RIETVELD, VAN DILLEN EN VAN TRICHT OUDEORACHT BB UTRECHT ARCHITECTEN TEL. 1 7 O 9 8 GIRO 4 8 6 2 1 O De üvloed van een kleur in een interieur op de gemoedstoestand van de bewoner kan van belang zijn als het meeste licht in de kamér komt via een direct* reflextievlak, waarop de kleur in kwestie is aangebracht. Is dit niet zo, dan valt voornamelijk wit licht binnen en het is van weinig belang of daarvan een klein gedeelte, complimen-taire kleur, geabsorheerd wordt. De meeste invloed heeft de kleur der vloer en van een vlak direct loodrecht staande op de raampartijen, omdat op deze beide vlakken het meeste licht valt. Architectuur maakt de achtergrond, de beschutte plek voor het leven. De kleuren zullen in de meeste gevallen neutraal moeten zijn evenals de architectuur, tenzij het leven zelf een duidelijk kleurbekennen eist. Kleur is wel een deel van het licht, maar door haar eenzijdigheid uitgesproken actief.
Villawijken kunnen grote stukken natuur frerburgelijken in al hun afwerende vriendelijkheid door de sjukjes kleur,"die geen enkele expressie hebben, dan het vertoon van netheid en welstand. De voornaamste reden van het bouwen is niet het landschap te verbeteren, (dit zou zeer hoge eisen stellen) maar het tot iets lelijk te verwerken of geheel op te heffen is een ander uiterste, dat we zeker niet kunnen verantwoorden. Laten de architecten voor wat ze verstoren iets anders maar toch waardevols geven - of in kleur geheel in de natuur passend of als een waardevolle tegenstelling. AI3 we langs de grens van een grote stad aan de ene zijde natuur zien; heide, bos, weiland, of korenveld en we zien aan de andere kant rijen huisjes met voortuintjes dan is daaraan niet te begrijpen, dat zo'n wijk ook natuur is geweest. Zelfs in de tuintjes is er niets meer van over. De kleur kan hier niets goedmaken. De kleuren van huizen in. grote steden zijn maar zeer kleine onderdelen van het grote probleem voor nieuwe woonmogelijkheden. Het is beter dit dus voorlopig onbesproken te laten. Verder zijn er de kleuren van het wegdek van snelverkeerswegen en de kleuren van de richtingsborden. Mijns inziens moeten de borden donker en de letters helder wit zijn. De wegen donker, zodat we witte lijnen bij gedimd licht goed te zien krijgen. Hiermede zijn alle kèèurenkwesties, die zich in de architectuur voordoen lang niet aangeduid. Toch willen we hiermede volstaan daar we ervan overtuigd zijn, dat alle uitspraken hierover, als ze niet zeer algemeen gehouden zijn, binnen korte tijd veranderd moeten worden. Het beste zien we dit in kleine dingen. Vooruitstrevende mensen uit de tijd van Berlage, v.d. Bosch of De Bazel hebben de monumentale bruine eiken meubels, die toen de nieuwe tijd aankondigde allang opgeruimd, maar nog eerder de voortbrengselen der Amsterdamse school, die later kwamen. Dit voornamelijk om de zware gewichtig doende kleuren van het onverzettelijke materiaal - het bruine hout. De voorbrengselen uit de tijd van Van der Velde en d'art nouveau zijn nog steeds curiositeiten. Ik weet nog heel goed, dat de Utrechtse meubelfabriek U M S plotseling de naam modern kreeg, omdat hij het donkere eiken verving door licht berken. Men kon in die tijd geen bruin in het interieur zien. Het kleurde niet bij de lichtere omgeving. Het eerste wat algemeen overgenomen werd van de pioniers op het gebied van wonen was de lichte wand. Nu is alles teak of Venge. De 2e-klasrijtuigen v.d. Spporwegen zijn licht geelbruin. De 1e-klasrijtuigen zijn donker bruin. Over het algemeen is het zo, dat de duidelijkst uitgesproken ruimteexpressies, wat ik in bepaalde opzichten een der goede kanten van de architectuur mag noemen, extra kleur-toevoegingen het minst nodig hebben. Dit wil niet zeggen dat ze kleurloos zijn.MEWHWHi.ijggy Dit alles is theorie, gefiltereerd uit nabecshouwingen van werk Het ia goed er zo'n theorie op na te houden, maar het is voor een vrij kunstenaar verkeerd zich eraan te binden. De kunstenaar is een verzetsman van natnre, hij is revolutionair, zelfs een architect, die een ruimtegevoelige is, verzet zich tege het stellen van regels op visueel gebied. Wanneer een kunstenaar 's avonds bij hoog en bij laag fceweert, da z'n opvatting de enige goede is, zal hij zich ' s morgens vrij mak van zijn theoretische verbintenis en met wellust het tegengesteld doeh. Tm