In 2007 overleed een van de bekendste Nederlandse portrettisten van het naoorlogse tijdvak, Erika Visser. Het Centraal Museum toonde een selectie van haar werk, namelijk portretten van bekende figuren als Joop Moesman, Dirkje Kuik, Pieter d’Hont, Bertus Jonkers, Marten Toonder en vele anderen.

Het innerlijk blootgelegd
In haar portretten legde Erika Visser (1919-2007) het innerlijk van haar model bloot. Dit hield meestal een donkere kant in, gekenmerkt door een contemplatieve blik. Visser werkte regelmatig in opdracht, maar ging net zo lief op straat op zoek naar gezichten die haar boeiden. Ook poseerden vrienden, geliefden en collega-kunstenaars voor haar.

Erika Visser en artistiek Utrecht
Een belangrijk deel van Vissers leven speelde zich af tegen het decor van het Utrechtse artistieke klimaat van de tweede helft van de 20e eeuw. Diverse personages uit deze wereld worden in haar oeuvre verbeeld, zoals bekende kunstenaars van het Utrechtse Genootschap Kunstliefde, waarvan de portrettiste zelf ook lid was. Deze kunstenaarsvereniging bood een sociaal netwerk en een plek waar men eens in de zoveel tijd kon exposeren. Daarnaast exposeerde Visser bij verenigingen als Pulchri Studio en de Haagse Kunstkring in Den Haag.

Kunst en bijzondere mannen
Vier liefdesrelaties lopen als een rode draad door Vissers leven. In 1940 leerde zij aan de Rijksakademie Amsterdam haar eerste man, de Utrechtse kunstenaar Jan Boon, kennen met wie ze een zoon kreeg en kort na de Tweede Wereldoorlog naar Utrecht verhuisde. Bij Kunstliefde ontmoette Erika Visser eind jaren 40 surrealist Joop Moesman, haar tweede echtgenoot. In deze periode ging de kunstenares met vorm en kleur experimenteren. Ze verruilde haar naturalistische stijl voor een vrijere, meer abstract/kubistisch georiënteerde stijl. Met Moesman woonde Erika aan de Oudegracht 313bis tot 1965. Na deze turbulente relatie trouwde de portrettiste in 1965 met de rustige, stabiele anglist Pieter Reinkingh. Haar laatste liefde, tekenaar en schrijver Marten Toonder, leerde Erika kennen in het Rosa Spierhuis in Laren, een verzorgingshuis voor kunstenaars en wetenschappers. Hij noemde haar een ‘schilderes van zielen’.

Schenking
Te zien waren portretten van Erika Visser uit een schenking van haar zoon Felix en diens vrouw Alice Visser, aangevuld met werken die al in de collectie van het Centraal Museum aanwezig waren en enkele bruiklenen.