In 1987 werd de 70ste verjaardag van de beeldhouwer Pieter d'Hont (1917-1997) op grootse wijze gevierd. Tijdens een feest in het Utrechtse Spoorwegmuseum werd de jarige de catalogue raisonné van zijn oeuvre overhandigd: vijf volumineuze boekdelen. Maar al tijdens het verjaardagsfeest zochten verschillende aanwezigen vergeefs naar het beeld of portret waartoe zij zelf opdracht hadden gegeven of dat zij in hun bezit hadden. Het incident illustreerde hoe buitengewoon omvangrijk het oeuvre van Pieter d'Hont is. Alleen al in de stad Utrecht zijn in de openbare ruimte zo'n 50 werken van hem te vinden.De tympaan op het stadhuis (1957), twee reliëfs in zandsteen en een gevelsteen aan de Oudegracht, het bekende beeld van Anne Frank op het Janskerkhof, Merrie met veulen aan de St. Jacobsstraat, de gevelversiering aan de Neude 4, Man en kind in park Transwijk bij de grote vijver, enzovoorts.

Van 10 oktober tot en met 29 november 1987 was in het Centraal Museum een overzichtstentoonstelling te zien. Naast beelden werden penningen en tekeningen geëxposeerd. Een bijzondere plaats namen twee reliëfs in, die Pieter d'Hont had gemaakt voor het Jaarbeursgebouw aan het Vredenburg. Nadat dat gebouw was gesloopt, leken de reliëfs spoorloos verdwenen. Twee ervan werden echter alsnog teruggevonden; de vondst was zo vers, dat ze alleen vermeld konden worden in het voorwoord bij de catalogus.