"Patriciërs der 17e eeuw lieten zich gaarne afbeelden in de uitoefening van hun ambt ofwel andere bezigheden verrichtende waarvoor zij bekend stonden. Hoewel in theorie beamende dat de linkerhand niet mag weten wat de rechter doet, beschouwde men het allerminst als strijdig met christelijke nederigheid om ook de eigen liefdadigheid te laten vereeuwigen als voorbeeld voor anderen, getuige de vele "regentenstukken"voorstellende het vergaderd bestuur ener vrome stichting. Hiermede verwant is Hendrik Bloemaert's Uitdeling aan de armen door Maria van Pallaes. Deze Utrechtse genreschilder [1] is een der artistiek begaafde zonen van Abraham Bloemaert, de invloedrijke leermeester van het merendeel der toenmalige Utrechtse kunstenaars.

Maria van Pallaes [2] (...) stichtte de naar haar genoemde "fundatie", een hofje in de voor Utrecht kenmerkende vorm van een rij huisjes aan de straat plus representatiever aangrenzend bestuursgebouwtje. Deze fundatie, in 1651 aan de Agnietenstraat gebouwd, bestaat nog steeds.

Maria troont op het schilderij in een armstoel midden op de Agnietenbrug [3] over de Nieuwegracht voor haar "regentenkamer", haar kroost in trap der jeugd achter haar staande, temidden van tonnen en zakken en ziet toe op het afmeten van grutterswaren door twee knechts, ter uitdeling aan de "huiszittende" armen, hier blijkbaar bewoonsters der "kameren" harer stichting. Een deze vrouwen geeft blijk van haar dankbaarheid door met gevouwen handen 's hemels zegen af te smeken over de milde geefster."

Het hofje met regentenkamer is onveranderd gebleven [4]. Het voormalige Agnietenklooster aan de linkerzijde van de Agnietenstraat - nu Centraal Museum - is op het schilderij als vrijstaand en in onverbouwde staat weergegeven. Daardoor is op het schilderij de Nicolaaskerk te zien; tegenwoordig wordt het zicht vanuit de Agnietenbrug op deze kerk en op het Centraal Museum belemmerd door het gebouw van de Fundatie van Renswoude.

"Het overzichtelijk gegroepeerde stuk (...) zal ongetwijfeld tot bijval en tevredenheid der regenten als opdrachtgevers hebben gestrekt."

Van augustus 1963 tot en met december 1972 werd elke maand speciale aandacht geschonken aan een of meerdere objecten uit de collectie van het Centraal Museum. Het schilderij van Hendrick Bloemaert was in maart 1965 Kunstwerk van de maand. De citaten zijn uit de toelichting die indertijd was geschreven, met een duidelijke voorkeur voor het onvoltooid deelwoord.

[1] Hendrick Bloemaert werd in 1601 of 1602 geboren en overleed op 30 december 1672.
[2] Maria van Pallaes (1587-1664) was, toen ze de fundatie stichtte, de weduwe van Hendrick van Schroyesteijn (gest. 1630), advocaat bij het Hof van Utrecht.
Zie ook Els Kloek (red.), 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, 2013.
[3] De brug was destijds een rustig hoekje aan de stadswal.
[4] Boven de entree van het zogeheten Refectiehuis staat in de gevelsteen te lezen: "Maria van Pallaes door liefde Goodts gedreven/ Heeft doen sy weduw’ was van d’Heere Schroyesteyn/ Dees Cameren gesticht eenich onderhout gegeven/ Niet achtend swerels gonst maer Plaets in chemels Pleyn" (Maria van Pallaes, door liefde Gods gedreven/ heeft toen zij weduwe was van de heer Schroyensteyn/ Deze kameren gesticht [en] enig onderhoud gegeven/ Niet acht slaande op ’s werelds gunst, maar [op haar] plaats in de hemel).

Documentatie

  • Kunstwerk van de maand maart 1965, Centraal Museum (Utrecht, 1965)

Collectie in deze tentoonstelling

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: https://hdl.handle.net/21.12130/exhibit.F4637811-674B-48EB-8510-1C2AEF3693FF

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over deze tentoonstelling? Laat het ons weten!