— hot te veeljad ophoogen ran wegen en terreinen, waardoor alle natuurlijke voordeelen, al voor de "bouw verdwenen «ijn. Het te gewiohtig nemen., in verhouding tot de andere belangen van de bewoners, van: het verkeer de rioleering, het ? « atanda-veraahli en vooral het te gewiohtig «««en nemen van cle overheldAouding en de administratie, waardoor slechts die resultaten mogelijk blijven, die volledig geadministreerd kunnen worden en die niet te storend zijn voor de tooh reeds zoo ingewikkelde overheidehuishouding. In het Rapport over Bebouwing en Behoud van natnnrwi^B^ staan sleohte voorbeelden van bebouwing en ook goede voorbeelden, maar die goede voorbeelden hebben met bebouwing op groote schaal niets te maken. In de Handleiding voor Uitbreidingsplannen,* gepubliceerd door het led. Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw, wijzen alle wenken regelrecht naar een plan van uitbreiding met verkeerswegen, straten, verbindingepaden en aohtertoegan-gen, zooals we nu al als hopeloos suf overal hebben zien ontstaan en die veel te veel de bestaande mistoestanden van de maatschappij vastleggen en vooruitgang uitsluit. Wel wordt op variatie aangedrongen, door ongelijke voortuindiepte, maar zelfs tegen deze onschuldige aardigheid wordt direct weer gewaarschuwd uit angst voor ongemotiveerde "bochten en sprongen" Ook wordt in dit rapport aangeraden;een goede stedebouw-kundlge opdracht te geven voor het maken van een uitbreidingeplan, maar m.i. zou de man een goochelaar moeten zijn, om met inachtneming van alle verordeningen en volgens deze handleiding iets levendigs te kunnen maken.
Het gaat er om, om duizend», tienduizend© menschen de ge- legenheid, ja de aansporing te geren gelukkig te leren. We kunnen huizen touwen, waar men zoo min mogelijk last ran z'n kinderen heeft; dit is nuttig dooh negatief, we kunnen ook een huis bouwen waar het opgroeien der kinderen een genot is. We kunnen een keukentje maks*, waar alles netjes is opgeborgen, waar men geen last ran etensreuk en wasem heeft, waar de afstand ran kook- tot eetgelegenheid zoo klein mogelijk is; dit is nuttig, maar negatief. Men kan echter ook een kook- en eetgelegenheid maken waar koken en eten een Breugels vermaak is. Hoe maken we het wonen tot een dagelijks feest, een feest van zon een feest van regen en mooie luchten; een feest in besloten kring op z'n tijd en een feest van met de natuur meeleven^ op z'n tijd. Ik weet wel, dat men hiervoor tijd moet hebbeh; meer tijd, véél meer vrije tijd, dan men nu heeft in 't algemeen; en dat men hiervoor lerensluet en wijsheid moet bezitten; veel meer dan men nu heeft orer 't algemeen. Ik weet wel, dat nooh de maatschappij nooh de menschen hieraan toe zijn; maar wij moeten bouwen roor een toekomst,die we als gelukkig en mensohwaardig zien; een toekomst van gelijkwaardigheid, zonder concurrentie, zonder angst Voor materieel tekort, omdat een streng maar eerlijk maatschappelijk systeem ieder rerplioht een klein gedeelte ran de dag meejf te werken aan de orerrloedige machinale productie, distributie en andere noodzakelijke diensten, om het indiridueele leven van dwang te bevrijden en aan te vuren tot een aotieve beleving van de werkelijkheid door eigen bevrijde levensdrang en een ontwikkeld zinneleven. We krijgen dan tijd roor allerlei handwerk, we gaan weer een goed gedioht begrijpen; we leeren weer de natuur ondergaan en kennen, we leeren "lachen naar 't gouden hart ran 's lerens openende roos!' zooals de dichter Boutena het zoo prachtig uitdrukt. We zullen het oVer het lerensinzicht roor de toekomst niet zoo gauw eens worden en 't is dan ook geen arohiteoten-werk dit inzicht in woorden te brengen of een structuur voor een nieuwe maatsohappij te ontwerpen, maar wel zijn we verplicht, bij al ons werk er aan te denken, dat we nergens en nooit door ons bouwen rerouderde toestanden blijven bestendigen. k . Wat is ons nageslacht er mee gebaat, als we hen een staaltje ran monumentaliteit achter laten, die ze genoodzaakt zullen zijn af te breken. i,..,^ . laat ons werk lierer blijk geven van ontvankelijkheid en plaats laten voor alle woonverbeteringen, die een beter'
V maatschappij noodig cal oordeelen. Om dit "bewust te kunnen doen, moeten we\gezamelijk overwegen, welke eigenschappen in leder gevalf wenschelijk zijn voor een woning, een wijk, een stad, afgezien hi>e in de toekomst de maatschappelijke inrichting gal aijn. Troeger was de woning de verdediging tegen de natuur, de vijandige natuur waarvoor men in vele opzichten angst had. Men vreesde het water en "bouwde huizen op terpen en dammen; men vreesde de "bliksem als een straf. De kerk was het vertrouwengevend middenpunt. De stad werd een verdediging tegen mensohelijka vijanden en kreeg z'n karakteristieke vorm door wallen, grachten en forten. De maohtsuitdrukking van vroeger is verwaterd tot stands-uitdrukking en het "begrip welstand is hiervan een schraal overblijfsel. Ook de vorm van de woning is van kasteel en paleis via hoerenhuis tot middenstandswoning geworden waarvan de arbeiderswoning weer een versmalling is. Het Heerenhuis had nogketitrappenhuis in 't midden; bij de BdddenstandBwonlng/SnxreSlis de helft eraf gesneden en de arbeiderswoning is hiervan de uiterste versmalling. Zoo ipogen we niet verder gaan. Het is een verkeerde opzet om niet uit te gaan van het woontype waarvan er het meest moeten zijn. Eerst moet de kleine woning goed zijn en woningen die dan noodzakelijk grooter moeten worden, kunnen hiervan dan een verbreeding zijn. Hier volgen eenige onderwerpen, die m.i. voor gezame-lijke studie in aanmerking zouden kunnen komen, zonder dat verschil van levensinzicht de meeningen hierover tyelkaar zullen verwijderen: is maximum natuurbehoud door vorm en plaatsing van de huizen ? Li en na tuur be houd Tzoodat tuintjes, noch door hun afscheiding, * 6 noch door hun beplanting afgesneden schijnen van de natuur 28 Minimum hinder van bewoners der verschillende woningen onderling. 38 Beschutting tegen ongewensohte weersinvloeden en toetreding van gewensohte weersinvloeden, zooals zon en luoht. 42 Sleurwerk besparende indeeling en inrichting. (Sanitair-, warmte en eleotrische installatie) /W*^^ 58 Licht reflecteerende eigenschappen der wanden (afwerking en kleur). 68 Acooustlsche eigenschappen der ruimten (materiaal). 78 Zichtbare ruimtewerking in en rondom het huis. 88 Standaardiseering van onderdeelen en industrialisatie van kernen. * „u. w/^ i fóJ^J wAm^ Um