De Utrechtsche Museumvereeniging voor Hedendaagsche Kunst stelde zich ten doel het bijeenbrengen van een verzameling van hedendaagse kunst. Het doel werd bereikt door het aankopen van kunstwerken, het aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van kunstwerken in bewaring. Schuylenburg en De Jonge van het Centraal Museum zaten in het bestuur van deze vereniging.

In 1925 werd een tentoonstelling gehouden met bloemstillevens van Hollandsche meesters. De expositie was door de Museumvereeniging ingericht ter inwijding van de zalen die voor de moderne schilderijenafdeling ter beschikking waren gekomen. "Inderdaad, deze kleine tentoonstelling is iets bijzonders, want zoowel voor den minnaar van schilderkunst als voor den liefhebber van bloemen en planten, een fijnzinnig genot." (Utrechtsche Courant van 31 juli 1925) Geëxposeerd werden enkele 17e-eeuwse bloemstukken, en werken van onder meer Menso Kamerlingh Onnes, Jan en Charley Toorop, Jan Voerman jr, Isaac Israëls, Piet van Wijngaerdt en Vincent van Gogh.