst betrokken voelen.

Documentation

  • Brieven uit Arcadia : een keuze uit de NOG collectie, Centraal Museum, SNS Reaal Fonds, [6] p.

Collection in this exhibition

  • No objects from the Centraal Museum collection were shown in this exhibition

Persistent url

To refer to this object please use the following persistent URL: https://hdl.handle.net/21.12130/exhibit.87EBC3DF-F8B4-4CDE-9394-7ABCE58A7E72

Questions?

Do you have a remark or extra information on this exhibition? Please let us know!