In de dependance van het Centraal Museum aan de Maliebaan was een tentoonstelling te zien met werken uit het kunstbezit van reünisten van het Utrechtsch Studenten Corps.
De tentoonstelling werd gehouden in het kader van de lustrumfeesten van het USC. De opening had ook voor het Centraal Museum zelf iets feestelijks, omdat het pand - al enkele jaren als dependance in gebruik - pas naar aanleiding van deze tentoonstelling geheel ter beschikking van het museum was gekomen.

De expositie had als ondertitel "Triomf van het individualisme", waarschijnlijk verwijzend naar het uiteenlopend kunstbezit van de oud-leden van het corps. in de eerst twee zalen waren zilverwerk en doeken uit de Gouden Eeuw te zien, onder meer van Pieter de Hoogh, Govert Flinck, Jan Steen en Jan van Goyen. Een volgende zaal was gewijd aan impressionisten en hun voorlopers: Courbet, Corot, Monet, Isaac Israëls en Verster. In de afdeling moderne kunst vond men werk van Kees van Dongen, Jan Toorop, Zadkine, Sluyters. Wiegman en anderen. Ook Pyke Koch, zelf reünist, was vertegenwoordigd. In twee zalen waren tekeningen en aquarellen tentoongesteld van onder meer Rodin, Cézanne, Degas, Picasso, Rembrandt, De Toulouse Lautrec en Goya.

Van een van de aanwezige Van Gogh werd bekend dat die voor anderhalve ton (in guldens; te vergelijken met ruim 490.000 euro nu). Over de kunstverzamelaars zelf werd niets onthuld.